Uitspraak
Kinderalimentatie
Partneralimentatie
Behoefte van de vrouw
(zaaknr. 200.172.952/01; ECLI:NL:GHDHA:2016:806) ingenomen standpunt. Het hof zal dus gelet hierop het door de vrouw ontvangen kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop optellen bij het netto maandinkomen van de vrouw. Daarop moet in mindering worden gebracht het vastgestelde aandeel in de kosten van de kinderen dat voor rekening komt van de partneralimentatiegerechtigde.
€ 1.357,- bedraagt. Dit bedrag dient te worden verminderd met het hiervoor genoemde aandeel in de kosten van de kinderen van € 66,-. Gelet op de behoefte van de vrouw van € 1.110,- netto per maand en haar in aanmerking te nemen netto maandinkomen van (€ 1.357 minus € 66) € 1.291,- dat voor de vrouw beschikbaar blijft, heeft de vrouw geen aanvullende behoefte meer aan partneralimentatie. Ook in de situatie dat rekening wordt gehouden met de resterende kosten van de kinderen die bij de vastgestelde door de man te betalen kinderalimentatie voor rekening van de vrouw komen (de behoefte is vastgesteld op € 190,-, de man betaalt € 135,- en het aandeel van de vrouw is berekend op € 33,-, zodat een bedrag van € 22,- aan kosten resteert), is bij de vrouw geen aanvullende behoefte aan partneralimentatie.