Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
arrest d.d. 6 mei 2014
Laser Nederland B.V.,
PrimeLine Services B.V.,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Laser Nederland B.V. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, waarin de vordering van Laser tot betaling van een bedrag van € 5.113,90 werd afgewezen. De rechtsvoorgangster van Laser, PrimeLine Services B.V., had in 1997 een kredietovereenkomst gesloten met de geïntimeerde, die in 2004 door Laser werd gedagvaard voor een bedrag van € 5.000,-. Deze vordering werd toegewezen bij verstekvonnis. In de onderhavige procedure vordert Laser het restant van de lening, maar de geïntimeerde voert aan dat de vordering is verjaard. Het hof moet beoordelen of de betalingen die de geïntimeerde heeft gedaan, kunnen worden aangemerkt als erkenning van de schuld in de zin van artikel 3:318 BW.
Het hof oordeelt dat de door de deurwaarder geïnde bedragen na het leggen van derdenbeslag niet als erkenning kunnen worden beschouwd, omdat deze handelingen niet door de schuldenaar zelf zijn verricht en niet gericht waren tot de schuldeiser. Het hof concludeert dat de geïntimeerde terecht heeft aangevoerd dat de vordering is verjaard, omdat er geen stuitingshandelingen zijn verricht na de dagvaarding in 2004. De grieven van Laser worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij Laser wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van erkenning en stuiting van verjaring in civiele procedures, en bevestigt dat betalingen onder derdenbeslag niet automatisch leiden tot erkenning van de schuld. De beslissing van het hof is genomen op 6 mei 2014 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.