ECLI:NL:GHDHA:2016:3020
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- S.E. Postema
- J.J.J. Engel
- O.C.R. Marres
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de waardering van onroerende zaken en de toepassing van cultuurgrondvrijstelling
In deze zaak gaat het om een geschil tussen belanghebbende, eigenaar van een perceel met een woning en een boomkwekerij, en de Heffingsambtenaar van de gemeente Alphen aan den Rijn over de vastgestelde waarde van het bedrijf voor de onroerendezaakbelastingen. De Heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaken vastgesteld op € 460.000 voor de woning en € 275.000 voor het bedrijf. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardering, wat heeft geleid tot een uitspraak van de Rechtbank Den Haag die de waarde van het bedrijf heeft verlaagd tot € 143.000. De Heffingsambtenaar heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, evenals belanghebbende die de waarde van het bedrijf verder verlaagd wilde zien.
De kern van het geschil betreft de vraag of de Heffingsambtenaar terecht heeft aangenomen dat 14.900 m2 grond tot het bedrijf behoort en of de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op een deel van die grond. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de Heffingsambtenaar de waarde van het bedrijf te hoog heeft vastgesteld en dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op 8.800 m2 grond. Het Hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en vastgesteld dat de waarde van het bedrijf moet worden verlaagd tot € 135.000, waarbij het Hof de argumenten van belanghebbende heeft gevolgd over de toerekening van de grond en de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling.
De uitspraak van het Hof vernietigt de eerdere uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de vastgestelde waarde van het bedrijf en bevestigt de toepassing van de cultuurgrondvrijstelling. De Heffingsambtenaar is verplicht om de griffierechten aan belanghebbende te vergoeden.