Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.Feiten en technische achtergrond
printing component (14); and
device (38);
contained in the storage portion;
rejecting the replaceable printing component (14) when no validation field
contains an error detection code relatable to the data contained in the storage
portion; and
accepting the replaceable printing component (14) when at least one validation field contains an error detection code relatable to the data contained in the storage portion.
daarbij behorende elektronische opslaginrichting (38), waarbij de elektronische opslaginrichting (38) geconfigureerd is voor het ontvangen van een eerste blok met gegevens die door de printer worden overgebracht, waarbij de elektronische opslaginrichting (38) een opslagdeel heeft, dat gegevens bevat die de verwisselbare afdrukcomponent (14) betreffen, en twee validatievelden heeft, die geconfigureerd zijn voor het opslaan van foutdetectiecodes die de gegevens betreffen die in het opslagdeel zitten, waarbij een validatieveld een eerste foutdetectiecode bevat die de gegevens betreffen die in het opslagdeel zitten;
gegevens naar de elektronische opslaginrichting (38);
elektronische opslaginrichting (38);
gegevens van de printer naar de elektronische opslaginrichting (38);
elektronische opslaginrichting.
gegevens die in het opslagdeel zitten;
connected to an information source or host computer 48. Host 48 is shown connected to a display device 50. The host can be any of a variety of information sources (such as a
personal computer, work station, or server, to name a few) that provides image information to controller 26 by way of a data link 52. Data link 52 may be any of a variety of
conventional data links (such as an electrical link, infrared link, a wide-area or local-area network link, or any other well-known data link) for transferring information between host 48 and printing system 10.
system 10 for forming images on print media. In addition, host 48 may provide various
parameters for controlling operation of the printing system, typically through printer control software referred to as a "print driver". In order to ensure that the printing system provides the highest quality images, controller 26 may compensate for the particular replaceable printer component 14 installed within the printing system. Electric storage device 38 may provide parameters particular to the associated replaceable printer component 14 to
controller 26, allowing the controller to utilize these parameters to ensure the reliable
operation of the printing system and ensure high quality print images.
components. Accordingly, in such systems, the parameters may include information related to toner cartridges or other appropriate replaceable printing components.
conjunction with controller 26 of printing system 10 for ensuring data integrity for data transfers to the electrical storage device 38. The electrical storage device 38 may be
organized as an Mbit by N memory where M represents the number of bits and N
represents the size of the memory device. In some systems, electrical storage device 38 may be an 8-bit (or 1-byte) device.
storage device 38 may contain additional information not discussed. In addition, the
location of the information in electrical storage device 38 may be different from those
locations shown in Fig. 4. Controller 26 in printing system 10 may be required to know where at least some of the information is stored.
printing component 14, such as the example parameters described above.
parameter fields 64 associated with the corresponding replaceable printing component 14. Each parameter field 64 may contain a plurality of parameter values 66 (e.g., ink color, pages printed, or any of the other example value previously mentioned). The parameter fields 64 may be organized within storage portion 60 in blocks of parameter values 66. The blocks of parameter values 66 forming the parameter fields 64 may be configured to have a preselected size. The preselected size of these blocks may be selected to ensure that a
transfer of a parameter field 64 between a print mechanism 12 and an electrical storage
device 38 occurs in a single block of parameter values 66. The printing system 10 may be configured to ensure that a transfer of a single block of parameter values 66 from a print mechanism 12 to an electrical storage device 38 occurs atomically, in a single operation
requiring only one write. While parameter values 66 only have been shown in the first memory address 0, it should be understood that each parameter field 64 from 0 to N-3 may be similarly organized.
interrupted. For instance, in cases where the replaceable printing component is ink
container 18, it may be possible to remove the ink container while controller 26 is
transferring data to electronic storage device 38. Interrupting this data transfer may
compromise the integrity of the data. In such cases the replaceable printing component may need to be examined to determine whether storage portion 60 contains valid data.
characters (e.g., digits, letters, symbols) relatable to data in storage portion 60. Electrical storage device 38 and/or controller 26 may be configured to store in validation fields 62, error detection codes which are mathematically related to the data in storage portion 60. For example, an error detection code stored in a validation field 62 may be the result of a
predetermined hash function performed on the data contained in storage portion 60.
