ECLI:NL:GHDHA:2013:1007

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
200.013.263
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de echtheid van een handtekening onder een overeenkomst

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep inzake een deskundigenonderzoek naar de echtheid van een handtekening onder een overeenkomst van 22 april 2004. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.M.A. Lensen, heeft de zaak aangespannen tegen een aantal erfgenamen en de Nederlandse Weverij Vera B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J.C.M. Berbée-van Koningsbruggen. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 5 maart 2013 R. ter Kuile-Haller benoemd als deskundige, maar na een melding van de advocaat van de geïntimeerden dat zij eerder contact had gehad met Ter Kuile-Haller, heeft deze zich teruggetrokken. Het hof heeft vervolgens ing. C. Verhulst van het Nederlands Forensisch Instituut benoemd als nieuwe deskundige. Het hof heeft de deskundige gevraagd om vast te stellen of de handtekening onder de overeenkomst daadwerkelijk is geplaatst door de erflater en om eventuele opmerkingen te maken over het onderzoek. De raadsheer-commissaris, mr. M.J. van der Ven, is aangesteld om toezicht te houden op het deskundigenonderzoek. Het hof heeft bepaald dat de deskundige zijn onderzoek zelfstandig zal verrichten, maar onder leiding van de raadsheer-commissaris indien nodig. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 3.300,-- exclusief BTW, en partijen zijn verzocht om het benodigde referentiemateriaal aan de deskundige te verstrekken. De zaak is aangehouden voor een deskundigenbericht, dat uiterlijk op 10 september 2013 moet worden ingediend.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.013.263/02
Zaak-/rolnummer rechtbank : 48148 / HA ZA 05-294

arrest d.d. 23 april 2013

inzake
[naam],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. R.M.A. Lensen te [woonplaats],
tegen

1.a.[naam],

wonende te [woonplaats],
1b.
[naam],
wonende te [woonplaats],
1c.
[naam],
wonende te [woonplaats],
1d.
[naam],
wonende te [woonplaats],
1e.
[naam],
wonende te [woonplaats],
1f.
[naam],
wonende te Oostende, België,
1g
[naam],
wonende te [woonplaats],
1h
[naam],
wonende te [woonplaats],
allen erfgenaam van wijlen
[naam],
hierna gezamenlijk te noemen: de erven,
2.
Nederlandse Weverij Vera B.V.,
gevestigd te Sint Jansteen, gemeente [woonplaats],
hierna te noemen: Vera,
geïntimeerden,
alle tezamen te noemen: [geïntimeerden]
advocaat: mr. J.C.M. Berbée-van Koningsbruggen te [woonplaats].

Het verdere verloop van het geding

1.
Voor de loop van het geding tot het tussenarrest van 5 maart 2013, verwijst het hof naar dat tussenarrest. In dat tussenarrest heeft het hof R. ter Kuile-Haller te Den Haag als deskundige benoemd. Bij e-mailbericht van 14 maart 2013 heeft de advocaat van [geïntimeerden] zich tot de contactpersoon inzake deskundigenbenoemingen van het hof gewend en gemeld dat haar tijdens haar zoektocht naar referentiemateriaal is gebleken zij in 2005 (toch) contact heeft gehad met Ter Kuile-Haller over deze zaak, hetgeen er overigens niet toe heeft geleid dat Ter Kuile-Haller een advies heeft uitgebracht.

