Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 november 2013,
- het proces-verbaal van comparitie van 25 maart 2014.
2.De feiten
LEVERING, REGISTERGOED, GEBRUIK
(€ 850.000,00). Deze koopsom is onderdeel van een nog nader overeen te komen koopsom omvattende de algehele bedrijfsoverdracht.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Juridisch standpunt” gesteld dat bij Stacon – waarmee wordt bedoeld Stacon
Beheer– het gerechtvaardigd vertrouwen in het welslagen van de onderhandelingen en in het tot stand komen van een overeenkomst is gewekt (pt. 34). Ook nadat door Zinkunie bij antwoord op dit punt verweer is gevoerd, hebben Stacon Beheer en Stacon Plaatbewerking hun stellingen aangaande de aansprakelijkheid jegens laatstgenoemde niet van verdere onderbouwing voorzien. Van aansprakelijkheid van Zinkunie jegens Stacon Plaatbewerking is reeds gelet op het vorenstaande geen sprake. Dat een deel van de gevorderde schade subsidiair schade van Stacon Plaatbewerking zou kunnen zijn – zoals door de advocaat van Stacon Beheer en Stacon Plaatbewerking ter comparitie is aangevoerd – geeft – wat daar overigens van zij – geen grond voor aansprakelijkheid. Wat partijen hierover verder over en weer hebben aangevoerd behoeft derhalve geen bespreking. De vorderingen voor zover ingesteld door Stacon Plaatbewerking worden afgewezen.
datStacon Plaatbewerking door Zinkunie zou worden overgenomen, verwijst Stacon Beheer naar de hiervoor onder 2.4 genoemde akte van levering, waarin is te lezen dat tussen partijen een mondelinge overeenkomst ter zake de algehele bedrijfsovername is gesloten. De rechtbank overweegt dat de rechtbank Zwolle-Lelystad in de bij haar gevoerde procedure uitvoerig is ingegaan op het feit dat de notaris in de akte heeft opgenomen dat tussen de koper en verkoper een mondelinge overeenkomst was gesloten inhoudende algehele bedrijfsovername. Zinkunie betwist in de onderhavige procedure de juistheid van wat de notaris in de akte heeft opgenomen. Zoals uit het navolgende zal blijken is de rechtbank gelet op het verdere verloop van de onderhandelingen en wat zich feitelijk heeft voorgedaan tussen Stacon Beheer en Zinkunie van oordeel dat verder onderzoek naar de bedoeling van de betreffende passage in de akte van levering niet relevant is voor de beantwoording van de vraag of het Zinkunie vrij stond om de onderhandelingen met Stacon Beheer af te breken.
- rapport van 5 november 2012 (prod. 29 dagv.),
- rapport van 3 november 2009 (onderdeel van prod. 30 dagv.),
- aanvulling van 24 september 2010 op rapport van 3 november 2009 (onderdeel van prod. 30 dagv.),
- aanvulling van 21 februari 2011 op het rapport van 3 november 2009 (onderdeel van prod. 30 dagv.).
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)