Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest d.d. 25 februari 2014
[appellante],
STICHTING MAASDELTA GROEP,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Verdere beoordeling
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat door [appellante] is ingesteld tegen Stichting Maasdelta Groep. De zaak betreft een huurgeschil waarbij [appellante] een woning huurt van Maasdelta en in betalingsproblemen verkeert. Op 30 december 2013 heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 13 december 2013 was gewezen. In dat vonnis werd [appellante] veroordeeld tot ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huur.
De feiten zijn als volgt: [appellante] huurt een woning voor een maandhuur van € 610,07 en heeft een betalingsachterstand opgebouwd. In een eerder vonnis van 11 oktober 2011 is [appellante] al veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.081,18 en ontruiming van de woning. Maasdelta heeft meerdere keren geprobeerd de ontruiming door te zetten, maar dit is steeds uitgesteld. In het hoger beroep heeft [appellante] tien grieven aangevoerd, maar het hof oordeelt dat de grieven falen.
Het hof stelt vast dat [appellante] niet heeft voldaan aan haar betalingsverplichtingen en dat er geen nieuwe huurovereenkomst tot stand is gekomen. De betalingsachterstand is opgelopen tot € 5.256,76 en Maasdelta heeft een valide belang bij de executie van het ontruimingsvonnis. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt [appellante] in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan op 25 februari 2014 door het Gerechtshof Den Haag, waarbij de proceskosten aan de zijde van Maasdelta zijn begroot op € 1.577,-, inclusief griffierecht en salaris advocaat. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad.