In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over een incidentele vordering tot voeging. De zaak betreft een geschil tussen de rechtspersoon Catamaran Charter Company GMBH & Co KG (hierna: CCC) en verschillende verzekeringsmaatschappijen, aangeduid als de Verzekeraars. CCC, thans in liquidatie, was eigenaar van het passagierschip de 'Birknack', dat eind 2002/begin 2003 is gezonken. CCC heeft schadevergoeding geclaimd bij de Verzekeraars en bij de assurantietussenpersoon Oranje Varia Verzekeringen B.V. (hierna: Oranje).
CCC heeft in hoger beroep de voeging van deze twee procedures gevorderd op grond van artikel 222 Rv, stellende dat er een zodanige samenhang is tussen de zaken dat een gezamenlijke berechting wenselijk is. De Verzekeraars hebben zich echter verzet tegen deze voeging, met het argument dat er geen voldoende verknochtheid bestaat tussen de procedures en dat voeging zou leiden tot onredelijke vertraging.
Het hof heeft overwogen dat de procedures verschillende rechtsvragen aan de orde stellen: de ene betreft een verzekeringsrechtelijk dekkingsgeschil, terwijl de andere gaat over de beroepsaansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon. Het hof concludeert dat de procedures niet zodanig verknocht zijn dat voeging gerechtvaardigd is. De vordering tot voeging is afgewezen, en CCC is veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven aan de zijde van CCC.