ECLI:NL:GHDHA:2016:471
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanhouding in afwachting van uitspraak Hoge Raad over oneerlijkheid van contractuele bedingen in Dexiazaak
In de Dexiazaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 januari 2016 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een geïntimeerde, waarbij Dexia in beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak. Het hof heeft in eerdere tussenarresten geoordeeld dat het artikel 6 van de Bijzondere Voorwaarden van Dexia getoetst moet worden aan de richtlijn 93/13/EEG, die betrekking heeft op oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Het hof heeft Dexia de gelegenheid gegeven om haar standpunt over de redelijkheid van de bedingen toe te lichten.
In een arrest van het gerechtshof Amsterdam op 15 december 2015 is aangegeven dat er twijfels zijn over de (on)eerlijkheid van de bedingen, en dat prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zullen worden gesteld. Het Gerechtshof Den Haag heeft besloten om de verdere behandeling van de zaak aan te houden totdat de Hoge Raad de prejudiciële vragen heeft beantwoord. Dit is gedaan om te voorkomen dat er in vergelijkbare zaken uiteenlopende uitspraken worden gedaan. Het hof heeft aangegeven dat de zaak op 6 september 2016 opnieuw op de rol zal komen voor het nemen van akte door Dexia, afhankelijk van de antwoorden van de Hoge Raad.
De beslissing van het hof houdt in dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden totdat er duidelijkheid is van de Hoge Raad over de gestelde vragen. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.