ECLI:NL:GHARL:2025:2436

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
21-001291-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grootschalige beleggingsfraude door Centurion Vastgoed B.V.

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die samen met twee anderen leiding gaf aan Centurion Vastgoed B.V. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor het plegen van grootschalige beleggingsfraude. Meer dan 600 beleggers zijn door de verdachte en zijn mededaders voor meer dan 26 miljoen euro opgelicht met een vastgoedproject in Costa Rica. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, bedrieglijke bankbreuk, valsheid in geschrift en gewoontewitwassen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, en de verdachte is ook aansprakelijk gesteld voor de schade die is geleden door de beleggers. De zaak is complex, met een lange procesgang die begon in 2016, en omvatte meerdere rechtszaken en een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad. De verdachte heeft geen inzicht getoond in de ernst van zijn daden en heeft zich niet verantwoordelijk gevoeld voor de gevolgen voor de slachtoffers. Het hof heeft de strafmaat gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, maar heeft desondanks een aanzienlijke gevangenisstraf opgelegd.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001291-21
Uitspraak d.d.: 23 april 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 20 juli 2016 met parketnummer 08-996022-15 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
wonende te [postcode] [plaats] , [adres] .

1.Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

2.Onderzoek van de zaak

Dit arrest is – na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad – gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 maart 2025, welk onderzoek is gesloten ter terechtzitting van 23 april 2025, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. V.A. van Biljouw, naar voren is gebracht. Verder heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door de [benadeelde 1] , vertegenwoordigd door mr. J.W.P.M. van der Velden en mr. P. Laaper, namens de daarbij aangesloten beleggers naar voren is gebracht.

3.Procesgang

In eerste aanleg is verdachte bij voornoemd vonnis – kort en zakelijk weergegeven – voor de volgende feiten, te weten:
1. primair:
Feitelijk leiding geven aan oplichting, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2. primair:
Feitelijk leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
3. primair:
Feitelijk leiding geven aan valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
4:
Medeplegen van gewoontewitwassen,
veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest, het openbaar maken van de uitspraak op
www.rechtspraak.nlen de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen, genoemd op de lijst inbeslagname, met uitzondering van een horloge van het merk Rado. De [benadeelde 1] is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, heeft bij arrest van 12 juni 2019, parketnummer 21-004495-16, verdachte voor het onder 1 tot en met 3 telkens als primair tenlastegelegde en het onder 4 tenlastegelegde veroordeeld tot onder meer een gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van voorarrest.
Tegen dit arrest heeft verdachte op 12 juni 2019 beroep in cassatie ingesteld.
Bij arrest van 16 maart 2021 heeft de Hoge Raad het arrest van het hof van 12 juni 2019 vernietigd. De Hoge Raad heeft de zaak teruggewezen naar dit hof teneinde de zaak opnieuw te berechten en af te doen.
Het vorenstaande betekent dat de zaak in volle omvang opnieuw ter beoordeling aan het hof voorligt.

4.Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een enigszins andere bewijsbeslissing komt. Ook komt het hof tot een andere strafoplegging en andere beslissingen ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde 1] en de inbeslaggenomen voorwerpen. Het hof doet daarom opnieuw recht.

5.De tenlastelegging

De tenlastelegging zoals deze luidt na de vordering nadere omschrijving tenlastelegging in eerste aanleg is als bijlage 3 aan dit arrest gehecht.
De verdenking komt er – kort en zakelijk weergegeven – op neer dat verdachte er van wordt verdacht dat:
feit 1: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014, al dan niet samen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV waarbij een groot aantal personen met oplichtingsmiddelen is bewogen geld af te geven (in totaal voor een bedrag van € 26.093.555 ) voor beleggingen in vastgoed door Centurion Vastgoed BV;
dan wel dat hij die oplichting zelf heeft (mede)gepleegd;
dan wel dat hij in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014, al dan niet samen met anderen feitelijke leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV, waarbij van een groot aantal personen ingelegde geldbedragen zijn verduisterd (in totaal voor een bedrag van € 26.093.555);
dan wel dat hij die verduistering zelf heeft (mede)gepleegd;
feit 2: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met de dag van dagvaarding, al dan niet samen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV waarbij bedrieglijke bankbreuk is gepleegd door lasten te verdichten en/of geld/goederen aan de boedel te onttrekken:
dan wel dat hij die bedrieglijke bankbreuk zelf heeft (mede)gepleegd;
feit 3: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014, al dan niet samen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven aan Centurion Vastgoed BV waarbij een tweetal arbeidsovereenkomsten, een vaststellings- dan wel beëindigings-overeenkomst, een werkgeversverklaring en een loonspecificatie valselijk zijn opgemaakt;
dan wel dat hij die valsheid zelf heeft (mede)gepleegd;
feit 4: hij in de periode van 12 december 2008 tot en met de dag van dagvaarding, al dan niet samen met anderen opzettelijk geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer
€ 21.471,662 of € 16.507.852) heeft witgewassen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

6.Standpunten advocaat-generaal en de verdediging

6.1
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld – kort en zakelijk weergegeven – dat het vonnis van de rechtbank dient te worden bevestigd voor wat betreft het daarin bewezenverklaarde onder de feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich, op grond van hetgeen in de pleitnotities is opgenomen, op het standpunt gesteld dat Centurion Vastgoed BV niet heeft gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling. Bij het project zijn diverse professionele partijen ingeschakeld, was er vijf jaar lang intensief contact met de AFM en heeft Centurion bij ieder beleggingsproduct gewezen op de risico’s. Bovendien is, anders dan bij een zogenaamde ponzi-fraude, daadwerkelijk voor miljoenen aan vastgoed aangekocht in Costa Rica.
Wat betreft de tenlastegelegde oplichtingsmiddelen heeft de verdediging uitvoerig betoogd dat daarvan geen sprake is, dan wel dat deze niet of in onvoldoende mate hebben kunnen bijdragen aan het bewegen van beleggers tot het doen van een investering. Onder meer is betoogd dat het project Vista Verde mislukt was maar dat daarover de beleggers geïnformeerd zijn en dat hun obligatieleningen 1, 2 en 3 allemaal zijn ingelost ondanks die tegenslag. Door de inlossing van die obligatieleningen 1, 2 en 3 is geen valse verwachting gewekt en eventueel is daarmee een belegger bewogen om (het hof begrijpt: al dan niet opnieuw) te investeren. Bovendien konden de beleggers in Vista Verde uitstappen maar hebben zij dat, op 1 belegger na, niet gedaan, aldus verdachte en de verdediging. Centurion heeft niet misleidend geïnformeerd over de besteding van de investeringsbedragen en/of de kosten en het eigendomsrecht kwam wel in handen van Centurion Vastgoed. Indien en voor zover inleggelden zijn gebruikt voor andere projecten dan vermeld in de brochures, dan had verdachte bij die projecten of uitgaven althans bestedingen geen strafrechtelijk verwijtbare betrokkenheid. Voorts was sprake van toezicht door accountants en was ook sprake van taxaties.
De verdediging heeft daarom vrijspraak bepleit van de onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde oplichting. Wat betreft de onder 1 meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde verduistering heeft de verdediging eveneens vrijspraak bepleit, nu het bestanddeel wederrechtelijk niet kan worden bewezen.
Voor zover het hof anders zou oordelen, heeft de verdediging bepleit dat verdachte in elk geval dient te worden vrijgesproken van oplichting in de periode van 12 december 2008 tot 10 oktober 2011, omdat de beleggers zich pas konden inschrijven voor Centurion Vastgoed Winst Certificaten vanaf 10 oktober 2011 en de daarvóór uitgegeven obligatieleningen I, II en III geen deel uit maken van het onderzoek. Het was niet van meet af aan de bedoeling om de beleggers hun rente en inleg (terug) te betalen via de inleg van anderen. Dat is enkel gebeurd omdat het project Vista Verde niet is gelopen zoals gepland. Van het oogmerk op wederrechtelijke bevoordeling is ook om die reden van december 2008 tot in oktober 2011 geen sprake geweest. Van feitelijk leidinggeven in de periode van 10 juli 2013 tot en met 31 juli 2014 is geen sprake geweest, nu verdachte zich vanwege zijn problematische thuissituatie helemaal had teruggetrokken en vanaf 10 juli 2013 geen relevante bemoeienissen meer heeft gehad bij Centurion.
Ook voor feit 2 heeft de verdediging vrijspraak bepleit. [naam accountant 1] heeft pas op 26 maart 2014 gemaild over een onvermijdelijk faillissement en verdachte was toen al lang uit beeld. Dat een faillissement altijd al op de loer heeft gelegen is onjuist. Van feitelijk leidinggeven of medeplegen is naar het oordeel van de verdediging onvoldoende gebleken, nu verdachte al sinds bijna een jaar voor die mail niet meer betrokken was bij Centurion.
Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Wat betreft feit 4 is primair vrijspraak verzocht gelet op de gevoerde verweren ten aanzien van de feiten 1 en 2. Subsidiair heeft de verdediging zich ter zake feit 4 gerefereerd aan het oordeel van het hof.

