Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
wettelijkeindexatie vanaf 1 januari 2016.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft geen grieven ingediend tegen de echtscheiding zelf, maar verzoekt wel om een partneralimentatie van € 2.133,- per maand. De man, verweerder in hoger beroep, heeft de echtscheiding niet betwist, maar stelt dat hij momenteel een laag inkomen heeft en dat de vennootschappen waar hij bestuurder van was, niet meer bestaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vrouw verzocht om de zaak aan te houden, zodat partijen de gelegenheid krijgen om tot overeenstemming te komen over de geschilpunten. Het hof heeft vastgesteld dat de echtscheiding nog niet is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, waardoor het huwelijk nog niet is ontbonden. Het hof verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de echtscheiding, maar wijst het verzoek tot aanhouding toe om partijen de kans te geven om tot een oplossing te komen. De behandeling van de zaak wordt aangehouden tot 26 augustus 2017.