Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaak- en rolnummer rechtbank : 1112513 CV EXPL 11-10720
Arrest van 2 juli 2013
de maatschap PKF WALLAST,
INTEGIS B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
ook overschrijding bespreken en de noodzaak ervan.”
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van PKF Wallast tegen een vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, dat op 19 januari 2012 is gewezen. PKF Wallast, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.P.J. Elshof, heeft in hoger beroep de vordering van Integis B.V. aangevochten. Integis, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Spanjer, vorderde betaling van een restantfactuur van € 11.900,- voor onderzoekswerkzaamheden die zij had verricht voor PKF Wallast in opdracht van Voetbalvereniging NAC. De rechtbank had de vordering integraal toegewezen, ondanks het feit dat PKF Wallast geen schriftelijke toestemming had gegeven voor een overschrijding van het aantal afgesproken uren.
De kern van het geschil draait om de vraag of Integis gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de toestemming van PKF Wallast om door te gaan met de werkzaamheden, ondanks de overschrijding van het budget. Het hof oordeelt dat PKF Wallast, gezien de grote tijdsdruk en de belangen die op het spel stonden, in redelijkheid had moeten reageren op de communicatie van Integis. Het hof stelt vast dat PKF Wallast te passief heeft gehandeld en onvoldoende voortvarend heeft gereageerd op de situatie, waardoor Integis in redelijkheid kon menen dat zij toestemming had om door te gaan met de werkzaamheden.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt PKF Wallast in de proceskosten van Integis in appel. De proceskosten worden begroot op € 1.815,- aan griffierecht en € 894,- aan salaris advocaat. Het arrest is gewezen op 2 juli 2013 door de rechters M.A.F. Tan-de Sonnaville, J.E.H.M. Pinckaers en E.M. Dousma-Valk.