Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de hoofdverblijfplaats van een minderjarige en de vervangende toestemming voor een verhuizing naar Brazilië. De verzoekster, een Braziliaanse, en de verweerster, die ook de Braziliaanse en Portugese nationaliteit heeft, zijn de ouders van de minderjarige, geboren in 2021. Na hun verhuizing naar Nederland in januari 2023 is de relatie tussen de ouders in juni 2023 beëindigd. De verzoekster heeft op 11 maart 2024 een echtscheidingsverzoek ingediend. De verweerster heeft in juli 2024 met toestemming van de verzoekster met de minderjarige naar Brazilië gereisd voor een vakantie, maar heeft besloten daar te blijven. De rechtbank Midden-Nederland heeft in haar beschikking van 18 september 2024 de echtscheiding uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de verweerster bepaald, evenals vervangende toestemming voor de verhuizing naar Brazilië. De verzoekster is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 januari 2025 heeft het hof de belangen van de minderjarige afgewogen en geconcludeerd dat de situatie in Brazilië voor de minderjarige beter is, gezien de familiebanden en de culturele achtergrond. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond. De verweerster heeft de verplichting om de band van de minderjarige met de verzoekster in stand te houden, en er zijn afspraken gemaakt over het contact tussen de minderjarige en de verzoekster.