7.De bewijsoverwegingen van het hof

Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de bijlage bij dit arrest (bijlage 2). Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het hof overweegt hiertoe in het bijzonder het volgende.
7.1
Feiten en omstandigheden
Centurion Vastgoed B.V. (hierna te noemen Centurion) is opgericht op 5 september 2000,
oorspronkelijk onder de naam Twentestede B.V. De bedrijfsvoering is in het uittreksel van
de Kamer van Koophandel aanvankelijk omschreven als “het voeren van administraties”.
Met ingang van 12 december 2008 is de bedrijfsvoering onder de inmiddels gewijzigde
handelsnaam omschreven als “het financieren van vastgoedprojecten”. In de periode 12
december 2008 tot 13 februari 2014 is [verdachte] statutair bestuurder geweest van Centurion.
Vanaf 13 februari 2014 was [medeverdachte 1] statutair bestuurder. [medeverdachte 2] was bestuurder van de Stichting Derdengelden Centurion. Op 31 juli 2014 is Centurion door de rechtbank Gelderland failliet verklaard.
In de periode voorafgaand aan 20 oktober 2011 heeft Centurion beleggingsproducten onder
de naam “Obligatielening I, II en III” op de markt gebracht. Met de gelden van de inleggers
zijn gronden gekocht in Costa Rica onder de projectnaam “Vista Verde”. Dit project was
geen succes en heeft in 2010/2011 geleid tot een tekort gelegen tussen de € 2,5 en 3,4 miljoen.
In de periode vanaf 20 oktober 2011 lag de focus van Centurion op het binnenhalen van nieuw geld. In die periode heeft Centurion een 13-tal producten op de markt
gebracht onder de namen: Obligatielening IV, V en VI, Gemina, CWC en CWC+, CWW, CWW+, Goldplan, VIP-plan I, II en III en Rendementsplan.
Zij heeft dit gedaan door middel van het verkopen van deze producten aan meer dan 600 particulieren. Beleggers hebben voor een bedrag van € 26.093.555,- aan gelden,
vorderingen en eigendomsrechten ingelegd. Een bedrag van € 21.471.662,- is door middel
van bancaire overboekingen binnengekomen en een bedrag van € 4.621.893,- betreft
omzetting van vorderingen in beleggingsproducten en (gedeeltelijke) eigendomsoverdracht
van door Centurion aangekochte kavels.
Het hof ziet, gelet op het bovenstaande, 20 oktober 2011 als begindatum van de bewezen verklaarde feiten.
Het in de periode na 20 oktober 2011 van de inleggers per bank ontvangen geldbedrag ad
€ 21.471.662,- heeft Centurion vervolgens als volgt aangewend:
- een bedrag van € 5.067.335 is uitbetaald in Costa Rica, waaronder een bedrag van
€ 103.525,- aan Soul Provider S.A.,
- een bedrag van € 1.528.526,- is betaald aan eerdere inleggers (Obligaties II en III),
- een bedrag van € 2.368.998,- is betaald aan eerdere kaveleigenaren,
- een bedrag van € 1.957.009,- is betaald aan de inleggers van de overige producten.
Daarnaast is € 1.444.488,- besteed aan het project Saint Kitts en is er in totaal voor een bedrag groot € 6.866.236,- aan operationele kosten gemaakt.
Aan de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is aan salaris, onkosten en andere uitgaven in totaal een bedrag van € 2.543.089,- betaald.
7.2
Overwegingen met betrekking tot feit 1
Potentiële beleggers zijn door middel van advertenties benaderd voor het afnemen van één of meer beleggingsproducten met betrekking tot Centurion. Bij getoonde interesse werd door medewerkers van Centurion vervolgens de brochure toegestuurd en telefonisch en/of persoonlijk contact opgenomen met beleggers. De brochure had als doel het informeren van beleggers over het project, de financiële vooruitzichten van Centurion en de kenmerken van de uit te geven beleggingsproducten en de daaraan verbonden zekerheden. Verdachte is nauw betrokken geweest bij het opstellen van de inhoud van de brochure.
Bij een aantal producten (Obligatielening IV, V, en VI en Gemina) is nadrukkelijk gesteld dat controle en toezicht op de besteding van gelden, met name of het aangekochte onroerende goed wel overeenkomt met hetgeen wordt beloofd, (periodiek) zal plaatsvinden door een onafhankelijke Nederlandse registeraccountant. Voorts is aangegeven dat er behoudens de in de investeringsbegroting en in de rendementsprognose genoemde kosten geen overige kosten zouden zijn. Betalingen van inleggelden zouden plaatsvinden op een bankrekening van de Stichting Derdengelden Centurion, welke stichting los zou staan van Centurion. De door Centurion aan te kopen kavels zouden volledig in eigendom komen van Centurion. Tevens werd telkenmale aangegeven dat sprake was van “ (een) project waar (Centurion) reeds meerdere malen succesvol investeerde”. De accountantsrapportages zouden aan de AFM zijn verstrekt.
Aan beleggers is medegedeeld dat taxaties zouden geschieden door onafhankelijke experts of beëdigd makelaars/taxateurs.
De in de tenlastelegging genoemde beleggers hebben verklaard dat zij op grond van aanbiedingsmateriaal, websites, telefonisch, per mail en/of anderszins en de daarin opgenomen/vermelde zekerheden zijn overgegaan tot het inleggen van gelden. In het hiernavolgende wordt gesproken over “brochure”, ook als het specifieke aanbiedingsmateriaal die term niet bevat.
Aan de hand van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen constateert het hof dat er door Centurion vanaf 11 oktober 2011 is gehandeld in strijd met de in de brochures en overig voornoemd materiaal opgenomen zekerheden. Het hof wijst hiertoe op de volgende feiten en omstandigheden.
Tot oktober 2011 heeft Centurion drie producten op de markt gebracht (Obligatielening I, II en III). Van de inleg van die producten is het project Vista Verde gestart. Dit project was echter verliesgevend en heeft geleid tot een verlies van enkele miljoenen. Dit verlies is minstgenomen deels ten laste gebracht van de opbrengst van de vanaf 11 oktober 2011 door Centurion op de markt gebrachte nieuwe beleggingsproducten. De inleggers zijn van deze verrekening, anders dan door de verdediging is betoogd, niet op voorhand en/of op een duidelijke wijze op de hoogte gesteld. Anders dan door de verdediging ter terechtzitting is gesteld, blijkt dit evenmin uit de bij de pleitnota overgelegde bijlagen, waarbij de verdediging in het bijzonder heeft verwezen naar bijlage 3 (D-127, p. 2/16). Het hof constateert dat ook daarin niet (voldoende) duidelijk staat vermeld dat eerdere inleggers van Vista Verde zijn gecompenseerd met inleggelden van nieuwe beleggers in de producten die na 11 oktober 2011 door Centurion op de markt zijn gebracht.
In de brochures van na oktober 2011 werd per product een (investerings-)begroting opgenomen. Weliswaar was binnen Centurion bekend wat per belegger was ingelegd en in welk product, maar nergens uit het dossier blijkt dat door Centurion per beleggingsproduct werd bijgehouden wat er aan kosten werd uitgegeven. Zo blijkt uit de brief van 14 juli 2014 van de accountant [naam accountant 2] aan Centurion Vastgoed naar aanleiding van de vragen van de AFM dat door Centurion nimmer een vastlegging c.q. registratie van de financiële gegevens per product heeft plaatsgevonden. [naam accountant 2] schrijft onder meer dat de financiële administratie is gevoerd zonder rekening te houden met de specifieke branche waarin Centurion opereert en zonder rekening te houden met mogelijke informatiebehoeften van zowel interne als externe belanghebbenden (o.a. investeerders en de AFM).
Ook uit het hierboven opgenomen overzicht van de aanwending van de totale binnengekomen inleggelden van ruim € 21 miljoen, blijkt dat er veel meer aan kosten en andere bestedingen is uitgegeven dan in de diverse brochures (in de (investerings-)begroting) werd vermeld.
Hoewel de inleggers allen een product kochten van Centurion en dus een vordering op deze
vennootschap verkregen, kwamen de inleggelden in eerste instantie niet binnen op een
bankrekening van Centurion. Het bancair ingelegde bedrag van € 21.471.662,- is nagenoeg geheel binnengekomen op één van de bankrekeningen van de Stichting
