Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 24 november 2015
[naam],
de besloten vennootschap Geomet B.V.,
Het geding
De feiten
(..) De revalidatie is afgerond en volledig herstel is niet haalbaar. Er is sprake van bnlijvende beperkingen in het gebied van eerder opgelopen letsel. De ontwikkelingen zijn evenmin gunstig. Betrokkene is te kennen gegeven dat terugkeer in het eigen werk niet haalbaar is en dat er geen andere functie voor hem is in het bedrijf. Er zijn echter nog geen stappen gezet in het zg Poortwachter-traject, het opstellen van een Plan van aanpak, vastleggen van reintegratie-doelen en inzetten van en arbeidsdeskundige. Omdat betrokkene hiertoe de hulp van een advocaat heeft ingeroepen zijn de aangepaste werkzaamheden gestaakt en zit hij thuis. Naar mijn mening is het van groot belang dat beide partijen weer in gesprek raken, dat hij zijn werk(gedeeltelijk) hervat en dat een arbeidsdeskundige wordt ingezet (..)”
In eerste instantie is er arbeidstherapeutisch werk aangeboden. Nu er onvoldoende herstel optreedt, zal er een arbeidsdeskundige ingeschakeld worden en heeft de werknemer in overleg met werkgever en bedrijfsarts zijn aangepaste werk stilgelegd.”
geen goed doet en dat hij in afwachting van het vervolg in ieder geval gedeeltelijk aan het werk zou moeten zijn (...) Naar mijn mening dient het traject van re-integratie alsnog de vorm te krijgen zoals bedoeld in de wet verbetering Poortwachter, dus geregeld contact tussen werkgever en werknemer, en werkhervatting in afwachting van duidelijkheid over de richting van het re-integratietraject (..)”
“Werkgever heeft al een aantal activiteiten gedaan in het rëintegratietraject, maar nog niet genoeg om aan alle eisen die de WVP stelt te voldoen. Nader onderzoek is noodzakelijk. Wellicht is er een passende functie voor werknemer. (…). Werknemer heeft zich tot dusver voldoende meegewerkt, maar zal, zodra het aan de orde is, ook actief moeten meewerken aan rëintegratie spoor 2.”
“(…) In medische zin zijn er geen veranderingen, dus ook niet waar het zijn belastbaarheid betreft. Er is sprake van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, maar hij werkt niet. Wel is er stagnatie in het contact met de werkgever en in die zin is er mijns inziens sprake van een arbeidsconflict. Om die reden denk ik dat het verstandig is om een mediator in te zetten met als voornaamste doel de huidige impasse te doorbreken (..)”
De vordering van [appellant]
Het oordeel van de kantonrechter
De beoordeling in hoger beroep
8. Met betrekking tot de vordering ex art. 7:681, lid 2 aanhef sub a (oud); valse of voorgewende reden
Met betrekking tot de vordering ex art. 7:681, lid 2 aanhef sub a (oud); het ‘gevolgencriterium’
als gevolg daarvandepressief is geworden, vindt geen steun in de door [appellant] overgelegde producties. Enige medische verklaring waaruit een causaal verband blijkt ontbreekt. Een concreet en specifiek bewijsaanbod ontbreekt eveneens.
dat hij nu echt moet ophouden met de eigenlijke sondeerwerkzaamheden, daar inderdaad een blijvende verslechtering van zijn medische situatie dan mogelijk voor eigen rekening zou komen’. In reactie op die brief heeft Geomet [appellant] naar huis gestuurd. Dat Geomet vervolgens te lang heeft gewacht met verdere re-integratiestappen en het arbeidsconflict steeds hoger is opgelopen blijkt genoegzaam uit de overgelegde producties (onder meer uit de onder 2 sub k, l en m genoemde stukken), maar daarin heeft [appellant] ook een rol gespeeld. Hij werd al vanaf een vroeg stadium bijgestaan door een advocaat, die steeds brieven aan Geomet is blijven schrijven, daar waar andere stappen meer voor de hand zouden hebben gelegen nadat bleek dat de brieven niet het gewenste effect sorteerden, zoals het entameren van een kort geding tot tewerkstelling in passende werkzaamheden.
Uw brief van 31 januari jl. met begeleidende stukken heb ik in goede orde ontvangen (...) Wel stel ik vast dat kosten verband houdende met het arbeidsgeschil in ieder geval niet onder de polisdekking vallen. Mogelijk is mijn cliënte bereid om een zekere vergoeding mee te nemen in het kader van een lump sum benadering maar voorshands is het standpunt dat deze kosten niet voor vergoeding door HDI-Gerling, de aansprakelijkheidsverzekeraar van Geomet, voor vergoeding in aanmerking komen. Ik streef ernaar om in de loop van volgende week duidelijkheid te hebben over de verantwoordelijke dossierbehandelaar en met deze persoon gesproken te hebben zodat ik u uiterlijk 18 februari a.s. inhoudelijk kan berichten.”
Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter
- veroordeelt [appellant] in de kosten in hoger beroep, aan de zijde van Geomet begroot op € 5.114,00 wegens griffierecht en op € 5.264,00 (tarief V, € 2.632,00 x 2) wegens salaris advocaat;
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.