ECLI:NL:GHARN:2005:BD5233
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- H.Y. Buyne
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkheid verzoekster in schadevergoeding ex artikel 89 Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 november 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Arnhem van 10 december 2004. De rechtbank had verzoekster ontvankelijk verklaard in haar verzoekschrift op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, waarin zij schadevergoeding vroeg voor de tijd die zij in verzekering had doorgebracht. Verzoekster had haar verzoek anoniem ingediend en haar personalia niet bekendgemaakt, wat leidde tot de vraag of zij ontvankelijk kon worden verklaard in haar verzoek.
Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster op 29 november 2003 als verdachte was aangehouden en dat zij tijdens de behandeling in raadkamer haar anonimiteit had gehandhaafd. De officier van justitie stelde dat verzoekster ten onrechte ontvankelijk was verklaard, omdat zij haar identiteit niet had prijsgegeven. Het hof heeft de relevante jurisprudentie van de Hoge Raad in overweging genomen, waarin is bepaald dat een verdachte die anoniem blijft, geen rechtsmiddel kan aanwenden tegen een einduitspraak zonder bekendmaking van zijn persoonsgegevens.
Het hof concludeert dat verzoekster, door haar anonimiteit te handhaven, niet in staat is om haar verzoek op een juiste manier te onderbouwen. Dit bemoeilijkt de beoordeling van de vraag of er gronden van billijkheid zijn voor een schadevergoeding. Het hof heeft uiteindelijk het hoger beroep gegrond verklaard, de beschikking van de rechtbank vernietigd en verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoekschrift. De uitspraak benadrukt het belang van bekendmaking van persoonsgegevens in het kader van strafvorderlijke procedures.