1.
hij op/in de periode van 22 september 2022 tot en met 26 september 2022, te [plaats] en/of [plaats] ( [gemeente] ), althans in Nederland, een ambtenaar, te weten [slachtoffer 1] ( manager Sociaal Domein bij de [gemeente] ), heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling door
- op 22 september 2022 in een sms-bericht aan een medewerker van het Zorg- en Veiligheidshuis [locatie] te vermelden dat hij, verdachte, op maandag om 12:00 uur op [locatie] in gesprek wil met [slachtoffer 1] , en/of
- (vervolgens) op 26 september 2022 in een telefoongesprek met een medewerker van het Zorg- en Veiligheidshuis [locatie] te zeggen dat hij, verdachte, terug zal komen met een mes als hij het gebouw van de [gemeente] niet binnen zou komen en/of liever [slachtoffer 1] nog wat aan wil doen en/of neer zou steken met een mes en dan levenslang moet zitten met TBS, dan dat hij zijn leven kapot zou laten maken en/of (vervolgens) een mes zou gaan halen om één van die nazi’s neer te steken, en/of - (vervolgens) zich op 26 september 2022 omstreeks 12:00 uur bij het gemeentehuis op te houden en/of meermalen tegen de (toegangs)deur van het gemeentehuis te trappen, althans woorden en/of gedragingen van gelijke strekking en/of dreigende aard, welke woorden en/of gedragingen, althans de (dreigende) inhoud daarvan, [slachtoffer 1] via een ander heeft bereikt;
2.
hij op/in de periode van 23 maart 2022 tot en met 28 maart 2022 te [plaats] , althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] een brief te sturen welke onder meer de navolgende dreigende tekst bevatte: “Je executie zal binnenkort worden uitgevoerd”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;