ECLI:NL:GHARN:2007:BC6131
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding voor ondergane voorlopige hechtenis en verzekering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 januari 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die op 13 april 2004 in verzekering was gesteld, heeft een periode van 21 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 3 dagen in een politiecel. De voorlopige hechtenis eindigde op 7 mei 2004. Het hof heeft vastgesteld dat de psychiatrische toestand van verzoeker een aanzienlijke impact heeft gehad door de inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis. Dit leidde tot de conclusie dat het billijk was om een hogere vergoeding toe te kennen dan de gebruikelijke forfaitaire vergoeding.
Het hof heeft de vergoeding vastgesteld op € 285,- per dag voor de dagen in verzekering en € 210,- per dag voor de dagen in voorlopige hechtenis, wat resulteert in een totaalbedrag van € 6.615,-. De advocaat-generaal heeft in de openbare raadkamer van 18 december 2006 zijn eerdere schriftelijke conclusie herhaald, terwijl de raadsman van verzoeker het verzoek heeft gepersisteerd. Het hof heeft de ontvankelijkheid van het verzoekschrift bevestigd en geoordeeld dat de bijzondere omstandigheden van het geval aanleiding geven tot een hogere schadevergoeding.
De beschikking is gegeven door de rechters in de raadkamer, waarbij de voorzitter en de griffier de beschikking hebben ondertekend. Het hof heeft de griffier opgedragen het toegekende bedrag over te maken op het bankrekeningnummer van verzoeker. De uitspraak is openbaar gedaan en de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, aangezien verzoeker eerder vrijgesproken was van de hem ten laste gelegde feiten.