ECLI:NL:GHARN:2012:BW4742
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid verhuurder voor schade door lekkage vanuit bovenliggende woning
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 1 mei 2012, staat de vraag centraal of de verhuurder aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit een lekkage afkomstig van de boven de verhuurde woning gelegen woning. De zaak is een hoger beroep tegen een tussenvonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin de rechtbank de appellanten had toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. E. Douma, hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 12 januari 2011, waarin de rechtbank hen niet-ontvankelijk verklaarde in hun hoger beroep tegen het tussenvonnis van 12 januari 2011. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. K. Dirlik, heeft incidenteel appel ingesteld.
Het hof heeft in zijn arrest geoordeeld dat zowel het principaal als het incidenteel appel niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat hoger beroep van een tussenvonnis slechts tegelijk met dat van het eindvonnis kan worden ingesteld, tenzij de rechter anders heeft bepaald. In dit geval heeft de rechtbank niet afzonderlijk hoger beroep van het tussenvonnis toegelaten, en er is geen bewijs dat de rechtbank later toestemming heeft gegeven voor het instellen van hoger beroep tegen het tussenvonnis.
De beslissing van het hof houdt in dat de appellanten in het ongelijk zijn gesteld en veroordeeld worden in de kosten van het principaal appel, terwijl de geïntimeerde in het ongelijk is gesteld in het incidenteel appel en ook in de kosten daarvan wordt veroordeeld. De kostenveroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de partijen de kosten direct moeten voldoen, ongeacht eventuele verdere procedures.