ECLI:NL:GHARN:2010:BP1093
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- M.E.L. Fikkers
- R.A. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor arbeidsongeval door uitschietende koevoet
In deze zaak gaat het om de vraag of de werkgever, [Ramenfabriek] B.V., aansprakelijk is voor een arbeidsongeval dat zich heeft voorgedaan op 15 oktober 2004, waarbij de appellant, een monteur, letsel heeft opgelopen door een uitschietende koevoet. De appellant was in dienst bij [Ramenfabriek] en had op 11 februari 2002 zijn arbeidsovereenkomst getekend. De arbeidsovereenkomst eindigde in december 2006. Tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden is de koevoet uitgeschoten en heeft deze het gelaat van de appellant geraakt, wat heeft geleid tot schade aan zijn gebit.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van de appellant afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat de werkgever haar zorgplicht had geschonden. De kantonrechter verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd gesteld dat een werkgever niet verplicht is om maatregelen te nemen tegen risico's die voor werknemers bekend zijn. De appellant heeft hoger beroep ingesteld en stelt dat de werkgever hem een gelaatsmasker had moeten verstrekken, aangezien het risico van uitschietende gereedschappen niet te verwaarlozen is.
Het hof heeft de grieven van de appellant besproken en geconcludeerd dat de werkgever niet in gebreke is gebleven. Het hof oordeelt dat de werkgever niet verplicht was om een gelaatsmasker te verstrekken, omdat het risico van een uitschietende koevoet niet specifiek was voor de werkzaamheden van de appellant en de werkgever niet op de hoogte was van een verhoogd risico. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep.