ECLI:NL:GHARL:2025:397

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
200.335.415/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake non-conformiteit bij de koop van een tweedehands auto

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende de koop van een tweedehands Mercedes-Benz. [appellant] had de auto op 12 november 2022 gekocht voor een bedrag dat door partijen wordt betwist, en klaagde over motorische gebreken die kort na de aankoop zijn opgetreden. Hij vorderde ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopprijs, maar de kantonrechter had deze vorderingen afgewezen. In hoger beroep heeft [appellant] zijn eis verminderd en vorderde hij nu een lagere koopsom. Het hof oordeelde dat de bestreden uitspraak in stand blijft, omdat de auto niet non-conform was. Het hof overwoog dat [appellant] bij de aankoop van een tweedehands auto van 7 jaar oud met een hoge kilometerstand niet kon verwachten dat de auto vrij zou zijn van gebreken. Het hof concludeerde dat de kapotte dieselverstuiver geen non-conformiteit opleverde, omdat de auto geschikt was voor normaal gebruik en er geen gevaar voor de verkeersveiligheid was aangetoond. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.335.415/01
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere 10391862
arrest van 28 januari 2025
in de zaak van
[appellant],
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de kantonrechter optrad als eiser,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. S. Yadegari in Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] h.o.d.n. [naam1],
die woont in [woonplaats2] ,
en bij de kantonrechter optrad als gedaagde,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. R.J. van der Leest in Kampen.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

Na het arrest van 11 juni 2024 heeft op 14 oktober 2024 een enkelvoudige mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevaagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1
In deze zaak klaagt [appellant] over motorische gebreken die kort na de koop van een tweedehands (in ieder geval gebruikte) Mercedes zijn opgetreden. Dat heeft de volgende achtergrond.
2.2
Op 12 november 2022 heeft [appellant] voor € 10.000,- of € 14.250,- (partijen twisten daarover) een gebruikte Mercedes-Benz C220 CDI van [geïntimeerde] gekocht. Volgens het kentekenbewijs is de auto voor het eerst op 28 januari 2015 geregistreerd. [geïntimeerde] handelde bij deze transactie bedrijfsmatig. Ongeveer een maand later, op 14 december 2022, is de auto door de ANWB weggesleept.
2.3
[appellant] heeft bij de kantonrechter primair ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopprijs gevorderd (volgens hem € 14.250,-). Ook wil hij dat [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom wordt veroordeeld een vrijwaringsbewijs af te geven en de auto op te halen. Subsidiair heeft [appellant] gevorderd te bepalen dat hij gerechtigd is om de auto door een derde te laten herstellen en de kosten daarvan op [geïntimeerde] te verhalen. Primair en subsidiair heeft [appellant] daarnaast vergoeding van de motorrijtuigenbelasting en verzekeringspremies gevorderd voor de periode dat de auto stuk was totdat deze kon worden geschorst, en van stallingskosten vanaf 19 januari 2023 en buitengerechtelijke incassokosten.
2.4
De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat de vorderingen alsnog worden toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft mr. Yadegari de eis van [appellant] echter wel verminderd. Het hof begrijpt dat [appellant] nu vordert de koopsom te bepalen op € 5.750,-. Mr. Yadegari concludeert dat [appellant] dus € 8.500,- te veel heeft betaald.

3.Het oordeel van het hof

Inleiding
3.1
Het hof zal oordelen dat de bestreden uitspraak in stand blijft. Dat wordt hierna uitgelegd. De bezwaren (grieven) zullen daarbij thematisch worden behandeld.
Non-conformiteit
3.2
[appellant] baseert zijn vordering op de stelling dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt en daarmee non-conform is. Het hof zal oordelen dat daarvan geen sprake is. Daarom kan de vraag onbesproken blijven of [geïntimeerde] aansprakelijk is op grond van het argument dat de auto zonder garantie is verkocht - zoals dat tussen autohandelaren gebruikelijk is.
3.3
Bij de beoordeling gaat het hof veronderstellenderwijs ervan uit dat de aankoop van de auto door [appellant] een consumentenkoop is in de zin van artikel 7:5 lid 1 BW, dat [geïntimeerde] handelt in de uitoefening van een bedrijf en dat [appellant] een natuurlijke persoon is die niet handelt in de uitoefening van een bedrijf. Gelet op de stukken is het hof van oordeel dat aan de (pre)contractuele informatieplichten als genoemd in artikel 6:230l BW is voldaan.
3.4
Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW moet een afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Gelet op het tweede lid van dit artikel beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten (en is daarmee sprake van non-conformiteit). De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik van de zaak nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen.
3.5
Het conformiteitsvereiste is voor een consumentenkoop tegen de achtergrond van de genoemde bepaling nader uitgewerkt in artikel 7:18 en 18a BW. Voor de vraag of een op grond van een consumentenkoop afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt, moet de zaak met name voldoen aan in deze bepalingen nader omschreven eisen, voor zover die in een concreet geval van toepassing zijn.
3.6
De wetgever heeft onderscheid gemaakt tussen zogenoemde subjectieve (artikel 7:18 lid 1 BW) en objectieve (artikel 7:18 lid 2 BW) conformiteitseisen. Die sluiten op elkaar aan, maar zijn niet altijd strikt te scheiden. Zo moet de zaak (voor zover van toepassing) wat betreft de beschrijving, het type en kwaliteit voldoen aan de overeenkomst (artikel 7:18 lid 1 sub a BW) en moet de zaak geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor zaken van hetzelfde type gewoonlijk worden gebruikt alsook de kenmerken bezitten, onder meer met betrekking tot duurzaamheid en functionaliteit, die voor hetzelfde type zaken normaal zijn en die de koper redelijkerwijs mag verwachten, gelet op onder meer de aard van de zaak (artikel 7:18 lid 2 sub a respectievelijk sub d BW). Een afwijking van de objectieve conformiteitseisen is alleen mogelijk als de consument hiervan uitdrukkelijk in kennis is gesteld én de consument die afwijking uitdrukkelijk en afzonderlijk heeft aanvaard (artikel 7:18 lid 6 BW).
3.7
Van belang is verder dat volgens vaste rechtspraak [1] bij de koop van een tweedehandsauto die bestemd is om aan het verkeer deel te nemen, wordt aangenomen - overeenkomstig de huidige objectieve conformiteitsmaatstaven in het geval van consumentenkoop - dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt als het gebruik van de auto een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert door een gebrek dat niet eenvoudig door de koper kan worden ontdekt en hersteld. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Onder omstandigheden kunnen ook andere afwijkingen van de verwachtingen non-conformiteit opleveren. Bezien moet worden wat de koper die tevens consument is, op grond van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de zaak en de mededelingen van de verkoper van de auto mocht verwachten. Een en ander moet worden getoetst aan artikel 7:17, artikel 7:18 en artikel 7:18a BW. De stelplicht en bewijslast van de non-conformiteit van de auto rusten op de koper.
3.8
Bij een consumentenkoop geldt verder het wettelijke bewijsvermoeden van artikel 7:18a lid 2 BW. Indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. Het is vervolgens aan de verkoper om te stellen en te bewijzen dat de zaak bij aflevering wel aan de overeenkomst beantwoordde.
Wat is het technische gebrek?
3.9
[appellant] stelt dat de dieselverstuiver en cilinder kapot waren. Dat de cilinder kapot was, wordt betwist en blijkt nergens uit. Het hof stelt dan ook vast dat de dieselverstuiver kapot was. ANWB Wegenwacht heeft namelijk op 13 december 2022 geconstateerd: “
Diesel verstuiver, gebrek: Defect, resultaat: (te) grote reparatie, Auto niet rijdbaar.” ANWB Wegenwacht maakt geen melding van een kapotte cilinder. Dit volgt ook niet uit de offerte van Garage A&B van 18 januari 2023. Daarin staat:

