ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8771
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- M.E.B. Rasing
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in strafzaak na beëindiging eerste aanleg
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 september 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot toekenning van een vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand. De verzoeker, die in eerste aanleg was vrijgesproken, had een verzoek ingediend op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De zaak was beëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, waardoor de verzoeker aanspraak kon maken op een vergoeding voor de kosten van zijn raadsman. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot toekenning van een vergoeding, maar het hof oordeelde dat de toevoeging van de raadsman voor de eerste aanleg niet was beëindigd of ingetrokken. Hierdoor werd geen vergoeding in de kosten van de raadsman toegekend, conform artikel 44a van de Wet op de rechtsbijstand.
Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig was ingediend en ontvankelijk was. De verzoeker had een voorschot van € 5.000 betaald aan zijn gekozen raadsman, maar deze had de rechtbank en de Raad voor Rechtsbijstand niet op de hoogte gesteld van deze afspraak. Het hof heeft de landelijke aanbeveling inzake verzoekschriften schadevergoeding in acht genomen en heeft besloten om een vergoeding van € 540 toe te kennen voor de kosten verbonden aan de indiening en behandeling van het verzoekschrift. De overige verzoeken werden afgewezen.
De beschikking werd gegeven door mr. E.A.K.G. Ruys, voorzitter, en mr. M.E.B. Rasing, griffier, en werd uitgesproken ter openbare zitting. De griffier werd opgedragen om het toegekende bedrag over te maken op het bankrekeningnummer van de verzoeker.