Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 30 mei 2017
[appellant],
B.V. Touwslagerij (voorheen Gebroeders Mudde),
Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De beoordeling in hoger beroep
ultimum remedium, waartoe de werkgever slechts dient over te gaan indien andere, minder vergaande maatregelen niet (langer) volstaan dan wel niet (meer) kunnen worden gevergd. Zoals hiervoor reeds overwogen, had Touwslagerij de maatregel van loonopschorting nog slechts gedurende korte tijd toegepast en betrekkelijk snel weer (gedeeltelijk) opgeheven, kennelijk juist omdat het middel effectief bleek. Zoals eveneens reeds overwogen, verschilde [appellant] van mening met zijn leidinggevende over de passendheid en duur van de hem opgedragen re-integratiewerkzaamheden en was geen arbeidsdeskundige ingeschakeld om een en ander te beoordelen. Ook had na een wisseling van arbodienst per 1 oktober 2012 en een nieuwe algehele ziekmelding van [appellant] op 10 oktober 2012 nog geen controle door een opvolgende bedrijfsarts plaatsgevonden. Daardoor of daarnaast lijkt, zoals uit de uitvoerige correspondentie tussen partijen tijdens de ziekte- en re-integratieperiode van [appellant], alsmede uit de rapportage van de re-integratiebegeleider A. Klein van 8 oktober 2012 (productie 18 bij conclusie van antwoord) naar voren komt, sprake te zijn geweest van een arbeidsconflict tussen [appellant] en zijn leidinggevende en niet blijkt dat er van de kant van Touwslagerij serieuze pogingen zijn ondernomen om over dat conflict dan wel het geschil over de opgedragen re-integratiewerkzaamheden inhoudelijk met [appellant] in gesprek te gaan. De gestelde (eenmalige) uitbarsting dan wel uitlating van [appellant] op 8 oktober 2012 is tegen deze achtergrond naar het oordeel van het hof ook in samenhang met de schending van re-integratieverplichtingen onvoldoende om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen.
Beslissing
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van 4 september 2014 van de rechtbank Den Haag, team kanton, locatie Gouda en doet opnieuw recht;
- veroordeelt Touwslagerij tot betaling van het achterstallig loon over de periode 1 oktober 2012 tot 7 augustus 2013 ten bedrage van € 17.792,13 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over het per elk tijdvak verschuldigd bedrag aan loon vanaf het moment van verstrijken van het desbetreffende loontijdvak;
- veroordeelt Touwslagerij tot betaling van het achterstallige vakantiegeld ten bedrage van € 1.954,19 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van 1 juni 2013;
- veroordeelt Touwslagerij tot betaling van niet-genoten vakantiedagen ten bedrage van € 1.323,25 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van 29 november 2013;
- veroordeelt Touwslagerij tot betaling van 10% van de wettelijke verhoging over alle hiervoor genoemde bedragen;
- veroordeelt Touwslagerij tot betaling van € 150,- wegens buitengerechtelijke kosten te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van 29 november 2013;
- veroordeelt Touwslagerij in de kosten van het geding in beide instanties, wat betreft de eerste aanleg aan de zijde van [appellant] begroot op € 448,- aan griffierecht, € 99,35 voor explootkosten en op € 1.158,- voor geliquideerde advocaatkosten en voor het hoger beroep aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 704,- aan griffierecht, € 100,33 voor explootkosten, € 2.895,- voor geliquideerde advocaatkosten, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van deze uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 68,--, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- veroordeelt Touwslagerij in de nakosten zijnde € 131,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 68,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.