Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest d.d. 22 oktober 2013
BNP PARIBAS LEASING SOLUTIONS N.V.,
)N.V.,
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen BNP Paribas Leasing Solutions N.V. (voorheen Fortis Lease) en de Ontvanger van de Belastingdienst Haaglanden. Fortis Lease had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage van 5 oktober 2011, waarin de vorderingen van Fortis Lease tot opheffing van bodembeslag op haar machines werden afgewezen. De zaak draait om de vraag of de bodemverhuurconstructie die Fortis Lease met [X] B.V. had gesloten, invloed had op de rechtsgeldigheid van het bodembeslag dat door de Ontvanger was gelegd op de productieruimte van [X].
Bij de beoordeling van het hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat geen grieven waren gericht tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten. Fortis Lease had machines geleased aan [X], die op 25 augustus 2009 in staat van faillissement was verklaard. De Ontvanger had op 28 augustus 2009 bodembeslag gelegd op de productieruimte waar de machines zich bevonden. Fortis Lease vorderde vernietiging van het vonnis en stelde dat de machines niet door het bodembeslag waren getroffen en dat de opbrengst aan haar toekwam.
Het hof oordeelde dat de bodemverhuurconstructie niet in de weg stond aan het bodembeslag. Het hof concludeerde dat Fortis Lease een gerechtvaardigd belang had bij de bodemverhuurconstructie om haar eigendom veilig te stellen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en verklaarde voor recht dat het bodembeslag geen doel had getroffen wat betreft de aan Fortis Lease toebehorende machines. De Ontvanger werd veroordeeld in de kosten van beide instanties.