Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- nagekomen producties (foto’s) van [appellanten]
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling van 14 januari 2025.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“(…) Echter u plaatst uw auto zodanig dat u, maar ook uw bezoek, altijd gebruik moet maken van een stuk (geen stukje) van het perceel van cliënten, lopend, fietsend, scooter, etc. om uw voordeur te bereiken, terwijl cliënten nimmer gebruik maken van uw perceel. (…). Deze situatie is makkelijk op te lossen namelijk om uw auto’s zodanig te parkeren waardoor er wel vrije toegang over uw perceel naar uw woning en de openbare weg is en client de draai kan maken om van en naar zijn eigen perceel te gaan en/of de openbare weg te bereiken, conform vonnis [hof: het vonnis van 7 maart 2018]. En u hoeft dan niet meer over het perceel van cliënten te gaan.
“(…) Ad 1. Namens cliënten verzoek ik u zo nodig sommeer ik om vanaf heden de auto’s zo te parkeren dat u, uw bezoek, leveranciers, etc. niet meer over het perceel van cliënten hoeven te komen en te gaan en dat u uw auto’s zodanig parkeert zoals in het vonnis is bepaald opdat cliënten hun auto op een fatsoenlijke wijze kunnen parkeren of op de toe rit naar hun woning.(…)”