1.Partijen zijn niet opgekomen tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank onder 2. van het bestreden vonnis, zodat het hof ook van deze feiten zal uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende.
1.1.[appellante] is eigenaresse van de onroerende zaken aan de [adres 1] en de [adres 2] te Leiden.
1.2.In 2003 heeft [appellante] achter de videotheek aan de [adres 1], met een ingang aan de [adres 2], inpandig 13 appartementen gebouwd, zonder dat zij hiertoe beschikte over een daartoe strekkende bouwvergunning.
1.3.Bij besluit van 21 januari 2009 hebben burgemeester en wethouders van de Gemeente (hierna: B&W) [appellante] gelast om binnen 13 weken na verzending van de lastgeving “er voor te zorgen dat de met artikel 40 van de Woningwet eerste lid, de aanhef en onder a en b van de Woningwet strijdige situatie ongedaan wordt gemaakt, dat wil zeggen dat de dertien clandestiene appartementen gelegen achter de videotheek aan de [adres 1] worden verwijderd en verwijderd gehouden, en de bouwkundige situatie wordt teruggebracht in de oorspronkelijke legale toestand, te weten de laatstvergunde situatie”. Voorts is hierbij [appellante] bestuursdwang aangezegd met de bepaling dat de kosten van bestuursdwang op haar zouden worden verhaald.
1.4.Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief van 16 maart 2009 een bezwaarschrift ingediend. B&W hebben dit bezwaar bij besluit van 27 oktober 2009 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft [appellante] geen beroep ingesteld.
1.5.Op 9 juli 2009 heeft sloopbedrijf E. van Diemen Sloop B.V. (hierna: Van Diemen Sloop) aan de Gemeente een offerte uitgebracht voor de sloop van de 13 appartementen. De offerte sluit op een bedrag van € 50.410,- exclusief BTW. Deze offerte heeft de Gemeente aanvaard.
1.6.Op 4 januari 2010 heeft Van Diemen Sloop haar werkzaamheden gestart. Deze werkzaamheden hebben enkele weken geduurd.
1.7.Bij brief van 10 maart 2010 hebben B&W naar aanleiding van de toepassing van bestuursdwang aan [appellante] een bedrag van € 76.711,48 in rekening gebracht. Dit bedrag is onbetaald gebleven.
1.8.Op 3 november 2010 hebben B&W een dwangbevel tot betaling van voormeld bedrag van € 76.711,48, te vermeerderen met rente en kosten, uitgebracht. Hierbij is [appellante] bevel gedaan tot betaling van € 79.163,95, bestaande uit een hoofdsom van € 76.711,48, € 580,06 aan rente, € 1.500,- aan incassokosten, € 285,- aan BTW en € 87,41 aan explootkosten.
1.9.Het onder 1.8. bedoelde dwangbevel is bij exploot van 10 februari 2011 met toepassing van artikel 47 Rv betekend door achterlating in een gesloten enveloppe aan het adres [adres 3] te Leiden. [appellante] stond daar sinds 7 januari 2011 niet meer ingeschreven.
1.10.In opdracht van [appellante] heeft de heer [betrokkene] van Visiplan B.V. te Delft een onderzoek verricht naar de - volgens [appellante] - door Van Diemen Sloop teveel uitgevoerde sloopwerkzaamheden. Van de bevindingen heeft Visiplan B.V. op 12 januari 2011 rapport uitgebracht.