ECLI:NL:GHDHA:2014:457
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid appellant en proceskostenveroordeling VVE
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een tussenvonnis, maar heeft hij later besloten de dagvaarding in te trekken. De Vereniging van Eigenaars (VVE) heeft hierop verzocht om inschrijving van de zaak op de rol en heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [appellant] in zijn beroep. De VVE heeft ook proceskosten gevorderd, omdat zij meende dat [appellant] niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep. Het hof heeft overwogen dat de VVE niet de appellant, maar de geïntimeerde is in deze procedure en dat zij geen machtiging van de VVE-vergadering nodig heeft om verweer te voeren. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] de VVE tijdig op de hoogte heeft gesteld van zijn intrekking van de appeldagvaarding, waardoor de VVE geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. Uiteindelijk heeft het hof [appellant] niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep en de VVE veroordeeld in de kosten van het geding, waarbij de kosten aan de zijde van [appellant] zijn begroot op € 299,-- aan griffierecht en € 894,-- aan advocaatkosten. De VVE moet deze bedragen binnen veertien dagen na de uitspraak voldoen, anders is wettelijke rente verschuldigd vanaf het einde van die termijn.