ECLI:NL:GHDHA:2014:1244
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij inschrijving van een zaak door gedaagde m.o.o. proceskostenveroordeling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, ging het om een hoger beroep van [appellante] tegen een eindvonnis van de rechtbank Middelburg. De zaak had betrekking op een geschil tussen [appellante], wonende te Sluis, en [geïntimeerde], wonende te IJzendijke. Het hoger beroep werd ingesteld op 16 september 2008, na een eindvonnis van 18 juni 2008 van de kantonrechter. De kantonrechter had geoordeeld dat [appellante] misbruik had gemaakt van haar procesrecht door een dagvaarding in te schrijven bij de sector kanton, terwijl zij wist dat de zaak bij de sector civiel moest worden behandeld. Dit leidde tot onnodige kosten voor [geïntimeerde].
Het hof bevestigde de bevindingen van de kantonrechter en oordeelde dat de grieven van [appellante] faalden. Het hof stelde vast dat [appellante] op de hoogte was van de intenties van [geïntimeerde] om de zaak bij de sector civiel aan te brengen, maar desondanks de dagvaarding bij de sector kanton had laten inschrijven. Dit leidde tot een proceskostenveroordeling ten nadele van [appellante]. Het hof bekrachtigde de bestreden vonnissen en veroordeelde [appellante] in de proceskosten in hoger beroep, die werden begroot op € 254,- aan griffierecht en € 894,- aan salaris advocaat. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van een voortvarende procesgang en het vermijden van onnodige kosten in rechtszaken. Het hof oordeelde dat de mogelijkheid voor gedaagde om een zaak in te schrijven niet bedoeld is voor situaties waarin de gedaagde al op de hoogte is van de juiste procedurele gang van zaken. De zaak illustreert de noodzaak voor partijen om zorgvuldig om te gaan met hun procesrecht en de gevolgen van misbruik daarvan.