1 diagnose van onregelmatig lopen motor. (verstuiver gewisseld van 2E met 1E zoderresultaat verdere compressie gemeten cilinder 2 comressieverlies, in carterruimte1 voor verdere diagnose moet cilinderkop gedemonteerd worden, hoodwaarschijnlijk heeft de zuiger schade opgelopen, oorzaak verstuiverdefect, bij deze adviseer ik een andere motor of eventueel motor revissie bijde reparaties zijn bijna gelijk aan kosten een schatting van +/- 6000 ex euro.
3.1
Garage A&B adviseert weliswaar een andere motor te plaatsen, maar schrijft niet op wat daadwerkelijk mis is met de oude motor, anders dan een ‘verstuiverdefect’. Vaststaat ook dat deze garage niet in de motor heeft gekeken en daarover uit eigen onderzoek niets kon zeggen. Het op de zitting volgehouden standpunt dat de motor weldegelijk geheel moet worden vervangen, is niet nader onderbouwd en daarom niet komen vast te staan.
3.11
[appellant] stelt in hoger beroep verder dat hij geen service kreeg van [geïntimeerde] , wat ook non-conformiteit met zich zou brengen. Dat standpunt gaat niet op. De vraag of sprake is van non-conformiteit heeft betrekking op de afgeleverde zaak. Het niet verlenen van service betreft niet eigenschappen of kenmerken van de afgeleverde zaak. Die moeten als verplichting uit de koopovereenkomst voorvloeien. Dat dit is overeengekomen (de service, wat daarmee ook precies mag zijn bedoeld) wordt betwist en is niet gebleken.
3.12
[appellant] stelt ook nog dat de auto tot aan de levering 7 keer is geregistreerd en in het verleden 5 keer ernstig is beschadigd, waardoor het onveilig is ermee te rijden. Hij verwijt [geïntimeerde] dat hem dat niet is verteld. [appellant] heeft alleen niet toegelicht welke gebreken aanleiding waren voor de herregistraties en welke andere gebreken dan een kapotte dieselverstuiver ten tijde van de aankoop aanwezig waren die hij niet hoefde te verwachten.
3.13
Bij de verdere beoordeling beperkt het hof zich daarom tot de kapotte dieselverstuiver.
Levert het technische gebrek non-conformiteit op?
3.14
De vraag is of de afgeleverde auto door de kapotte dieselverstuiver non-conform is en daarmee niet aan de overeenkomst beantwoordt. Dit is naar het oordeel van het hof niet het geval. [appellant] mocht op grond van de overeenkomst verwachten dat de auto geschikt was voor normaal gebruik, te weten dat daarmee op de openbare weg mocht en kon worden gereden. In dit verband is onvoldoende gemotiveerd door hem gesteld dat de auto dusdanige gebreken had, dat de auto wegens gevaar voor de verkeersveiligheid de weg niet op mocht. De proefrit is zonder problemen verlopen en vaststaat ook dat de auto een maand zonder problemen heeft gefunctioneerd. [appellant] heeft er meer dan 3000 kilometer mee gereden.
3.15
Voor wat betreft de aard van de zaak geldt het volgende.
Het gaat hier om een tweedehandsauto van 7 jaar oud met een kilometerstand van 292.000 km. Dit was [appellant] bij de koop bekend. [appellant] mocht om deze reden redelijkerwijs niet verwachten dat de auto geen enkel technisch gebrek zou hebben, vrij zou blijven van gebreken of geen reparatie nodig zou hebben. Een auto is bij normaal gebruik onderhevig aan slijtage en in het algemeen geldt dat de kans op technische gebreken groter wordt naarmate de auto ouder is en meer kilometers heeft gereden. Dat geldt ook voor een dieselverstuiver van een dergelijke auto. Dit algemene gegeven is verdisconteerd in de koopprijs van een gebruikte auto, die doorgaans lager is dan die van een nieuwe. Een koper van een gebruikte auto op leeftijd met een fikse kilometerstand moet er dan ook rekening mee houden dat een dergelijke auto kenmerken bezit die voor dit type zaken normaal zijn en die van invloed zijn op de duurzaamheid en functionaliteit. Dit betekent dat de koper er in het algemeen rekening mee moet houden dat de auto eerder gebreken zal vertonen dan een nieuwe auto en eerder regulier onderhoud nodig zal hebben. Een kapotte dieselverstuiver kan in beginsel ook op eenvoudige wijzen voor € 600,- of € 700,- worden vervangen. Een afwijking van objectieve conformiteitseisen in de zin van artikel 7:18 lid 2 BW (eventueel in samenhang gelezen met artikel 7:18 lid 6 BW) oftewel een afwijking van het gebruikelijke, betekent dit nog niet.
3.16
Van belang is verder dat [appellant] zich bij de koop heeft laten bijstaan door een door hem meegenomen monteur, die ook onder de motorkap van de auto heeft gekeken. [appellant] heeft vervolgens het aanbod om een aankoopkeuring te laten doen afgeslagen, hoewel [geïntimeerde] hem had medegedeeld dat hij de auto net binnen had en nog niet had nagekeken. [geïntimeerde] heeft deze stelling onderbouwd met een schriftelijke verklaring van [naam2] en [appellant] heeft daar onvoldoende tegen ingebracht. Een schriftelijke acceptatie dat [geïntimeerde] de auto niet had nagekeken was, anders dan [appellant] lijkt te veronderstellen, niet vereist omdat dit gegeven geen specifiek kenmerk van de auto zelf is in de zin van artikel 7:18 lid 2 juncto lid 6 BW. [appellant] heeft de factuur overigens ook ondertekend waarop het volgende stond vermeld: “
GEEN GARANTIE, TENZIJ ANDERS VERMELDT!! ZOALS GEZIEN EN BEREDEN EN AKKOORD BEVONDEN!!!”.
[appellant] verwijt [geïntimeerde] schending van de mededelingsplicht, wat [geïntimeerde] betwist. Gelet op die betwisting lag het op de weg van [appellant] om zijn stelling dat [geïntimeerde] wist of kon weten van een kapotte dieselverstuiver te onderbouwen. [appellant] heeft dat nagelaten. Het verwijt van [appellant] is niet komen vast te staan.
3.17
Bij dit alles is niet doorslaggevend of de koopprijs € 14.250,- was of slechts € 10.000,-, omdat niet is aangevoerd dat de overeengekomen prijs hoger is dan de prijs die gebruikelijk is voor een dergelijke auto met een dergelijke historie.
De conclusie
3.18
Het hoger beroep slaagt niet. Omdat [appellant] in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof hem tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [2]

4.De beslissing

Het hof:
4.1
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere van 27 september 2023;
4.2
veroordeelt [appellant] tot betaling van de volgende proceskosten van [geïntimeerde] :
€ 343,- aan griffierecht
€ 2.428,- aan salaris van de advocaat van [geïntimeerde] (2 procespunten x appeltarief II)
4.3
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
4.4
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
4.5
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, M.M.A. Wind en J.E. Wichers en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2025.

Voetnoten

1.Vergelijk onder meer HR 15 april 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1338 en HR 8 juli 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3097.
2.HR 10 juni 2022, ECLI: NL:HR:2022:853.