Derdengelden Centurion, waarvan [medeverdachte 2] de statutair bestuurder was. Alle geldbedragen werden in een spreekwoordelijke “grote pot” gestort. Vanuit deze grote pot werden gelden eerst naar een bankrekening van Centurion en van daaruit naar diverse aan Centurion gelieerde binnenlandse en buitenlandse vennootschappen overgeboekt. Zoals al vermeld, werd geen administratie per beleggingsproduct gevoerd. Weliswaar was uit de administratie zoals opgemerkt duidelijk welke inlegger met welk bedrag in welk product had ingelegd, maar niet werd geadministreerd welke kosten op welk product betrekking hadden.
Dat vanuit Centurion formeel enige (juridische) zeggenschap bestond over De Stichting
Derdengelden Centurion of deze (buitenlandse) vennootschappen, is niet gebleken. Evenmin is gebleken dat Centurion, voor zover er met de ingelegde gelden in vastgoed gerelateerde projecten werd geïnvesteerd, enige formele zeggenschap had over de opbrengsten daarvan, dan wel daarmee enig eigendomsrecht verwierf.
Met Centurion onderhield de Stichting Derdengelden Centurion echter wel een rekening-courant verhouding; de Stichting Derdengelden Centurion functioneerde feitelijk als een bankrekening van Centurion. Het hof stelt vast dat, hoewel Centurion naar beleggers deed voorkomen dat inleggelden werden afgeschermd via voornoemde stichting, in de praktijk vanuit Centurion werd bepaald wat er met de via de stichting ingelegde gelden gebeurde. De onafhankelijkheid die werd gepretendeerd, bleek aldus feitelijk niet te bestaan.
Anders dan aan de beleggers werd voorgehouden en door de verdediging in hoger beroep is gesteld, werd de met de ingelegde gelden in Costa Rica aangekochte grond geen eigendom van Centurion Vastgoed, maar van Centurion Projects & Development S.A. (CPD), waarvan [medeverdachte 2] en [verdachte] voor ieder 50% eigenaar van waren (dit geldt ook voor het product CWC). Uit de jaarrekening 2013 van CPD blijkt dat er voor € 5,5 miljoen is geïnvesteerd in Costa Rica, maar tevens blijkt dat CPD een negatief eigen vermogen heeft van € 2.852.154. Bij een eventueel faillissement van CPD zou Centurion (bovendien) slechts een concurrente vordering hebben op CPD.
Daarnaast zijn inleggelden gebruikt voor andere projecten dan tijdens de verkoop aan beleggers werd voorgehouden.
Hoewel het bij het Saint Kitts project weliswaar om vastgoed lijkt te gaan, heeft deze
investering niets te maken met Costa Rica en is dit project evenmin gekoppeld aan een van
de genoemde beleggingsproducten. Aldus is ook dit beleggingsgeld op een andere wijze
aangewend dan bij de verkoop van de producten is voorgespiegeld. Van belang daarbij acht het hof ook dat in dit project de naam Centurion niet mocht worden genoemd, omdat [verdachte] de koppeling van de naam van de heer [betrokkene] aan Centurion wilde voorkomen.
Soul Provider S.A. is een Costa Ricaans bedrijf van [medeverdachte 1] , op naam van zijn toenmalige
vriendin [naam 1] . Niet kon worden vastgesteld dat de betalingen aan dit bedrijf
vervolgens op enigerlei wijze in Costa Rica ten behoeve van de aankoop of ontwikkeling van vastgoed van Centurion is besteed.
Voorts is een deel van de inleggelden aangewend voor het opstarten van Centauro Real Estate B.V., zijn er (privé) advocaatkosten van [verdachte] (onder meer) in verband met een eerdere strafzaak van [verdachte] betaald, is met geld van Centurion een vennootschap opgericht ten behoeve van de zwager van [verdachte] , zijn er tandartskosten van [medeverdachte 1] betaald en zijn leaseauto’s gefinancierd. In strijd met de in de aanbiedingsbrieven voorgespiegelde kostenplaatjes zijn veel meer operationele kosten gemaakt. Daarnaast zijn aanzienlijke bedragen weggevloeid naar de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , waarvan een groot deel in rekening-courant is geboekt, terwijl dit (meestal) niet werd afgelost.
Aldus zijn de inleggelden voor een zeer groot deel niet aangewend op de wijze of voor het doel, zoals tijdens de verkoop van de producten werd voorgewend. Aangevers hebben verklaard dat zij niet zouden zijn ingestapt als zij van tevoren hadden geweten dat met hun inleggelden het rendement en de aflossing van eerdere producten zou worden bekostigd, dan wel als zij hadden geweten dat het eigen rendement als “sigaar uit eigen doos” werd betaald uit hun eigen inleg.
Ten slotte is op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan
dat voornoemde controle en toezicht door een registeraccountant en onafhankelijke taxaties
door een beëdigd taxateur niet heeft plaatsgevonden, of niet heeft plaatsgevonden op een wijze zoals in het aanbiedingsmateriaal werd voorgespiegeld. Een deel van de inleggers heeft verklaard dat zij (mede) hierdoor zijn bewogen tot afgifte van hun inleggelden en dat zij niet waren ingestapt indien zij van tevoren hadden geweten dat dit toezicht en die controle niet plaatsvonden. Het hof overweegt dat controle en toezicht door een registeraccount blijkens het dossier feitelijk alleen heeft plaatsgevonden in het kader van de uitgifte van de eerste drie obligatieleningen van vóór oktober 2011 (Obligatieleningen I, II en III) en dus niet voor beleggingsproducten van na die datum. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat in het geheel geen onafhankelijke taxaties zijn verricht en dat Centurion zelf de kavelprijs bepaalde nadat zij zich lieten voorlichten door een makelaar.
Van “eerdere succesvolle investeringen” is niets gebleken. Evenmin is gebleken dat Centurion Vastgoed inkomsten uit de verhuur of verkoop van kavels, villa’s en/of appartementen aan derden heeft gehad, zodat de conclusie voor de hand ligt dat alle rentebetalingen aan de beleggers eveneens uit de ingelegde gelden zijn gefinancierd. Bevestiging hiervoor vindt het hof ook in de verklaring van [getuige 2] . Zij heeft verklaard dat van het begin af aan onder omzet werd verstaan: “de nieuwe gelden die binnenkwamen via sales en via relatiebeheer” (het hof begrijpt: van de beleggers). De maandelijks verschuldigde rente en/of winstuitkering aan beleggers werd bekostigd uit deze omzet, aldus [getuige 2] .
Ondanks het handelen in strijd met de gestelde zekerheden en alle andere beloften is Centurion doorgegaan met het benaderen van potentiële beleggers, zonder de brochure/het aanbiedingsmateriaal aan te passen of hieromtrent op andere wijze correcte en duidelijke informatie te verschaffen aan potentiële beleggers. Door zo te handelen heeft Centurion de beleggers misleid.
7.3
Oplichting
Het hof heeft vervolgens de vraag te beantwoorden of door op deze wijze de beleggers te misleiden verdachte en zijn mededaders slechts een civielrechtelijke wanprestatie hebben geleverd of dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan oplichting.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 december 2016 geconcludeerd dat niet iedere vorm van bedrog en niet iedere toerekenbare tekortkoming in civielrechtelijke zin binnen het bereik van het strafrecht kan worden gebracht als het misdrijf oplichting.
Voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen, teneinde daarvan misbruik te maken.
Daartoe moet de verdachte één of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde oplichtingsmiddelen, te weten het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels, hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebruikt, is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen, en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer.
Bij een samenweefsel van verdichtsels behoren tot die omstandigheden onder meer de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang. Het gaat bij het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels in de kern om gesproken en/of geschreven uitingen die bij die ander een op meer dan een enkele leugenachtige mededeling gebaseerde onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen.
Het hof is van oordeel dat verdachte en de medeverdachten door de combinatie van de hiervoor onder 7.1 en 7.2 genoemde handelingen, meer beloften aan de inleggers, met name die beloften die zien op de zekerheden die verbonden waren aan de producten en het doel van de inleg, hebben geschonden door de inleggelden grotendeels voor andere doelen aan te wenden dan in de brochures werd omschreven. Daarmee hebben Centurion Vastgoed B.V. en verdachte en de medeverdachten als feitelijke leidinggevers de grens van het strafrecht overschreden en zich schuldig gemaakt aan oplichting, te weten het door een samenweefsel van verdichtsels beleggers bewegen tot het inleggen van gelden in de producten van Centurion.
