Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
- de verdachte is vanaf 19.00 uur met [de medeverdachte] samen geweest;
- de verdachte en [medeverdachte] hebben de hele avond samen rondgereden. In de auto heeft de verdachte gehoord dat [slachtoffer 1] dood moest;
- voordat zij de bewuste woning binnen gingen heeft de verdachte van [medeverdachte] de keuze gekregen tussen wurgen of steken; de verdachte heeft voor wurgen gekozen;
- in de woning hebben [medeverdachte] en [slachtoffer 1] zitten praten, op een gegeven moment ging [slachtoffer 1] naar de wc, toen gaf [medeverdachte ] een seintje aan de verdachte.
- in de woning heeft [medeverdachte] een kussensloop om het hoofd van [slachtoffer 1] gedaan, waarna de verdachte duct tape om het hoofd van [slachtoffer 1] heeft gedaan;
- nadat [slachtoffer 1] op zijn buik op de grond was gaan liggen, heeft de verdachte met duct tape de armen, benen en ellebogen van [slachtoffer 1] aan elkaar vast getapet en zijn handen op de rug gebonden;
- vervolgens is de verdachte met zijn volle gewicht op [slachtoffer 1] zijn rug gaan zitten en heeft hij een ketting om de nek van [slachtoffer 1] gedaan. Hij heeft die ketting strak aangetrokken, zodat [slachtoffer 1] geen adem meer kon halen;
- omdat [slachtoffer 1] probeerde los te komen, heeft de verdachte [medeverdachte] gevraagd om hem te helpen mee te trekken aan de ketting. Aan dat verzoek heeft [medeverdachte] uitvoering gegeven;
- [medeverdachte] heeft een aantal keren aan de verdachte gevraagd of [slachtoffer 1] nog ademde, hetgeen volgens de verdachte het geval was;
- [medeverdachte] heeft vervolgens een aantal keren met het hoofd van [slachtoffer 1] op de grond gebonkt om er zeker van te zijn dat [slachtoffer 1] zou overlijden;
- omdat [slachtoffer 1] niet dood bleek te zijn, heeft de verdachte geprobeerd een mes in de rechterzijde van het lichaam van [slachtoffer 1] te steken. Het eerste mesje brak. Het lemmet van het tweede mes boog. Het derde mes is in het lichaam van [slachtoffer 1] gestoken. Toen zij zeker waren dat [slachtoffer 1] was overleden, hebben de verdachte en [medeverdachte] de woning verlaten.
of omstreeksde periode van 24 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers
heeft/hebben verdachte en
/of (een of meer van)zijn mededader
(s)opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg,
/of
tom het hoofd van die [slachtoffer 1] en
/of
die [slachtoffer 1] aan zijn enkels en/of ellebogen en/of handen getaped en/of
(meermalen
)met het
(dicht getape
te
)hoofd van die [slachtoffer 1] op de grond gebonkt en
/of
/of (meermalen)aan die ketting getrokken en
/of
drie, althans een of meer, mes(sen) in de zij, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] gestoken en/of
(althans) een of meerhandeling
(en
)van uitwendig
mechanischgeweld op die [slachtoffer 1] uitgeoefend,
medeplegen van moord.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
€ 7.110,60 (zevenduizend honderdtien euro en zestig eurocent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 143,00 (honderd drieënveertig euro).
€ 7.110,60 (zevenduizend honderdtien euro en zestig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
70 (zeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.