Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 30 september 2014
In de zaak van:
Q-PARK EXPLOITATIE II B.V. ,
GEMEENTE ROTTERDAM,
Verloop van de procedure
Beoordeling
(b1) Er is sprake van nodeloze aanleg door de Gemeente van circa 500 nieuwe parkeerplaatsen in de omgeving van de parkeergarage, te weten (conclusie van repliek 38 juncto productie 10 inleidende dagvaarding):
-56 op de Schiehavenkade (voor AH),
-90 in de Lloydstraat,
-102 op de Kratonkade,
-14 parkeerplaatsen op de Kratonkade waar illegaal wordt geparkeerd, en
-262 parkeerplaatsen (op de parkeerterreinen van STC en Kuehne en Nagel),
terwijl aanvankelijk op basis van het tijdelijke inrichtingsplan sprake was van de aanleg van (slechts) 48 parkeerplaatsen in de omgeving.
(b2) De Gemeente heeft vele parkeervergunningen op straat verleend (onder andere aan RTV-Rijnmond en ARA), ondanks het beleid van de Gemeente dat het blik van straat moest.
2.1
In de Koopovereenkomst zijn terzake de volgende passages opgenomen:
“Partijen stellen hierbij vast dat het beleid van Stadstoezicht Rotterdam erop is gericht dat in het Lloyd-kwartier zo min mogelijk op straat wordt geparkeerd. “en
“Binnen het Lloyd-kwartier zal een betaald parkeerregime gelden overeenkomstig de algemene uitgangspunten van de gemeente Rotterdam. Handhaving van dit parkeerregime geschiedt door STZ.”2.2
Deze bepalingen heeft Q-Park naar het oordeel van het hof redelijkerwijs zo mogen uitleggen dat de Gemeente zich hiermee heeft verbonden om in het Lloydkwartier het gemeentelijk parkeerbeleid (autoluw) uit te voeren en zoveel mogelijk te handhaven. (…)
2.3
Een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op straat tot de gestelde 500 en het (ruim) uitgeven van parkeervergunningen lijken zich hiermee niet te verdragen. De Gemeente heeft tegenover deze verwijten volstaan met op te merken dat er niet méér parkeerplaatsen zijn aangelegd dan voorzien in het bestemmingsplan en dat de mogelijkheid om vergunningen te verstrekken aan bedrijven blijft bestaan, maar dit acht het hof voor de beoordeling van deze kwestie ontoereikend. Tenminste kan van de Gemeente (in verband met haar bewijsaandraagplicht) worden gevergd om:
(I) deugdelijk in te gaan op de stelling van Q-Park dat er in de omgeving van de parkeergarage vele (onnodige) parkeerplaatsen zijn aangelegd (zie rechtsoverweging 16b1), en
(II) om aan te geven hoeveel parkeervergunningen, waar, zijn verstrekt en waarom (zie rechtsoverweging 16b2).
(I) om deugdelijk in te gaan op de stelling van Q-Park dat er in de omgeving van de parkeergarage vele (onnodige) parkeerplaatsen zijn aangelegd, en
(II) om aan te geven hoeveel parkeervergunningen, waar, in de omgeving zijn verstrekt en waarom.
a) Voor het te ontwikkelen gebied het Lloydkwartier geldt een bijzondere parkeereis, te
weten maximaal 30% parkeren op straat. Op grond van deze bijzondere parkeereis is
b) Het tijdelijke inrichtingsplan van de Gemeente betreft uitsluitend de Lloydstraat (nummer 3 productie 10 van Q-Park). De overige locaties op deze productie liggen elders op het Lloydkwartier. De daar aangelegde parkeerplaatsen kunnen dan ook niet worden afgezet tegen de 48 parkeerplaatsen die waren voorzien in het tijdelijke inrichtingsplan van de Gemeente.