7.4
Oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling
Door de verdediging is betoogd dat verdachte niet het oogmerk had om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen en met goede intenties heeft gehandeld.
Het hof verwerpt dit verweer. Verdachte en zijn mededaders zijn na het verliesgevend project Vista Verde bewust doorgegaan met het binnenhalen van gelden, zonder dat deze gelden voor het grootste deel werden aangewend voor het doel als opgegeven in de brochures/het aanbiedingsmateriaal. Daarbij heeft verdachte zoals opgemerkt met zijn mededaders in strijd gehandeld met de in het aanbiedingsmateriaal vermelde zekerheden en beloften. Ter terechtzitting van het hof heeft verdachte verklaard dat vermelding van het verliesgevende project Vista Verde op de website van Centurion het einde van Centurion zou hebben betekend. Ook zijn volgens de verklaring van verdachte, zoals hiervoor overwogen, in het geheel geen (onafhankelijke) taxaties verricht. Het hof overweegt dat voor het bewijs van oogmerk niet relevant is of verdachte goede intenties heeft gehad. Bepalend is of verdachte de verworven inleggelden heeft besteed overeenkomstig de zekerheden en beloften zoals in het aanbiedingsmateriaal vermeld, die mede door hem of door dan wel uit naam van Centurion zijn opgesteld. Uit vorenstaande overwegingen van het hof en uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat dit niet zo was en dat verdachte, mede in aanmerking genomen zijn rol binnen Centurion, dat ook wist. Hiermee is naar het oordeel van het hof sprake van het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling.
Het is weliswaar juist dat door Centurion vele adviseurs zijn ingeschakeld, bijvoorbeeld voor het opstellen dan wel aanpassen van memoranda, de contacten met de AFM en ten behoeve van de financiële administratie. Maar de kern van het verwijt is dat de aangetrokken gelden niet zijn besteed conform toezeggingen in de prospectussen en andere uitingen jegens beleggers op het moment dat zij inlegden. Op de aanwending van de ingelegde gelden hadden de door Centurion ingeschakelde deskundigen geen invloed. Ook op het moment dat men gewaarschuwd was door de AFM of door interne medewerkers dat men handelde in strijd met de hetgeen in de brochures stond omschreven, zijn verdachte en zijn mededaders gewoon op de ingeslagen weg door gegaan. Er is zelfs een e-mailwisseling waarin afspraken zijn vastgelegd die zijn gemaakt naar aanleiding van een overleg met [medeverdachte 2] (het hof: [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 1] (het hof: [medeverdachte 1] ) op 10 februari 2014 en waarin wordt vastgelegd de beloning van de directieleden, waaronder de beloning van [verdachte] (het hof: verdachte [verdachte] ), per maand fors te verhogen.
Door de verdediging is er verder op gewezen dat in stukken afkomstig van Centurion wel degelijk melding wordt gemaakt van kosten. Dat is op zichzelf genomen juist, maar dat helpt verdachte niet. Waar melding werd gemaakt van een begroting en kosten, mochten de beleggers er immers vanuit gaan dat de kosten beperkt zouden zijn tot de vermelde kosten. Meer in het algemeen mogen beleggers er vanuit gaan dat kosten verband houden met het project waarin zij investeren.
De verdediging heeft in dat kader ook gesteld dat beleggers zijn gewezen op het verlies van Vista Verde. Allereerst constateert het hof dat een aantal door de verdediging genoemde stukken is opgesteld in 2014, derhalve op een moment dat (nagenoeg alle) beleggers al hadden ingelegd. Die stukken ondersteunen dan ook niet de stelling dat de beleggers ten tijde van hun inleg juist waren voorgelicht. Ook waar door de verdediging gewezen wordt op bijvoorbeeld het publicatierapport Centurion 2011, dient in het oog te worden gehouden dat die stukken geruime tijd na 2011 zijn opgesteld. Zo heeft verdachte ter zitting verklaard dat het mislukken van het project Vista Verde in 2011, pas eind 2012 financieel is verantwoord in de toen gepubliceerde jaarstukken.
Het is niet aannemelijk geworden dat beleggers ten tijde van hun inleg op de hoogte waren van het verlies in Vista Verde. Aanbiedingsmateriaal voor Obligatielening IV (D-041) meldt onder het kopje “Trackrecord” dat Centurion eerder drie obligatieleningen heeft uitgegeven waarbij de eerste twee leningen vervroegd zijn afgelost en waarbij de klanten zelfs een hoger rendement dan beloofd hebben ontvangen. Tevens wordt vermeld dat Centurion de obligatiehouders van obligatielening III ook volledig heeft terugbetaald, één jaar eerder dan beloofd. Dat het project Vista Verde (waarop de obligatieleningen I en II betrekking hadden) verlieslatend was, wordt echter nergens vermeld. Evenmin wordt duidelijk gemaakt dat de genoemde aflossing bestond uit hetzij gelden die uit andere obligatieleningen waren verkregen, hetzij obligaties in andere projecten. Het hof constateert dat pas later, kennelijk onder druk van de AFM, informatie over het verlies van Vista Verde is opgenomen in beleggersmemoranda. Weliswaar verwijst Centurion in latere brochures naar haar website waarop de memoranda zouden zijn te vinden, maar dat heeft Centurion er niet van weerhouden om de misleidende informatie over de eerste drie obligatieleningen in haar brochures zoals in aanbiedingsmateriaal met de naam “Centurion rendementsplan” op te nemen (D-136, p. 5/6 onder “Trackrecord”): “Centurion heeft in het verleden diverse obligatieleningen uitgegeven. Deze leningen zijn vervroegd afgelost, waarbij de investeerders zelfs een hoger rendement hebben ontvangen dan vooraf verwacht.”
Dat Centurion, zoals verdachte heeft verklaard, ook al voordat de AFM daartoe opdracht gaf, transparant was over het verlies van Vista Verde, is dan ook nergens uit gebleken. Weliswaar kan worden toegegeven dat in D-127, een brochure in Goldplan, wordt vermeld dat het project Vista Verde onverkoopbaar was, maar ook hier wordt voorgewend dat de beleggers in de obligatieleningen I, II en III zijn afgelost zonder te vermelden hoe (en waarom). In de brochure staat dat “Centurion met eigen geld het project “Pacific Gardens” heeft ontwikkeld en met de verkoop van dit project alle kaveleigenaren meer heeft kunnen leveren dan wat zij in eerste instantie gekocht hadden.” Dezelfde tekst is ook te vinden in het directieverslag Centurion Vastgoed 2011 d.d. 19 december 2012, D-322, p. 3/4. Zoals uit de bewijsmiddelen blijkt, zijn al deze mededelingen onjuist of minstgenomen misleidend.
Het hof maakt hieronder puntsgewijs nog enkele opmerkingen bij enkele door de verdediging aangehaalde documenten.
D-148. Dit document is opgesteld in maart 2014. Daarin wordt het volgende vermeld:
“Stap 2: Centurion Winst Certificaten (CWC)
Tijdens deze fase wordt een deel van het project voorzien van infrastructuur. Tevens wordt een deel van de financiering die hier op rust vanuit obligatie III afgelost.”
Het hof merkt op dat de beleggers in CWC deze informatie niet gekregen hebben ten tijde van hun inleg. Weliswaar wordt in het aanbiedingsmateriaal (D-058) onder “Trackrecord” vermeld dat Centurion bezig is met het aflossen van obligatielening III, doch niet wordt vermeld dat dat gebeurt met de inleg van beleggers in CWC.
De verdediging heeft verder nog gewezen op een recente verkoopbrochure van het project Lomas del Mar (Pacific Gardens) in Costa Rica, waaruit zou moeten volgen dat de kavelprijzen inmiddels zijn verdubbeld. Nog daargelaten of die brochure een realistisch beeld schetst, miskent de verdediging daarmee dat het aangetrokken geld dan wel in de gronden in Costa Rica geïnvesteerd had moeten worden. En dat is nu precies waar het aan mankeerde bij Centurion Vastgoed. Slechts een gering deel van het aangetrokken geld is aangewend voor het project in Costa Rica.
De conclusie is dat het verweer niet slaagt.
7.5
Tussenconclusie
Het hof is op grond van bovenstaande overwegingen van oordeel dat in de periode van