Another type of error detection code that may be used is a variation of parity data.
Specifically, parity data mathematically related to the data in storage portion 60 may be computed and stored in validation fields 62. Other examples of suitable error detection codes include but are not limited to cyclic redundancy checks, checksums (e.g., MD5), or any other string of computer-readable characters relatable to the data in storage portion 60.
error detection codes in the validation fields 62 in a "ping-pong" (or circular in embodiments having more than two validation fields) fashion. In other words, electrical
storage device 38 and/or controller 26 alternates between the validation fields 62 when
storing error detection codes.
detection code relatable to the data currently stored in storage portion 60, and validation field 2 contains an error detection code relatable to the data stored in the storage portion 60 immediately prior.
validation field 2 is updated, storage portion 60 may be updated to contain DATA 2.
contain an error detection code relatable to the data currently in storage portion 60, and the other validation field may contain an error detection code relatable to the data that was stored in storage portion 60 immediately prior to the current data.
'storage portion') dat gegevens van de cartridge bevat, welk deel
template) genoemd. Het protocol ‘vertelt’ aan de printer hoe de geheugeneenheid van de cartridge is ingericht. De printer kan aan de hand van dat protocol het geheugen uitlezen, dus betekenis geven aan de ‘0’-en en ‘1’-en in een bepaald veld. Een validatievelden is een veld dat in het protocol is aangewezen om foutdetectiecodes in op te slaan.
replace data in the data portion. The new parity value is determined by performing a parity function over the entire data area, and the contents of the transaction record portion so that after data in the data portion is replaced within data byte 1 and data byte 2 the parity is
correct. Therefore, in the event of data loss during a transaction the data and parity is
restored placing the memory in the same condition it would be in if the transaction was not interrupted.
characterized in that:
Revolution verkoopt inktcartridges van diverse bekende merken, waaronder cartridges van HP. Daarnaast verkoopt Digital Revolution onder haar huismerk “123INKT” inkjet
cartridges die als alternatief voor de bekende merkcartridges kunnen worden gebruikt voor toepassing in verschillende typen printers, waaronder HP printers. Deze cartridges (hierna ook: 123-cartridges) worden aangeboden onder vermelding van het typenummer van de vergelijkbare HP cartridges.
typen HP 920XL, HP 364XL en HP 940XL met verschillende kleuren inkt doen bestellen en zij heeft die cartridges geanalyseerd.
4.Beoordeling
suitable for) is om die functie(s) te vervullen, is nieuwheidsschadelijk zelfs als dat product nog nooit op de geclaimde manier is gebruikt of beschreven. Deze uitgangspunten zijn door de Technische Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau (hierna: TKB) onder meer geformuleerd in de zaak T 0132/02 (IBM,
two dimensional management pattern), r.o. 5 en 6:
means-plus-function’ op het gebied van gegevensverwerking / computerprogramma’s (zoals, naar Digital Revolution ter zitting heeft erkend, hier aan de orde), dat deze zo moeten worden uitgelegd dat de geclaimde gegevensdrager/computer ‘aangepast’ (‘
adapted for’) moet zijn – en niet alleen ‘geschikt’ – om de relevante stappen / functies uit te voeren. Dit is door de TKB onder meer tot uitdrukking gebracht in de zaak T 0096/12 (Terumo), r.o. 4:
4. Construction of functional features
adapted for’) is volgens de configuratie genoemd in de conclusie – en dus niet alleen ‘geschikt’ – is om de geclaimde stappen / functies uit te voeren.
