Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
In de zaak met nummers 200.195.755/01 en 200.195.757/01
In de zaak met nummer 200.195.796/01
In de zaak met nummers 200.195.755/01 en 200.195.757/01
- op 5 september 2016 een faxbrief van 5 september 2016 met als bijlage een V-formulier van diezelfde datum met bijlage;
- op 25 oktober 2016 een brief van diezelfde datum met als bijlage een V-formulier van eveneens diezelfde datum;
- op 3 november 2016 een V-formulier van 2 november 2016 met bijlage;
- op 27 februari 2017 een brief van diezelfde datum met als bijlage een V-formulier van eveneens diezelfde datum met bijlagen;
- op 1 maart 2017 een brief van diezelfde datum met als bijlage een V-formulier van eveneens diezelfde datum met bijlagen;
- op 7 maart 2017 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen;
In de zaak met nummer 200.195.796/01
- van de zijde van vrouw op 28 maart 2017 een V-formulier van diezelfde datum met bijlage;
- van de zijde van man op 30 maart 2017 een V-formulier van diezelfde datum.
- het verzoek van de vrouw om opname van het ouderschapsplan in de beschikking afgewezen;
- uitvoerbaar bij voorraad een verdeling van de zorg en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) vastgesteld;
- het verzoek van de man om de vrouw te veroordelen tot het verlenen van haar medewerking aan het ten uitvoer leggen van de zorgregeling op verbeurte van een dwangsom afgewezen;
- uitvoerbaar bij voorraad bepaald dat de man, met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, voor de verzorging en opvoeding van de na te noemen minderjarige aan de vrouw zal betalen een bedrag van € 1.500,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- uitvoerbaar bij voorraad bepaald dat de man met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand aan de vrouw tot haar levensonderhoud zal uitkeren, zolang de echtelijke woning nog niet is verkocht en geleverd of is verdeeld een bedrag van € 3.331,- per maand, en zodra dit wel het geval is, een bedrag van € 4.518,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- iedere verdere beslissing ten aanzien van de verdeling aangehouden teneinde partijen in staat te stellen aan elkaar en aan de rechtbank het taxatierapport ter zake de echtelijke woning over te leggen. De vrouw dient zich schriftelijk uit te laten of zij de echtelijke woning tegen de taxatiewaarde wenst over te nemen en te onderbouwen dat zij daartoe financieel in staat is. Partijen dienen voorts aan de rechtbank en aan elkaar stukken met betrekking tot de personenauto’s en de bankrekeningen te doen toekomen. Partijen dienen zich uit te laten over de noodzaak/wenselijkheid een deskundige te benoemen en voor het geval daartoe wordt overgegaan zich uit te laten over de aan de deskundige te stellen vragen, de hoogte van het voorschot en wie van partijen het voorschot dient te betalen.
- de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [naam] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna ook: kinderalimentatie;
- de uitkering tot levensonderhoud voor de vrouw, hierna ook: partneralimentatie;
- de regeling inzake de uitoefening van het ouderlijk gezag.
In de zaak met nummers 200.195.755/01 en 200.195.757/01
het hof begrijpt: voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en alsnog rechtdoende:
het hof begrijpt: voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en opnieuw recht doende, waarbij waar nodig de motivering wordt aangepast dan wel uitgebreid en te bepalen dat:
het hof begrijpt: beschikking) zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de man zoveel mogelijk niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het verzochte te ontzeggen, kosten rechtens.
In de zaak met nummer 200.195.796/01
het hof begrijpt: voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en opnieuw recht doende, waarbij waar nodig de motivering wordt aangepast dan wel uitgebreid en te bepalen dat:
het hof begrijpt: beschikking) zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de man zoveel mogelijk niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het verzochte te ontzeggen, kosten rechtens.
Algemeen
Kinderalimentatie
Partneralimentatie
- er loopt een strafzaak aangezien de vrouw wordt verdacht van het beramen van een moord op de man;
- de vrouw heeft bij nacht en ontij een bombardement van e-mails en Whatsapp berichten gestuurd naar de man waarin zij zich in bijzonder grievende bewoordingen uitlaat over de man, zijn nieuwe partner en gezin en familie. Ook in het bijzijn van de minderjarige laat zij zich laatdunkend uit over de man en zijn nieuwe gezin en familie.
- de man heeft zelf personen benaderd met negatieve berichten over de vrouw;
- de vrouw heeft niet zo veel negatieve berichten verstuurd als de man stelt: vanaf het moment van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking is daar geen sprake meer van. Er was wel ruzie bij het uiteengaan van partijen toen de man tijdens het huwelijk een andere partner bleek te hebben, toen zijn er lelijke dingen geschreven en gedaan. De vrouw is daarmee gestopt zodra zij rechtsbijstand kreeg.
€ 24.729,- per maand. De man stelt zich op het standpunt dat de vrouw haar behoefte dient te onderbouwen, hetgeen zij volgens hem heeft nagelaten.
€ 400.000,-. De vrouw is van beroep [beroep] en mede gezien de grote vraag die er in de huidige maatschappij naar [beroep] bestaat, is de vrouw zeker in staat om weer een eigen leven op te bouwen, zonder financieel afhankelijk te zijn van een voormalige echtgenoot. Indien het hof thans zou beslissen dat de vrouw de reeds genoten alimentatie moet terugbetalen, zal dit haar stap naar de toekomst bemoeilijken, hetgeen het hof niet in het belang acht van beide partijen. In het belang van beide partijen, alsmede in het belang van de minderjarige dienen partijen een streep te zetten onder hun conflict. Ieder dient zijn eigen weg te gaan waarin het belang van de minderjarige wordt gerespecteerd. Onder de gegeven omstandigheden is het hof van oordeel dat een terugbetaling het conflict verder zal aanwakkeren, hetgeen de toekomst voor beide partijen zal bemoeilijken. Derhalve legt het hof de vrouw geen terugbetalingsverplichting op.
Regeling inzake de uitoefening van het ouderlijk gezag
- indien een strafrechtelijke veroordeling van de vrouw plaatsvindt, dient de hoofdverblijfplaats van de minderjarige (die thans bij de vrouw verblijft) opnieuw te worden vastgesteld;
- indien een strafrechtelijke veroordeling van de vrouw plaatsvindt, dient de zorgregeling opnieuw te worden vastgesteld;
- vanwege onduidelijkheid in de bestreden beschikking ter zake dient te worden bepaald dat de minderjarige in de schoolweken in de even weken verblijft bij de man en in de oneven weken bij de vrouw;
- de rechtbank had een dwangsom moeten opleggen, aangezien de vrouw de omgangsregeling niet correct nakomt en voorwaarden stelt;
- de vrouw dient de minderjarige naar de man te brengen en de man dient de minderjarige bij de vrouw terug te brengen.
- de minderjarige dient 1/3 van de vakanties bij de man en 2/3 bij de vrouw te zijn omdat de man in de vakanties vaak niet beschikbaar is voor de minderjarige. Alsdan blijft ook de berekening van de kinderalimentatie zuiver;
- de minderjarige dient op Moederdag bij de vrouw te zijn. Dit is een belangrijke familieaangelegenheid. Om zeker te stellen dat hij op Moederdag bij de vrouw is, dient bepaald te worden dat de minderjarige in de meivakantie bij de vrouw is;
- de minderjarige dient op de verjaardag van de vrouw, alsmede op de verjaardag van zijn oma (moederszijde) bij de vrouw te zijn;
- de vrouw vraagt het hof de man een dwangsom op te leggen, elke keer dat de man de minderjarige niet, of te laat komt ophalen van € 1.000,- per dag of dagdeel.