ECLI:NL:GHDHA:2014:3701
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- P.J.J. Vonk
- H.A.J. Kroon
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op ontslagvergoeding en de kwalificatie als loon uit dienstbetrekking
In deze zaak gaat het om de vraag of een ontslagvergoeding die aan belanghebbende is toegekend, moet worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking voor de heffing van inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De belanghebbende, geboren in 1947, was in loondienst bij een coöperatie en kreeg in 2009 een ontslagvergoeding van € 100.000 bruto na ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. De inspecteur van de Belastingdienst heeft deze vergoeding volledig als loon aangemerkt, waarover loonheffing is ingehouden. De belanghebbende is het hier niet mee eens en stelt dat de vergoeding moet worden aangemerkt als een ontslaguitkering ter overbrugging tot de pensioen- of AOW-uitkeringen, waarvoor een eindheffing had moeten gelden.
De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de ontslagvergoeding terecht als loon uit dienstbetrekking is aangemerkt. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Den Haag deze uitspraak bevestigd. Het Hof oordeelt dat er een direct verband bestaat tussen de ontslagvergoeding en de dienstbetrekking van belanghebbende. De kantonrechter had bij de toekenning van de vergoeding rekening gehouden met de omstandigheden van het geval, waaronder de leeftijd van belanghebbende en de duur van het dienstverband. Het Hof concludeert dat de inspecteur de ontslagvergoeding terecht als loon heeft aangemerkt, en dat de argumenten van belanghebbende niet voldoende zijn om tot een ander oordeel te komen.
De uitspraak van het Hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, en partijen worden geïnformeerd over de mogelijkheid om beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.