in de praktijkeen EEPROM geheugen met een omvang van 256 bytes (2048 bits) betreft en is uitgerust met een
Family ID(om de compatibiliteit met de printer vast te stellen) en een specifieke
Template Version(aan de hand waarvan de controller van de printer vast kan stellen hoe het geheugen van de cartridge is ingericht, in het bijzonder welk soort informatie zich in het geheugen bevindt en waar in het geheugen dit is opgeslagen, waarbij ten aanzien van de validatievelden is bepaald dat deze in de laatste twee velden van het geheugen staan) mag derhalve voor de functioneren van het printersysteem in de praktijk van groot belang zijn, maar dient bij de uitleg van conclusie 1 en de beoordeling van de nieuwheid daarvan in het licht van Paulsen buiten beschouwing te blijven.
template, die communicatie tussen printer en cartridge-geheugen mogelijk maakt. Het hof merkt daarbij op dat ook HP er vanuit gaat dat de indeling van het cartridgegeheugen leidend is en dat de printer dient te worden voorzien van met de geheugeneenheid compatibele software, althans een passende
template(MvG p. 76 en 77 onder L, regel 5 en verder, in het bijzonder: “
De geheugens op de cartridges worden in de fabriek volgens een bepaalde template ingedeeld en de controller dient zich aan deze specifieke indeling aan te passen” en par. 59 pleitnota HP HB: “
de cartridge bepaalt zelf hoe zijn gegevens moeten worden uitgelezen en geïnterpreteerd doordat het al volgens een bepaald protocol is ingericht”). Alle door HP genoemde redenen waarom de Paulsen geheugenkaart niet zou werken in een ‘printer volgens het octrooi’ die worden veroorzaakt door gebrek aan compatibiliteit met de software c.q.
templatevan de printer, in het bijzonder omdat die niet bekend is met de specifieke indeling en volgorde van de op de Paulsen geheugeneenheid vastgelegde velden, dienen daarom buiten beschouwing te blijven. Deze kunnen niet verhinderen dat de geheugeneenheid van conclusie 1 wordt geanticipeerd door de in Paulsen geopenbaarde geheugeneenheid. Het standpunt van HP dat de Paulsen geheugeneenheid op een andere manier is gevuld dan geclaimd en daarom wel geschikt maar niet aangepast is om te functioneren volgens conclusie 1 (Par. 55 pleitnota HP HB), wordt om dezelfde reden verworpen: de specifieke volgorde van velden op de geheugeneenheid maakt geen deel uit van conclusie 1.
Data’uit figuur 4 van Paulsen. Daarnaast bevat Paulsen een validatieveld voor de opslag van een foutdetectiecode, veld N-6. ‘
Parity’uit die figuur. Verder bevat de geheugeneenheid van Paulsen blijkens die figuur een opslagveld N-3, ‘
New Parity’. Dit opslagveld dient blijkens de beschrijving van Paulsen ook voor de opslag van een foutdetectiecode, namelijk de tijdelijke opslag van de foutdetectiecode die nadien in het Parity veld wordt opgeslagen. Gelet op de functie / bestemming van die velden valt niet in te zien waarom deze velden niet de voor de opslag van de foutdetectiecode benodigde grootte zouden hebben, mede gelet op de stelling van HP dat een validatieveld ‘typisch’ een lengte heeft van 8 bits (par. 29 pleitnota HB HP). Evenmin valt in te zien dat er enige andere aanpassing aan de Paulsen geheugeneenheid nodig zou zijn om die specifieke ‘
Parity’en ‘
New Parity’ velden te gebruiken – met behulp van een op de inrichting van de geheugeneenheid afgestemde controller van de printer – als ‘eerste validatieveld’ respectievelijk ‘tweede validatieveld’ om alternerend foutdetectiecodes in op te slaan die gerelateerd zijn aan gegevens die in het opslagdeel zijn of zullen worden opgeslagen volgens de werkwijze bedoeld in conclusie 1 van het octrooi. Een aanpassing van de inrichting van de geheugeneenheid is daarvoor niet nodig omdat de controller van de printer op basis van de inrichting van de in Paulsen geopenbaarde geheugeneenheid al weet op welke twee locaties in de geheugeneenheid foutdetectiecodes kunnen worden opgeslagen en uitgelezen.
