ECLI:NL:GHDHA:2015:2990
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vastgestelde waarde van een onroerende zaak en de daaruit voortvloeiende aanslag onroerendezaakbelastingen
In deze zaak gaat het om een geschil over de vastgestelde waarde van een woning in de gemeente [Z] voor het kalenderjaar 2014. De Heffingsambtenaar had de waarde van de woning, gelegen aan [Y] te [Z], vastgesteld op € 270.000 op de waardepeildatum van 1 januari 2013. De belanghebbende, [X], heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de Heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de Rechtbank Den Haag, die het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende ging in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2015 hebben partijen overeenstemming bereikt over de waarde van de woning. Ze kwamen overeen dat de waarde op de waardepeildatum nader dient te worden vastgesteld op € 260.000. Daarnaast werd besloten dat de Heffingsambtenaar de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 203,41, dient te vergoeden, evenals de griffierechten van in totaal € 168 die de belanghebbende had betaald voor de rechtbank en het hof.
Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd, de beschikking gewijzigd en de waarde van de woning vastgesteld op € 260.000. Tevens heeft het hof de Heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten en griffierechten aan de belanghebbende. De uitspraak is op 7 oktober 2015 in het openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.