ECLI:NL:GHARN:2012:BX8860
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onbevoegdheid en kostenveroordeling in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Bora Borgh Beheer B.V. en Shotblastsupport B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Almelo, waarin de rechtbank zich relatief onbevoegd heeft verklaard en de zaak heeft verwezen naar een andere rechter. De rechtbank had op 9 november 2011 een proceskostenveroordeling uitgesproken, waartegen Bora c.s. in hoger beroep zijn gegaan. Het hof overweegt dat ingevolge artikel 110 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) tegen een vonnis waarin de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard, geen hogere voorziening is toegelaten. De enkele omstandigheid dat de rechtbank in het vonnis een proceskostenveroordeling heeft uitgesproken, maakt dit niet anders. Het hof stelt vast dat de beoordeling van de kostenbeslissing in hoger beroep in de regel een (her)beoordeling van de beslissing over de toe- of afwijzing van de incidentele vordering vergt, wat ingevolge artikel 110 lid 3 Rv uitgesloten is. Bora c.s. zijn niet-ontvankelijk in hun hoger beroep en worden veroordeeld in de kosten daarvan. De kosten van Kaltenbach in dit hoger beroep worden begroot op € 666,- voor verschotten en € 894,- voor salaris advocaat, overeenkomstig het liquidatietarief. Het hof verklaart het arrest uitvoerbaar bij voorraad.