De verdere beoordeling van het hoger beroep

1.
Het hof blijft bij hetgeen het in zijn tussenarresten van 19 juni 2012 en 5 maart 2013 heeft overwogen en beslist, voor zover hierna niet anders wordt overwogen.
2.
Naar aanleiding van voormeld e-mailbericht van 14 maart 2013 heeft de contactpersoon inzake deskundigenbenoemingen van het hof contact opgenomen met Ter Kuile-Haller en haar van de bevindingen van de advocaat van [geïntimeerden] op de hoogte gebracht. Ter Kuile-Haller heeft vervolgens aangegeven dat zij het verstandiger acht zich terug te trekken als deskundige. Het hof ziet hierin aanleiding een andere deskundige in haar plaats te benoemen.
3.
Het hof zal in de plaats van Ter Kuile-Haller benoemen ing. C. Verhulst (team Handschrift-, Document- en Vingersporenonderzoek van het Nederlands Forensich Instituut). Verhulst heeft aan de contactpersoon van het hof inzake deskundigenbenoemingen te kennen gegeven vrij te staan ten opzichte van de onderhavige zaak en de partijen, over de deskundigheid te beschikken om in deze zaak op te treden en bereid te zijn een eventuele benoeming te aanvaarden. In geval van benoeming verlangt hij een voorschot van € 3.300,-- (excl. BTW). Partijen hebben zich per e-mail kunnen uitlaten over deze deskundige en het voorschot. Beide partijen hebben aan het hof laten weten dat zij zich kunnen verenigen met de benoeming van genoemde deskundige en het door hem verlangde voorschot.
4.
Dit betekent dat het hof thans aan voornoemde deskundige zal verzoeken de volgende vragen te beantwoorden:
i. Kunt u vaststellen of de handtekening onder de overeenkomst van 22 april 2004 is geplaatst door [erflater]?;
i. Indien u van mening bent dat niet met aan zekerheid grenzende mate van waarschijnlijkheid is vast te stellen of de handtekening onder de overeenkomst van 22 april 2004 al dan niet van [erflater] is: is dit dan toe te rekenen aan het ontbreken van bruikbaar referentiemateriaal of aan andere factoren?
i. Heeft u als deskundige verder nog van belang zijnde opmerkingen?
5.
Het hof gaat er (nog steeds) van uit dat [appellant] aan de deskundige de originele overeenkomst van 22 april 2004 zal doen toekomen, en dat [geïntimeerden] zal zorg dragen voor het door de deskundige benodigde referentiemateriaal.
Raadsheer-Commissaris:
6.
Het hof zal tot raadsheer-commissaris benoemen mr. M.J. van der Ven. Het hof zal bepalen dat de deskundige zijn onderzoek in beginsel zelfstandig zal verrichten, doch indien de raadsheer-commissaris daartoe aanleiding ziet, onder haar leiding.
Communicatie:
7.
Indien de deskundige vragen heeft over de inhoud van zijn opdracht of over de te volgen procedure, kan hij zich wenden tot de raadsheer-commissaris via de contactpersoon A.R. Vonk, e-mailadres: a.r.vonk@rechtspraak.nl, onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer. De contactpersoon of de raadsheer-commissaris zal de deskundige berichten.
8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

Beslissing

Het hof:
- benoemt in de plaats van Ter Kuile-Haller als deskundige in deze zaak:
Ing. C. Verhulst,
Team Handschrift-, Document- en Vingersporenonderzoek,
Nederlands Forensisch Instituut;
kantooradres: Laan van Ypenburg 6, 2497GB Den Haag;
Postadres: Postbus 24044, 2490AA Den Haag;
telefoonnummer: 070 – 8886330 / 06 - 42340325;
e-mail:
k.verhulst@nfi.minvenj.nl.
met het verzoek aan het hof bericht uit te brengen omtrent de onder rechtsoverweging 4. vermelde vragen;
  • benoemt tot raadsheer-commissaris mr. M.J. van der Ven. Bepaalt dat de deskundige zijn onderzoek in beginsel zelfstandig zal verrichten, doch indien de raadsheer-commissaris daartoe aanleiding ziet, onder haar leiding;
  • bepaalt dat de deskundige bij het verrichten van zijn werkzaamheden naast de normen van zijn beroepsgroep tevens de leidraad deskundigen in civiele zaken in acht dient te nemen;
  • bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden niet zal behoeven aan te vangen voordat door [appellant] als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek een bedrag van € 3.993,-- (incl. BTW) zal zijn gestort op bankrekeningnummer 56.99.90.580 ten name van Ministerie van Justitie MvJ Arrondissement Den Haag 537, zulks onder vermelding: "voorschot deskundige Gerechtshof Den Haag" alsmede de namen van partijen en het zaaknummer;
  • bepaalt dat dit voorschot uiterlijk vier weken na heden moet zijn voldaan. De griffier zal aan de deskundige mededeling doen van de ontvangst van het voorschot;
  • bepaalt dat de deskundige zijn schriftelijk bericht ter griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-267A) zal deponeren vóór 10 september 2013. Uit dat bericht moet blijken:
  • bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit bericht een declaratie van loon en kosten ter griffie zal indienen onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer;
  • wijst partijen erop dat indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doen toekomen, daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij dient te worden verstrekt;
  • bepaalt dat [appellant] het procesdossier, alsmede de originele akte van 22 april 2004 binnen één maand na heden aan de deskundige ter hand zal stellen;
  • bepaalt dat [geïntimeerden] het benodigde referentiemateriaal binnen één maand na heden aan de deskundige ter hand zal stellen;
  • verwijst de zaak naar de rol van 10 september 2013 voor deskundigenbericht. Indien de deskundige zijn schriftelijk bericht niet vóór die datum kan deponeren, dient de deskundige uiterlijk twee weken voor deze datum aan de raadsheer-commissaris te verzoeken om een nadere datum voor het deponeren van het deskundigenbericht, via de griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-267A);
  • bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest aan de deskundige alsmede aan Ter Kuile-Haller zendt;
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A. Dupain, M.J. van der Ven en H.Th. Bouma en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 april 2013 in aanwezigheid van de griffier.