ECLI:NL:GHARN:2009:BI1455
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling onroerendezaakbelasting voor diplomatiek personeel
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 1 april 2009, staat de vraag centraal of de belanghebbende, een diplomatiek persoon, recht heeft op vrijstelling van de onroerendezaakbelasting voor het jaar 2003. De belanghebbende had een aanslag in de onroerendezaakbelastingen ontvangen van de gemeente Onderbanken, welke na bezwaar door de heffingsambtenaar was gehandhaafd. De belanghebbende ging in beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het beroep ongegrond verklaarde. Echter, de Hoge Raad vernietigde deze uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem.
Tijdens de zitting erkende de heffingsambtenaar dat de belanghebbende op basis van zijn verblijfsstatus recht had op vrijstelling van de onroerendezaakbelasting, zoals vastgelegd in de Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen. Dit leidde tot de conclusie dat de aanslag niet in stand kon blijven. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de belastingaanslag, en gelastte de gemeente Onderbanken om het griffierecht van € 37 aan de belanghebbende te vergoeden.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De procedure voor het indienen van een cassatieberoep werd duidelijk uiteengezet, inclusief de vereisten voor het beroepschrift.