Transaction Recordvooraf opgeslagen back-up – afwijkt van de in het octrooi beschreven werkwijze en dat bij de Paulsen werkwijze een foutdetectiecode eerst in het
New Parityveld wordt weggeschreven en dezelfde foutdetectiecode vervolgens in het
Parityveld van de daarin geopenbaarde geheugeneenheid. Dat Paulsen een andere werkwijze openbaart, sluit immers niet uit dat de daarin geopenbaarde geheugeneenheid zonder enige aanpassing ook geschikt is voor het in het octrooi bedoelde gebruik en in die zin dus ook voor dat gebruik is ‘aangepast’. Anders dan HP veronderstelt (MvG p.80, onder Q) kan de omstandigheid dat het New Parity veld bij gebruik volgens de in Paulsen beschreven werkwijze foutdetectiecodes bevat die betrekking hebben op gegevens in zowel het opslagveld als in de back-up velden Data 1 en Data 2, ook niet verhinderen dat de in conclusie 1 onder bescherming gestelde geheugeneenheid wordt geanticipeerd door de geheugeneenheid volgens Paulsen. Voor de beoordeling van de nieuwheid van de in conclusie 1 in ‘
means-plus-function’ vorm geclaimde geheugeneenheid is uitsluitend van belang dat de geheugenkaart van Paulsen door de indeling daarvan, met in elk geval het
Paritygeheugenveld,
New Paritygeheugenveld en de
Dataopslagvelden, ‘geschikt’ en ‘aangepast’ is om te worden gebruikt voor de in conclusie 1 van het octrooi beschreven (en in conclusie 7 onder bescherming gestelde) werkwijze, zonder dat daarvoor enige verdere aanpassing van de geheugeneenheid nodig is. Daar komt bij dat Digital Revolution terecht heeft opgemerkt dat conclusie 1 niet uitsluit dat een foutdetectiecode mede betrekking heeft op andere gegevens dan die in het opslagveld worden opgeslagen of dat de foutdetectiecode wordt gebruikt om de gegevens in het opslagveld te valideren in combinatie met die andere gegevens. Vereist is slechts dat de foutdetectiecode gerelateerd kan worden aan de gegevens die in het opslagdeel zitten en kunnen worden gebruikt om te bepalen of die gegevens geldig zijn. Aan die voorwaarde is voldaan.
Flag(N-1) en
Data1 en 2 (N-2 en N-1). Het octrooi stelt immers, zoals hiervoor overwogen, geen eisen of beperkingen ten aanzien van de overige veldindeling of grootte van het geheugen. De aanwezigheid van deze, voor de geclaimde uitvinding overbodige velden verhindert derhalve niet dat de geheugeneenheid van Paulsen zowel wat indeling als functionaliteit van de daarin (minimaal) aanwezige
Parity,
New Parityen
Datavelden, geconfigureerd – in de zin van ‘geschikt’ en ‘aangepast’ – is om zonder structurele aanpassingen samen te werken met de besturingseenheid van de printer en de in conclusie 1 beschreven functie te vervullen.
parity data’ op te slaan, daar waar in conclusie 1 wordt gesproken van een ‘
error detection code’. Niet valt in te zien wat het verschil daartussen is en nog minder dat dit zou leiden tot enig – ten opzichte van de geheugeneenheid volgens conclusie 1 – technisch verschil. Aldus wordt ook de geheugeneenheid volgens conclusie 2 geanticipeerd door de in Paulsen geopenbaarde geheugeneenheid. Daarenboven merkt het hof op dat de geldigheid van conclusie 2, na de door Digital Revolution in par. 21.4 van de MvA/Inc gestelde nietigheid daarvan, door HP niet langer is verdedigd.