20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014 een groot aantal personen, waaronder de in de tenlastelegging genoemde personen, door een samenweefsel van verdichtsels met betrekking tot de besteding van het inleggeld, kostenposten, het toezicht en de controle door registeraccountants en de taxatie, met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling zijn bewogen tot afgifte van een geldbedrag, eigendomsrechten dan wel winstrechten.
Wat betreft de niet in de tenlastelegging met naam genoemde beleggers overweegt het hof dat de inleggers die door de FIOD zijn gehoord, allen hebben verklaard dat zij door middelen als genoemd in de tenlastelegging zijn bewogen tot het inleggen van gelden in Centurion. Gesteld noch gebleken is dat andere beleggers dan de met naam genoemde beleggers door andere middelen zijn bewogen en om andere redenen tot deelname hebben besloten.
7.6
Toerekening aan Centurion
In dit verband constateert het hof dat Centurion qua structuur en handelwijze puur
gericht is op het binnenhalen van inleggelden, waarbij de bedrijfsvoering vooral gericht is op verkoopactiviteiten en terwijl er ten gevolge van een gebrekkige administratie en ondeugdelijke interne bedrijfsstructuren nauwelijks aantoonbare reële inkomsten of winsten zijn uit de investeringsprojecten. De geldstromen liepen via de bankrekeningen van de Stichting Derdengelden Centurion naar Centurion Vastgoed BV, van waaruit ze uit een grote pot werden uitgezet naar verschillende al dan niet gelieerde vennootschappen. Als er al gelden binnenkwamen uit projecten dan kwamen deze in dezelfde grote pot terecht.
Het verdienmodel dicteerde in feite de gedragingen (het handelen van de verkoop-medewerkers).
Voorts kan worden vastgesteld dat de handelingen, nu de inleggelden via de
Stichting Derdengelden Centurion op de bankrekeningen van Centurion binnenkwamen,
dienstig zijn geweest voor Centurion. Daarnaast is het handelen onveranderd gebleven
gedurende de gehele hiervoor genoemde periode en is het handelen door de leiding van
Centurion geïnitieerd en ondanks gehoudenheid daartoe op geen enkel moment verhinderd.
Naast het daderschap van de rechtspersoon dient ook het in de tenlastelegging vereiste opzet
te kunnen worden vastgesteld bij de rechtspersoon. Indien een onderneming is ingericht op
het plegen van strafbare feiten of indien het bestuur van de onderneming besluit tot strafbare
feiten, kan opzet worden aangenomen. Tevens kan het opzet van een individueel persoon
worden toegerekend aan de rechtspersoon, afhankelijk van de interne organisatie van de
rechtspersoon en van de taak en verantwoordelijkheden van de betrokken natuurlijke
personen. In het algemeen zal opzet van een leidinggevende functionaris steeds kunnen
worden toegerekend.
Het hof verwijst voor haar overwegingen op dit punt naar de hiernavolgende bespreking van de rol van verdachte als feitelijke leidinggevende, in welk verband de aanwezigheid van opzet bij de verdachte wordt onderzocht; deze overwegingen dienen als hier ingelast te worden beschouwd in de sleutel van toerekening aan de rechtspersoon van het al dan niet aanwezige opzet bij de leidinggevende functionaris.
7.7
Feitelijk leiding geven
Als minimale voorwaarden voor de strafbaarheid van feitelijke leiding geven gelden dat de
verdachte maatregelen ter voorkoming van die gedraging achterwege laat, hoewel hij daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden was en hij daarbij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de verboden gedraging zich zal voordoen, zodat hij die gedraging opzettelijk heeft bevorderd (HR 16 december 1986, NJ 1987/321 en HR 21 januari 1992, NJ 1992/414).
Uit de verklaring van [verdachte] komt naar voren dat er feitelijk drie directeuren waren, [medeverdachte 1]
, [medeverdachte 2] en hijzelf. Er waren wekelijks vergaderingen op directieniveau met deze
“drie-eenheid”. Er waren geen andere leidinggevenden.
Deze verklaring wordt door vele bewijsmiddelen ondersteund. De financieel administratief
medewerkster [getuige 1] verklaart dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de praktijk met zijn drieën “de hele tent runden”. Ook de accountant [naam accountant 1] verklaart dat ze weliswaar statutair niet evenveel zeggenschap hadden, maar binnenskamers wel. Het beleid werd gezamenlijk bepaald en bij afwezigheid van de één namen de andere twee het over. Voorts blijkt dat ze alle drie salarissen op directieniveau hadden, dat zij samen verantwoordelijk waren en zich bezighielden met het aannemen van personeel en dat zij samen de hoogte van de salarissen (inclusief hun eigen salaris) bepaalden.
Niet ter discussie staat dat verdachte [verdachte] , in zijn hoedanigheid van formeel én feitelijk
bestuurder van Centurion, betrokken was bij het in gang zetten van de hierboven genoemde geldstromen. Het hof noemt de betaling van eerdere inleggers met het geld van nieuwe inleggers, de geldstromen in het kader van het zogenoemde Saint Kitts project, de oprichting van Centauro Real Estate (mede) teneinde voornoemd project te financieren zonder de naam van Centurion erin te hoeven betrekken, de valse arbeidsovereenkomsten en verdachtes schulden in rekening-courant als gevolg van onder meer zijn cocaïneverslaving.
Daarnaast heeft verdachte nagelaten zijn (statutaire) bevoegdheid tot ingrijpen in bepaalde
gedragingen van Centurion aan te wenden om de betreffende gedragingen te voorkomen. De
rechtbank noemt hier de oplopende rekening courant-schulden van de directieleden, de buitensporige operationele kosten in strijd met hetgeen de inleggers is voorgehouden met
betrekking tot de maximaal toegestane overheadkosten en ten slotte de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van Centauro Real Estate en het project Saint Kitts, met welke opsomming het hof eens is.
Dat verdachte volgens zijn verklaring ter zitting in hoger beroep eind 2013 is opgenomen in een afkickkliniek, neemt niet weg dat hem juist vanwege zijn eigen initiatief tot het in gang zetten van de geldstromen in strijd met hetgeen de inleggers was voorgespiegeld, dan wel zijn nalaten ondanks gehoudenheid tot ingrijpen bij dreiging of voortduring van voornoemde geldstromen én het feit dat verdachte tijdens zijn verblijf in de afkickkliniek zijn rekening courant-schuld aan Centurion verder heeft doen oplopen, evengoed voor de periode vanaf eind 2013 kan worden verweten dat hij feitelijke leiding heeft gegeven aan voornoemde strafbare gedragingen.
Voorts valt het op dat, hoewel verdachte zelf aangeeft dat hij na juli 2013 feitelijk en na 13 februari 2014 ook statutair geen directeur meer was maar slechts adviseur, het salaris onveranderd (op directieniveau) bleef, waarbij het salaris per 1 januari 2014 nog zou worden verhoogd volgens de eerder genoemde e-mail van 10 februari 2014. En ook uit een e-mail van 5 november 2013 van verdachte aan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] blijkt van zijn voortdurende betrokkenheid bij Centurion in die periode. In deze email geeft hij instructies over het stilleggen van uitgaande transacties van de [bank] -rekening (van Centurion) en trekt verdachte ‘iedere toestemming tot het nemen van beslissingen voor Centurion Vastgoed in, in het bijzonder duidend op de werkzaamheden voor de goedkeurende accountantsverklaring’.
Afgezien van de gedragingen die hij zelf heeft geïnitieerd, en daarmee met vol opzet
bedrieglijk dan wel in strijd met de waarheid heeft gehandeld, heeft verdachte voorts bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat Centurion, door concrete gedragingen van de
medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , met voornoemd opzet en met het oogmerk van
wederrechtelijke bevoordeling beleggers heeft bewogen tot afgifte van kort samengevat
vermogensrechten. Gelet op bovenstaande omstandigheden is er geen aanleiding anders te
oordelen voor de periode voor en na juli 2013 en/of 13 februari 2014. Behoudens verminderde fysieke aanwezigheid wegens opname in een verslavingskliniek veranderde er voor wat betreft de bedrijfsvoering, beloningen en andere uitgaven niets wezenlijks.
Het hof acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair
ten laste gelegde heeft begaan, zoals hieronder nader is omschreven.

