ECLI:NL:GHDHA:2014:208
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- P.M. Verhagen
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en Carousselfraude: Geen daadwerkelijke leveringen aan fiscale eenheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een fiscale eenheid bestaande uit [X] B.V. en [Y] B.V. tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting van € 2.459.923, opgelegd door de directeur van de Belastingdienst Rijnmond. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 20 januari 2009 tot en met 7 december 2010. De Inspecteur heeft de naheffing verminderd tot € 2.387.476 na bezwaar, maar de belanghebbende heeft beroep ingesteld bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde. De belanghebbende is vervolgens in hoger beroep gegaan bij het Gerechtshof Den Haag.
De zaak draait om de vraag of de auto’s, waarvoor facturen zijn uitgereikt door [B], daadwerkelijk aan de belanghebbende zijn geleverd. De rechtbank heeft overwogen dat de Inspecteur voldoende bewijs heeft geleverd dat de auto’s niet aan de belanghebbende zijn geleverd, en dat de rol van de belanghebbende vooral die van financier was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de omzetbelasting die op de facturen is vermeld, niet voor aftrek in aanmerking komt.
In hoger beroep heeft het Hof de overwegingen van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de auto’s aan haar zijn geleverd. Het Hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende, ondanks dat zij wist dat er geen daadwerkelijke leveringen hadden plaatsgevonden, omzetbelasting op facturen heeft vermeld. Het Hof heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De beslissing is op 31 januari 2014 in het openbaar uitgesproken.