ECLI:NL:GHDHA:2016:2228
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.E.H.M. Pinckaers
- T.G. Lautenbach
- M.P.J. Ruijpers
- Rechtspraak.nl
Hervatting van de procedure na niet-nakomen van een minnelijke regeling in civiele zaak
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, is op 2 augustus 2016 een arrest gewezen inzake de hervatting van een procedure na het niet nakomen van een minnelijke regeling. De zaak betreft een geschil tussen de appellant, vertegenwoordigd door mr. A.C. van 't Hek, en de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M.G.T. Uphus. Na een pleidooi op 11 januari 2016 hebben partijen een minnelijke regeling getroffen, waarbij de appellant zich verplichtte om voor 22 februari 2016 een bedrag van € 5.000 te betalen aan de geïntimeerde. De appellant heeft echter erkend dat hij dit bedrag niet heeft voldaan, wat heeft geleid tot de wens van beide partijen om de procedure voort te zetten.
Het hof heeft vastgesteld dat de doorhaling van de zaak op de rol een administratieve handeling is zonder rechtsgevolgen, en dat partijen in beginsel vrij zijn om de zaak opnieuw op de rol te brengen. Aangezien beide partijen zich niet langer gebonden achten aan de vaststellingsovereenkomst, heeft het hof het verzoek tot hervatting van de procedure toegewezen. Het hof heeft ook opgemerkt dat de raadsheren die het pleidooi hebben gehoord, niet meer werkzaam zijn bij het hof, en dat de zaak zal worden behandeld door andere raadsheren. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om aan te geven of zij opnieuw een mondelinge behandeling wensen.
De zaak is verwezen naar de rol van 16 augustus 2016 voor akte uitlaten van beide partijen over de wens tot een nieuwe pleidooizitting. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot dat moment.