8.Overwegingen met betrekking tot feit 2

8.1
Algemeen
De rechtbank heeft het volgende overwogen:
In het vierde kwartaal 2013 en het eerste kwartaal 2014 heeft de controller van Centurion Vastgoed B.V., [getuige 1] , liquiditeitsoverzichten gemaakt waaruit naar voren kwam dat er meer aan overheadkosten werd uitgegeven dan afgesproken was. De controller heeft [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] van deze overschrijdingen op de hoogte gesteld.
Getuige [getuige 1] heeft over deze overzichten onder meer verklaard dat er meer werd uitgegeven voor overhead dan er was afgesproken. De afspraak was 70% voor bouwkosten in Costa Rica en 30 % voor overhead- en interne kosten. Ook heeft zij verklaard dat de liquiditeitsoverzichten van 2013 aan [medeverdachte 2] zijn gemaild en dat de informatie over 2014 met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is doorgenomen: "De conclusie was dat de kosten omlaag moesten, maar ze bleven ad hoc allerlei betalingen doen waardoor het niet echt is gelukt om de kosten omlaag te brengen", aldus getuige [getuige 1] .
Op de vraag uit welke middelen de berekende liquiditeitstekorten uiteindelijk werden betaald, antwoordde zij: "Een en een is twee. Die werden gefinancierd vanuit de 70% die bestemd was voor de bouwkosten in Costa Rica. (... ) Ik heb mezelf ook afgevraagd hoe in vredesnaam de huizen gebouwd konden worden als je al 9 ton van het gereserveerde bedrag hebt besteed voor overhead. Ik heb dit uiteraard ook aan [medeverdachte 2](het hof: [medeverdachte 2] )
gevraagd.(... ) Van de AFM moesten we overzichten maken en toen ontstond bij ons de vraag hoeveel geld er nog beschikbaar moest zijn om de lopende projecten af te bouwen. Dat heb ik [medeverdachte 2] gevraagd, maar daar kon hij geen goed onderbouwd antwoord op geven."
In haar tweede verhoor heeft [getuige 1] verklaard dat "ergens in het 3e of 4e kwartaal 2013" de AFM Centurion tijdelijk heeft stilgelegd. "Er mocht even niets verkocht worden. Hierdoor kwam er geen geld binnen. Het personeel moest wel worden doorbetaald en bepaalde kosten liepen wel door."
Getuige [getuige 2] , hoofd relatiebeheer bij Centurion Vastgoed B.V., heeft verklaard dat zij half september 2013 van [medeverdachte 1] kreeg te horen dat er teveel kosten waren en dat de kosten gedrukt moesten worden. [medeverdachte 1] gaf daarbij te kennen dat als men er niet mee eens was, men kon opstappen. De commissies werden aangepast en de leaseauto's moesten eruit. Ook van [medeverdachte 2] kreeg zij te horen dat er bezuinigd moest worden.
In een brief van 14 augustus 2013 van de AFM aan Centurion Vastgoed B.V. is het volgende te lezen: "De AFM benadrukt dat indien Centurion de conclusie trekt dat zij artikel 5:2 Wft overtreedt, zij of de informatieverstrekking kan aanpassen zodat wordt voldaan aan hetgeen bepaald in voorgenoemd artikel of wordt verzocht per direct te stoppen met het aanbieden van effecten. In het laatstgenoemde geval verzoeken wij Centurion tevens om binnen drie werkdagen na dagtekening van deze brief schriftelijk aan de AFM te bevestigen dat geen effecten meer zullen worden aangeboden tot het moment dat is voldaan aan de toepasselijke regelgeving."
De rechtbank verbindt aan deze overwegingen de conclusie dat de brief van de AFM d.d. 14 augustus 2013 de markering is die voor verdachten het onvermijdelijke einde van het verdienmodel hebben ingeluid.
Het hof is van oordeel dat het verdienmodel van Centurion zoals dat uit het dossier en ter terechtzitting is gebleken, niet reëel dan wel levensvatbaar mocht heten en slechts in stand kon worden gehouden door het toevloeien van steeds nieuwe inleggelden. Het hof verwijst naar hetgeen het over het eerste feit heeft overwogen, in het bijzonder het aantrekken van gelden waarmee omvangrijke verliezen moesten worden gedekt, het maken van bovenmatige kosten, het niet behoorlijk administreren en het niet of nauwelijks behalen van omzet uit verhuur of verkoop aan derden, anders dan omzet uit inleggelden van beleggers. Gelet hierop moet het al vanaf oktober 2011 voor verdachten duidelijk zijn geweest dat, gelet op de uitgaven en afwezige dan wel zeer geringe rendement van de investeringen in Costa Rica, een faillissement onafwendbaar was. Dat de ingelegde gelden voor een (gering) deel wel werden geïnvesteerd in vastgoed in Costa Rica, is in dat verband irrelevant.
Het hof verwijst in dit verband ook naar het antwoord bij de rechter-commissaris van de curator in het faillissement van Centurion op een daartoe strekkende vraag van de toenmalige raadsman van [verdachte] :
“Vanaf welk moment was er volgens u zicht op een faillissement van Centurion?
Antwoord: in mijn antwoord zit een oordeel. Vanaf dag 1 denk ik. Er zat naar mijn idee geen verdienmodel in deze onderneming. Er werd alleen geld uitgegeven.”
8.2
Gelden besteed aan oprichting Centauro
In de periode 14 september 2013 tot en met 30 juni 2014 heeft Centurion Vastgoed B.V. uitgaven gedaan voor een vennootschap die niet aan een van de beleggingsproducten van Centurion Vastgoed B.V. was gekoppeld, te weten: Centauro Real Estate B.V. (hierna Centauro). [medeverdachte 1] verklaarde over Centauro - zakelijk weergegeven - dat zij "
hetzelfde model wilde hebben waarmee wij op de markt waren. Er zijn dingen voorgeschoten door Centurion Vastgoed BV. Dit betrof de opstart van het verkoopkantoor van Centauro. Wij hebben het verkoopkantoor overgedragen aan Centauro. We hebben namens Centurion Vastgoed BV werkzaamheden verricht omdat Centauro het Centurion-model wilde kopiëren, zodat ze op deze wijze ook geld uit de markt kon halen voor hun project. Met het project voor Centauro bedoel ik Antigua en Barbuda."
[medeverdachte 2] verklaarde over Centauro
: "Centauro heeft personeel en marketingdiensten afgenomen van Centurion. Zij hebben het Centurionmodel overgenomen, alsmede kennis en diensten overgenomen."
Van voornoemde uitgaven ten behoeve van Centauro - van in totaal € 399.605,04 - is een bedrag van € 203.465,82 als vordering in rekening-courant (op Centauro) geboekt. Het resterende bedrag is voor rekening van Centurion gebleven. Wat er ook zij van de mate van (uiteindelijke) aflossing van voornoemde rekening courant-schuld, naar het oordeel van het hof is met het aanwenden van gelden ten behoeve van Centauro sprake geweest van een onttrekking aan de boedel van Centurion. Daaraan doet niet af dat met de rekening-courant­ verhouding (formeel) nog sprake was van een vorderingsrecht op Centauro. Een vorderingsrecht op een derde onderneming is immers slechts een relatief recht en daarmee een (veel) minder sterk recht dan het absolute recht (dat wil zeggen: tegen een ieder in te roepen recht) op vermogensrechten van de onderneming, met andere woorden: eigen geld.
Getuige [getuige 1] verklaarde over de herkomst van het geld waarmee Centurion de kosten voor Centauro betaalde als volgt:
"Dat kwam natuurlijk ook weer uit die grote pot met geld waarover ik eerder al verklaarde, dus uit de inleg voor de diverse producten van Centurion en uit de kavelverkoop."
Dat Centauro de door Centurion verstrekte gelden na het faillissement van Centurion grotendeels aan de curator heeft terugbetaald doet aan het bedrieglijk benadelend handelen van Centurion niet af.
8.3
Gelden besteed aan project Saint Kitts
Centurion heeft in de periode van september 2013 tot en met januari 2014 in totaal
€ 1.435.488 besteed aan een project genaamd "St Kitts", een project dat niet gekoppeld is aan een van de beleggingsproducten van Centurion.
In juli 2013 is [verdachte] op Saint Kitts geweest. [verdachte] verklaart: "
[betrokkene] was er toen al, die had een andere vlucht genomen. Ik heb gesproken en kennis gemaakt met de familie van wie [betrokkene] het project kon kopen. De familie vond dat er meer geld moest komen. Er was een aanbetaling gedaan maar er moest meer geld komen. Centurion werd gepresenteerd door [betrokkene] als medefinancier. De naam Centurion werd nog niet genoemd omdat wij de koppeling van de naam van [betrokkene] aan Centurion wilden voorkomen. Ik wilde onze naam beschermen. Er waren toen nog geen afspraken met [betrokkene] gemaakt, maar wel intenties uitgesproken voor een fifty/fifty- deal. Centurion zou zorgen voor een stukje projectfinanciering, zoals wij het al jaren deden en kennis en ervaring inbrengen (...).(…)
Over de mutaties tot 11 september 2013 kan ik iets zeggen. In de periode daarna ging het met mijn gezondheid en gesteldheid snel achteruit. Wat er daarna gebeurd is, is in mijn afwezigheid gebeurd. Het vertrouwen in [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1](het hof: [medeverdachte 1] )
was groot (...). De kosten zijn via de bank gelopen. U vraagt mij wie de opdracht heeft gegeven. Ik denk dat [medeverdachte 2] deze overboeking heeft gedaan omdat hij de enige was die ABNAMRO overboekingen deed. (...) [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] , een van hen, moet logischerwijs voor de overboeking een akkoord hebben gegeven. Er is geen andere medewerker die een dergelijke overboeking doet."
