Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
mishandeling. De deelnemers aan een sport als voetbal hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl bij een door duidelijke spelregels afgebakende sport die spelregels mede van belang zijn voor het bepalen van de grenzen van de wederrechtelijkheid.
of omstreeks30 november 2014 te Schoonhoven
deze [benadeelde partij] op/tegen het linkerbeen te schoppen en/of te trappen en/oftegen het linkerbeen een sliding te maken, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een dubbele beenbreuk van het linkerbeen (kuitbeen en scheenbeen) en
/ofeen scheurtje in het linker enkelgewricht ten gevolge heeft gehad.
mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
- het eigen risico van de ziektekostenverzekering over 2014 en in 2015;
- de aanvullende verzekering in 2015;
- de twee zelf betaalde behandelingen;
- de reiskosten die verband houden met de operatie, de controles en het bezoek aan slachtofferhulp, evenals de bijbehorende parkeerkosten en de hulpmiddelen.
‘Fitness’ en ‘Oppas’ overweegt het hof dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen nu ze in een te ver verwijderd verband staan tot het gepleegde delict. Het hof zal de benadeelde ten aanzien van de voornoemde posten niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
€ 8.867,41 (achtduizend achthonderdzevenenzestig euro en eenenveertig cent) bestaande uit € 1.367,41 (duizend driehonderdzevenenzestig euro en eenenveertig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 8.867,41 (achtduizend achthonderdzevenenzestig euro en eenenveertig cent) bestaande uit € 1.367,41 (duizend driehonderdzevenenzestig euro en eenenveertig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
79 (negenenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.