ECLI:NL:GHDHA:2016:2443
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot faillietverklaring; geen pluraliteit van schuldeisers; bekrachtiging beschikking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de beschikking van de rechtbank Den Haag van 19 april 2016, waarin het verzoek tot faillietverklaring van [geïntimeerde] werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen pluraliteit van schuldeisers was, wat een vereiste is voor faillietverklaring. [appellante] had een vordering van meer dan € 2.000.000,- op [geïntimeerde] uit hoofde van een arbitraal vonnis, maar kon niet aantonen dat er naast haar nog andere schuldeisers waren die onbetaald waren gebleven. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 31 mei 2016 gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. [appellante] stelde dat de omstandigheden, waaronder de overdracht van de onderneming van [geïntimeerde] aan een andere vennootschap, rechtvaardigden dat het hof zou afwijken van de vereiste van pluraliteit van schuldeisers. Het hof heeft echter geoordeeld dat de door [appellante] aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om van de vaste rechtspraak af te wijken. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen bewijs was dat [geïntimeerde] in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden met betalen, en dat het verzoek tot faillietverklaring daarom moest worden afgewezen. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank Den Haag.