ECLI:NL:GHARN:2009:BI2820
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding en schadebeperkingsplicht bij uitbraak van Aviaire Influenza onder broedeieren
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 24 maart 2009, staat de schadevergoeding centraal die voortvloeit uit de uitbraak van Aviaire Influenza onder broedeieren. De appellante, een maatschap, heeft een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, een besloten vennootschap, met betrekking tot schadevergoeding die zij stelt te hebben geleden door de uitbraak van de ziekte. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 22 juli 2008, waarin het hof de appellante had opgedragen om zich te uiten over haar schadebeperkingsplicht en de compensatieregelingen waar zij mogelijk gebruik van heeft gemaakt. De appellante heeft erkend dat zij slechts een beperkte compensatie heeft ontvangen van € 9.112,74, wat niet in verhouding staat tot de totale schade die zij vordert.
De appellante vordert een schadevergoeding van € 34.946,53, waarbij zij haar compensatie reeds heeft verdisconteerd. De geïntimeerde heeft echter nieuwe verweren ingebracht, die het hof als te laat en in strijd met de goede procesorde beschouwt. Het hof oordeelt dat de geïntimeerde niet tijdig heeft gereageerd op de vorderingen van de appellante en dat de nieuwe verweren niet in aanmerking kunnen worden genomen. Het hof wijst de vordering van de appellante toe, met inachtneming van de wettelijke rente en de kosten van beide instanties.
De beslissing van het hof is dat de geïntimeerde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en dat de kosten van de procedure aan de geïntimeerde worden opgelegd. Dit arrest is gewezen in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.