c) Al in 2003 was dwars parkeren gepland aan de noordzijde van de Sint Jobsweg en aan de westzijde van de Lloydstraat. Aan de oostzijde van de Lloydstraat was destijds langsparkeren gepland. De uiteindelijke inrichting stemt hiermee overeen.
d) In de Lloydstraat zijn 35 parkeerplaatsen aan de oostzijde en 47 parkeerplaatsen aan de westzijde aangelegd.
e) De parkeerplaatsen die het bedrijf Kuehne & Nagel in gebruik heeft zijn van tijdelijke aard en concurreren niet met de parkeerplaatsen in de parkeergarage. Het inpandig parkeren van Kuehne & Nagel is immers voorzien in locatie E, welke nog moet
worden ontwikkeld en de loopafstand naar de parkeergarage is ver. Daarnaast werden aan Kuehne & Nagel geen vergunningen verstrekt voor parkeren op straat.
f) Het parkeerterrein van Wine or Water betreft een tijdelijke inrichting (evenals dit restaurant) totdat deze locatie F wordt ontwikkeld.
g) Nog in juli 2007, na het sluiten van de Koopovereenkomst, bestond op basis van een studie de vrees dat de parkeergarage niet toereikend zou zijn om te voorzien in de parkeerbehoefte op het Lloydkwartier (productie 28 Gemeente). Door de economische recessie en het nadien lagere autobezit is de bezetting van de parkeergarage lager dan destijds werd verondersteld (productie 21 Gemeente).
h) De Gemeente is terughoudend geweest bij het afgeven van parkeervergunningen op het Lloydkwartier en heeft aanvragen beoordeeld op basis van haar beleid dat is vastgelegd in een gepubliceerd Uitvoeringsbesluit.
A) De stelling van de Gemeente dat de vele nodeloze straatparkeerplaatsen bij Bestemmingsplan
zouden zijn voorzien is niet toereikend (vgl. r.o. 23 Tussenarrest). Bovendien heeft de Gemeente zelfs niet aangetoond dat die nieuwe straatparkeerplaatsen daadwerkelijk waren voorzien.
B) De Gemeente heeft het aantal straatparkeerplaatsen in de omgeving van de parkeergarage onjuist geteld.
C) De Gemeente gaat in haar akte voorbij aan de opdracht van het hof om te
onderbouwen hoeveel nieuwe straatparkeerplaatsen nodig waren, gelet op:
(i) de capaciteit en mogelijkheden voor een rendabele exploitatie van de parkeergarage; en
(ii) de achterblijvende bouw, ontwikkeling en vulling van de bij Bestemmingsplan voorziene woningen en kantoren.
D) De stelling van de Gemeente dat de parkeergarage overdag zelfs te klein zou zijn om in de parkeerbehoefte ter plaatse te voorzien is niet onderbouwd, onjuist en wordt uitdrukkelijk betwist.
E) De kwestie over de afgegeven parkeervergunningen is zowel in eerste aanleg als in
appel door Q-Park aan de kaak gesteld. Deze kwestie is dus niet tardief door Q-Park opgeworpen.
F) Dat de Gemeente data is kwijtgeraakt over wanneer en wie zij parkeervergunningen
heeft verstrekt ligt in haar risicosfeer. Dat de Gemeente tekort schiet in de zorgvuldige opslag van belangrijke data behoort in elk geval niet voor rekening van Q-Park te komen.
enG) Zelfs uit de eigen stellingen van de Gemeente volgt dat zij geenszins terughoudend is gebleven in het verstrekken van straatparkeervergunningen.
Slotsom
Beslissing
- bekrachtigt de bestreden vonnissen;
- wijst af het in hoger beroep meer of anders gevorderde;
- veroordeelt Q-Park in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 4.961,-- (tarief gebaseerd op wijziging eis 08-01-2013) aan verschotten en € 16.030,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
H.C. Grootveld, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 september 2014, in aanwezigheid van de griffier.