ECLI:NL:GHARN:2012:BW8373
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- R.A. Zuidema
- H. de Hek
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Vraag of geïntimeerde voor zichzelf of voor zijn vennootschap heeft gehandeld
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, stond de vraag centraal of de geïntimeerde, [geïntimeerde], handelde voor zichzelf of voor zijn vennootschap, Zinkunie. Het hof oordeelde na bewijslevering dat [geïntimeerde] voor zijn vennootschap heeft gehandeld en niet persoonlijk gebonden is. De zaak begon met een hoger beroep van Stacon Beheer B.V. tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. Tijdens de procedure zijn getuigenverhoren gehouden, waarbij zowel [geïntimeerde] als vertegenwoordigers van Stacon verklaringen hebben afgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat in de branche waarin partijen actief zijn, de dga en diens vennootschap vaak met elkaar worden vereenzelvigd. Dit werd bevestigd door getuigen die verklaarden dat zij [geïntimeerde] altijd als het gezicht van Zinkunie beschouwden.
Het hof heeft verder overwogen dat de verklaringen van getuigen en de omstandigheden rondom de onderhandelingen erop wijzen dat [geïntimeerde] niet voor zichzelf handelde, maar voor Zinkunie. Dit werd ondersteund door verklaringen van getuigen die betrokken waren bij de onderhandelingen en die bevestigden dat Zinkunie de overnemende partij zou zijn. Het hof concludeerde dat Stacon geen vordering op [geïntimeerde] in privé had, maar op Zinkunie, aangezien [geïntimeerde] bij de onderhandelingen namens Zinkunie optrad. De vordering van [geïntimeerde] tot betaling van een gebruiksvergoeding door Stacon werd afgewezen, omdat hij geen tegenprestatie had geleverd voor het gebruik van het pand. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor zover het in conventie was gewezen en wees de vordering van [geïntimeerde] toe tot een bedrag van € 125.000,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 april 2007. Stacon werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in eerste aanleg en in appel.