ECLI:NL:GHARN:2012:BW4746
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende handel in pillen met mCCP onder de Geneesmiddelenwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 mei 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Utrecht. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk in voorraad hebben van een geneesmiddel, in de vorm van tabletten die metachloorphenylpiperazine (mCCP) zouden bevatten, zonder dat hiervoor een handelsvergunning bestond. De tenlastelegging betrof een grote hoeveelheid tabletten, die op 8 december 2009 in de gemeente Utrecht in beslag waren genomen.
Tijdens de zitting heeft het hof vastgesteld dat de bij de verdachte aangetroffen tabletten niet als geneesmiddel konden worden gekwalificeerd. De bewijsvoering was onvoldoende om aan te tonen dat de tabletten een werkzame dosis van mCCP bevatten. Het hof oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de stof in de tabletten niet volstond om te concluderen dat deze als geneesmiddel konden worden aangemerkt, omdat er geen bewijs was dat de tabletten therapeutische of profylactische eigenschappen bezaten.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing is gebaseerd op de richtlijnen van het Hof van Justitie van de Europese Unie, die stellen dat voor de kwalificatie als geneesmiddel aan bepaalde criteria moet worden voldaan, waaronder het toedieningscriterium en het aandieningscriterium. De uiterlijke kenmerken van de tabletten, zoals kleur en opdruk, wekten volgens het hof niet de indruk dat het product als geneesmiddel werd aangeboden.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van voldoende bewijs bij de kwalificatie van stoffen als geneesmiddel onder de Geneesmiddelenwet. De verdachte werd vrijgesproken en de in beslag genomen pillen werden teruggegeven.