[verdachte] heeft ter zitting bij de rechtbank verklaard dat er nog geen sprake was van een overeenkomst en evenmin van een gentlemen's agreement. Het hof gaat er daarom van uit dat met de overboekingen vanaf september 2013 sprake is geweest van onttrekkingen aan de boedel.
Getuige [getuige 1] heeft over het overboeken van bedragen inzake het Saint Kitts-project als volgt verklaard:
"Er kwam een verzoek van [medeverdachte 1] om een behoorlijk bedrag over te maken. Een deel naar Nederland en een groter deel in US dollars. Beide bedragen hadden betrekking op St Kitts (…) [naam accountant 1] heeft vervolgens een mail gestuurd aan [medeverdachte 2] met ook de vraag wat het St Kitts-project was en met welk geld dat project werd gefinancierd. Ik wilde overeenkomsten zien waarop dit alles was gebaseerd maar het bleef allemaal vaag. (... ) Er kwamen namen in naar voren waar je niet vrolijk van werd, van een bekende persoon die betrokken was bij allerlei faillissementen. [betrokkene] maar ook iemand anders waarvan ik me de naam nu niet herinner. Er is, ondanks de vele vragen die ik nog had, toch geld overgemaakt voor het St Kitts-project. Ik kreeg van de directie gewoon de opdracht om het over te maken. [medeverdachte 1] heeft de overeenkomsten ondertekend die ik zojuist noemde. Die overeenkomsten stonden op naam van Centurion Vastgoed."
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat [verdachte] initiatiefnemer was van het project Saint Kitts en dat hij, [medeverdachte 2] , weet dat er in Saint Kitts was geïnvesteerd. Door Centurion zijn volgens [medeverdachte 2] aandelen gekocht van New Ottley's Holding Ltd.
In een e-mailcorrespondentie van 30 augustus 2013 is te lezen dat [verdachte] in een e-mail aan [getuige 1] , met een CC aan [medeverdachte 2] gericht, instructies geeft om geld over te maken naar het project Saint Kitts. Hij schrijft daarin dat de betaling “NU” gedaan moet worden en dat [medeverdachte 2] op dat moment naar [getuige 1] toeloopt omdat de betalingen vanaf de dollarrekeningen door [medeverdachte 2] geaccordeerd moeten worden.
[medeverdachte 1] heeft over zijn betrokkenheid bij het Saint Kitts-project verklaard dat hij en [medeverdachte 2] het hebben overgenomen vanaf het moment dat [verdachte] afwezig is geraakt:
"Tijdens de afwezigheid van [verdachte] liepen de contacten met [betrokkene] via [medeverdachte 2] en mij. Dit was eind 2013, begin 2014. We, Centurion Vastgoed BV, zouden aandelen krijgen in een project in St. Kitts. Ik weet dat het verschillende betalingen waren, in totaal volgens mij 1,5 miljoen euro."
Het hof overweegt daarbij nog het volgende. Blijkens de afgelegde verklaringen wordt samengewerkt met iemand wiens naam wegens zijn bedenkelijke reputatie niet bekend mag worden bij beleggers. Er worden betalingen gedaan, zonder dat daar op dat moment zekerheden tegenover staan. Ook dit draagt bij aan de overtuiging van het hof dat geen sprake was van serieuze beleggingen.
8.4
Gelden besteed aan [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
Tot aan de datum van het faillissement van Centurion op 31 juli 2014, hebben [verdachte] en [medeverdachte 1] hun schulden in rekening-courant met Centurion laten oplopen: [verdachte] tot
€ 592.985,00 en [medeverdachte 1] tot € 167.703,00 (onder andere in verband met tandartskosten ad
€ 33.000,00). Alle drie de verdachten hebben zichzelf met ingang van januari 2014 hogere salarissen toegekend. Dit zou zijn geschied 'ter compensatie van afgeschafte provisie'. De verhogingen betroffen echter een veelvoud van de provisie die zij normaliter ontvingen. Het salaris van [verdachte] werd verhoogd van € 11.500,- naar € 15.000,-; het salaris van [medeverdachte 1] werd verhoogd van € 8.000,- naar € 30.000,- (waarvan de helft via Centauro) en het salaris van [medeverdachte 2] werd verhoogd van € 10.000,- naar € 30.000,- (waarvan de helft via Centauro). De rekening-courantschuld van [medeverdachte 2] werd vervolgens gedeeltelijk afgelost door middel van een loonjournaalpost.
[verdachte] heeft in dit verband aangegeven een dure levensstijl te genieten. Hij besteedde onder meer zo'n € 7.500,- per maand aan cocaïne en bracht de kosten voor privé-verbouwingen in rekening bij Centurion, welke kosten vervolgens in rekening-courant werden geboekt. Getuige [getuige 1] verklaarde over het spreekwoordelijke "gat in de hand" van [verdachte] , onder andere met betrekking tot een verjaardagsfeestje en verbouwing van zijn huis en dat wanneer zij een opmerking maakte dat [verdachte] facturen geen zakelijk uitgaven betroffen, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aangaven dat zij de facturen wel moest betalen maar dat de uitgaven dan in de rekening-courant van [verdachte] moesten worden geboekt. [verdachte] zelf heeft verklaard dat hij geen geld had voor het aflossen van zijn rekening-courantschuld.
[verdachte] heeft voorts advocaatkosten, in verband met een eerdere strafzaak tegen hem, van het kantoor Jaegers & Soons ad € 7.946,51 en € 9.664,10 ten laste van Centurion gebracht. Voor zijn zwager heeft [verdachte] de vennootschap "Doelbewust Uitgeven B.V." opgericht. Hiermee was een bedrag van € 20.384,71 gemoeid. Nog afgezien van het feit dat van een eventuele latere verrekening van dit bedrag met [verdachte] salaris niet is gebleken, staat een dergelijke verrekening aan een bewezenverklaring van het bestanddeel onttrekken niet in de weg (HR 9 februari 2010, NJ 2010/104. Daadwerkelijke verkorting is niet vereist).
[medeverdachte 1] heeft ten behoeve van zijn ex-vriendin [naam 1] het bedrijf Soul Provider opgericht en daartoe $ 41.255,- overgeboekt vanaf de rekening van Centurion.
Voorts zijn er diverse andere overboekingen naar leasemaatschappijen, naar verdachten zelf, hun (ex-)vriendinnen en familieleden.
8.5
Conclusie
Het hof leidt uit bovenstaande af dat Centurion ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers – vanaf 20 oktober 2011 – aanzienlijke geldbedragen heeft onttrokken aan de boedel. Bovendien heeft zij in september 2013 haar kernactiviteit (het zorgen voor 'omzet' in de zin van nieuwe inleggelden gegenereerd door de verkoopafdeling) en daarmee haar goodwill grotendeels overgedragen aan een nieuwe B.V., Centauro, en de kosten gemoeid met de oprichting van Centauro en met de start van een nieuw vastgoedproject op Saint Kitts, onder de feitelijke leiding van de driekoppige directie, ten laste gebracht van Centurion. Daarnaast zijn er geldbedragen aangewend voor privé-uitgaven van de directieleden, die in rekening-courant zijn geboekt ten laste van Centurion, terwijl op voorhand duidelijk was dat die kosten door verdachten niet zouden kunnen worden terugbetaald.
Ter onderbouwing van de conclusie dat de drie directieleden in nauwe en bewuste samenwerking hebben gehandeld, verwijst het hof naar haar overwegingen in dat verband hiervoor opgenomen onder feit 1 primair.
Dat [verdachte] vanaf medio 2013 grotendeels fysiek afwezig was op kantoor en daarom geen feitelijke handelingen heeft verricht, doet aan zijn feitelijke leiderschap geenszins af, aangezien hij de hiervoor omschreven constructie heeft bedacht, in gang heeft gezet en voor de voortzetting ervan heeft vertrouwd op de overige twee directieleden. Het hof heeft hiervoor ook overwogen dat uit de email van 5 november 2013 blijkt dat verdachte zijn vinger aan de pols hield en instructies gaf aan zijn mededirecteuren. Het hof neemt bovendien in aanmerking de verschillende onttrekkingen aan het vermogen van Centurion die (ook) vanaf dat moment aan [verdachte] ten goede zijn gekomen, te weten met name de voornoemde advocaatkosten, boekingen in rekening-courant ten behoeve van privézaken ten laste van Centurion en de oprichting van Doelbewust Uitgeven B.V., eveneens op kosten van Centurion.
Naar de uiterlijke verschijningsvorm getuigen voornoemde gedragingen, in samenhang bezien met het "lege" verdienmodel, overduidelijk van opzet bij de feitelijke leidinggevers op benadeling van schuldeisers van Centurion, welk opzet door toerekening tevens bij Centurion Vastgoed BV aanwezig wordt geoordeeld.
Voor wat betreft de overige geldstromen is het hof van oordeel dat, hoewel niet van alle geldstromen vast staat dat ieder van de verdachten steeds op de hoogte was van iedere concrete overboeking, facturering dan wel groei van een rekening-courantschuld, elk van de directieleden wel een aandeel heeft gehad voor een zodanige sfeer binnen Centurion dat daarin dergelijke onzakelijke geldstromen mogelijk werden, hetzij door eigen initiatief, hetzij door accordering of door niet-ingrijpen ondanks gehoudenheid daartoe, waardoor bij elk van de directieleden afzonderlijk op z'n minst sprake is geweest van voorwaardelijk opzet op mogelijke benadeling van schuldeisers, welk opzet bij de directieleden tevens kan worden toegerekend aan Centurion.
Gelet op het voorgaande komt het hof dan ook tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feitelijke leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk zoals in de tenlastelegging opgenomen als feit 2 primair.

