ECLI:NL:GHDHA:2017:1440
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling; beoordeling van te goeder trouw zijn ten aanzien van schulden
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling was afgewezen. Het hof heeft op 18 april 2017 uitspraak gedaan. De rechtbank had geoordeeld dat onvoldoende aannemelijk was dat [appellante] te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en/of onbetaald laten van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoekschrift. Het hof heeft echter, na beoordeling van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting, geconcludeerd dat [appellante] wel degelijk te goeder trouw is geweest. Het hof heeft vastgesteld dat de schulden aan Neckermann en een groot deel van de schuld aan Wehkamp buiten de vijfjaarstermijn zijn ontstaan, en dat de schuld aan het UWV niet aan toelating tot de schuldsaneringsregeling in de weg staat. Het hof heeft ook overwogen dat [appellante] haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. Gezien deze overwegingen heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken.