In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de Gemeente Zoeterwoude jegens [appellant], een architect die percelen heeft gekocht van het Waterschap. [appellant] heeft in hoger beroep beroep gedaan op onjuiste inlichtingen die door de Gemeente zijn verstrekt met betrekking tot de bestemmingsplannen en de mogelijkheid om de percelen als woning te gebruiken. De Gemeente had in eerdere correspondentie aangegeven geen principiële bezwaren te hebben tegen de restauratie van de betrokken woning, maar [appellant] stelt dat hij, als hij juiste informatie had ontvangen, nooit tot aankoop van de percelen zou zijn overgegaan.
Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van onjuiste inlichtingen of gerechtvaardigd vertrouwen. De Gemeente heeft weliswaar medewerking verleend aan de plannen van [appellant], maar dit betekent niet dat er een garantie was dat de plannen ook daadwerkelijk konden worden uitgevoerd. Het hof oordeelt dat [appellant] als architect had moeten begrijpen dat de uiteindelijke goedkeuring van de plannen afhankelijk was van andere overheden en dat de Gemeente niet altijd het laatste woord heeft in bouwplannen.
De grieven van [appellant] zijn verworpen en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de vorderingen van [appellant] zijn afgewezen. Tevens is [appellant] veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente in hoger beroep. Dit arrest is gewezen op 22 oktober 2013 en is openbaar uitgesproken.