Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 11 juni 2013
[appellant],
DFA Service B.V.,
Het verdere verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- [appellant] heeft een tandheelkundige behandeling ondergaan bij [X] (hierna: [X]) te Amsterdam. [X] heeft hiervoor op 3 augustus 2009 een factuur aan [appellant] gestuurd van € 2475,60. De factuur is gesteld op naam van Dental Pars, de eenmanszaak van [X]. Na een klacht van [appellant] over de behandeling heeft [X] een deel van de factuur gecrediteerd en een aangepaste factuur verzonden van € 1512,10.
- DFA draagt zorg voor de facturering en inning van de vergoeding van behandelingen die patiënten hebben ondergaan bij (onder meer) tandartsen die zijn aangesloten bij DFA. Daartoe worden de vorderingen ter zake van verrichte behandelingen door de betrokken tandartsen aan DFA gecedeerd.
- DFA vordert in deze procedure betaling door [appellant] van voormeld factuurbedrag van € 1.512,10 met rente en kosten, tezamen een bedrag van € 1.835,35.
- De kantonrechter heeft de vordering van DFA bij verstek toegewezen, en het door [appellant] ingestelde verzet tegen dit vonnis ongegrond verklaard. Hiervan is [appellant] in hoger beroep gekomen.
- Met [X] bedoelt [appellant]: [X] (hierna: [X]).
- [X] is geen tandarts maar tandtechnicus. Hij was blijkens informatie van de Kamer van Koophandel ten tijde van de door hem verrichte tandheelkundige werkzaamheden tevens bestuurder van een eenmanszaak, gevestigd aan[adres] in Amsterdam, welke eenmanszaak handelde onder de namen Tandheelkundig Centrum Amsterdam, TTL Dental Pars, White Teeth Fashion en White Tooth Fashion. [X] verrichtte blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel uitdrukkelijk geen tandheelkundige werkzaamheden, maar zijn eenmanszaak betrof – kort gezegd - een groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten en artikelen.
- De facturen die [X] aan [appellant] heeft gestuurd en de herinneringen en aanmaningen zijn niet gesteld op naam van tandarts [Y], zoals de rechtbank overweegt, maar op naam van Dental Pars, de eenmanszaak van [X].
- De rechtbank is derhalve uitgegaan van onjuiste feiten en omstandigheden.
- Juist is dat de facturen zijn verzonden namens Dental Pars, tevens handelende onder de naam Tandheelkundig Centrum Amsterdam. Dit is inderdaad een voormalige eenmanszaak van [X].
- Tussen DFA en Dental Pars bestond een overeenkomst op grond waarvan DFA zorg draagt voor de facturering en inning van de vergoeding van behandelingen die patiënten hebben ondergaan bij onder meer tandartsen die bij DFA zijn aangesloten (productie 12 bij memorie van antwoord). Deze overeenkomst is namens Tandheelkundig Centrum Amsterdam gesloten door tandarts [Y].
- Tandarts [Y] was in dienst bij Dental Pars, tevens handelende onder de naam Tandheelkundig Centrum Amsterdam, de eenmanszaak van [X]. [X] was de eigenaar van de tandartsenpraktijk, dit is toegestaan en komt vaker voor.
Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- verklaart het verzet gegrond;
- vernietigt het verstekvonnis van de rechtbank Den Haag, sector kanton, locatie Delft van 23 september 2010;
- wijst de vorderingen van DFA af;
- veroordeelt DFA in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 450,- voor salaris advocaat;
- veroordeelt DFA in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 381,81 aan verschotten en € 1.264,- aan salaris advocaat;