Maatstaf van heffing in strijd met vrije verkeer van diensten en kapitaal
De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de maatstaf van heffing bij kansspelbelastingen in combinatie met de administratieve verplichtingen die de winnaars bij de buitenlandse internetkansspelen worden opgelegd, het vrije verkeer van diensten en kapitaal belemmert. Deze nadelen houden direct verband met overschrijding van de grens.
Het gemaakte onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse kansspelen via internet vindt niet zijn rechtvaardiging in de inning en heffing van de kansspelbelasting, met name niet in de omstandigheid dat de Belastingdienst niet op de hoogte zou kunnen komen van de inzetten en de prijzen en ook niet in de ontmoediging van de deelname aan kansspelen.
Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, uitoefening van openbaar gezag noch andere redenen van algemeen belang vormen een rechtvaardiging voor het maken van het ongerechtvaardigde onderscheid. De belemmerende maatregel discrimineert naar nationaliteit, daarom kan daar geen rechtvaardiging voor gevonden worden.
Ter rechtvaardiging kan geen beroep worden gedaan op het waarborgen van de belastingheffing, het belang van de fiscale controles, de nakoming van bilaterale internationale overeenkomsten en de bestrijding van misbruik of grensoverschrijdende verliesverrekening.
Zo dat wel het geval is, is de maatregel niet proportioneel en ook niet noodzakelijk. De buitenlandse aanbieder kan onder de heffing van Nederlandse kansspelbelasting worden gebracht.
Het verhogen van de belastingdruk omdat de speler zijn inzet en prijs niet kan aantonen vormt geen rechtvaardiging.