9.Overwegingen met betrekking tot feit 3

Verdachte heeft tegenover de opsporingsambtenaren van de FIOD verklaard en ter terechtzitting in eerste aanleg van 20 juni 2016 herhaald, dat ook hij ervan op de hoogte is geweest dat de arbeidsovereenkomsten tussen Centurion Vastgoed B.V. als werkgever en [naam 2] en [naam 1] als werknemers fictief en dus vals waren. Hij heeft eraan meegewerkt omdat hij medeverdachte [medeverdachte 1] wilde helpen met het omzeilen van loonbeslag.
De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft tegenover de opsporingsambtenaren verklaard dat de arbeidsovereenkomsten tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] en [naam 1] steeds valselijk zijn opgemaakt met als doel zijn eigen salaris aldus naar de rekeningen van zijn toenmalige partner over te boeken, teneinde loonbeslag te omzeilen. De vaststellings- en beëindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] , alsook de werkgeversverklaring en loonspecificatie zijn eveneens valselijk opgesteld. De medeverdachte [medeverdachte 2] was ervan op de hoogte dat genoemde arbeidsovereenkomsten in strijd met de waarheid waren opgemaakt.
[naam 2] heeft tegenover de opsporingsambtenaren verklaard dat ook zij wist dat haar arbeidsovereenkomst, vaststellings- en beëindigingsovereenkomst, werkgeversverklaring en loonspecificatie valselijk waren opgemaakt.
Gelet op bovengenoemde feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat verdachte de wetenschap heeft gehad dat de arbeidsovereenkomsten tussen [naam 2] en [naam 1] valselijk werden opgemaakt. Dat op basis van die valse arbeidscontracten vervolgens eveneens een valse loonspecificatie, een valse werkgeversverklaring en een valse vaststellings- en beëindigingsovereenkomst zijn opgesteld, betreft steeds een gevolg waarop een aanmerkelijke kans bestond, die verdachte naar het oordeel van het hof op de koop toe heeft genomen. Het hof acht hem daarom tevens als feitelijke leidinggever aan de door Centurion gepleegde verboden gedragingen strafrechtelijk aansprakelijk voor die valsheden, ondanks dat uit het dossier niet volgt dat hij bij de opstelling van deze valse stukken expliciet betrokken is geweest.
Gelet op het voorgaande komt het hof dan ook tot het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feitelijke leiding geven aan valsheid in geschrift zoals in de tenlastelegging opgenomen als feit 3 primair, de onderdelen a. tot en met e.

10.Overwegingen met betrekking tot feit 4

Het hof is, uitgaande van haar overwegingen onder feit 1 primair, van oordeel dat Centurion Vastgoed B.V. tezamen en in vereniging met [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] als haar driekoppige feitelijke directie, en daarnaast de rechtspersonen Stichting Derdengelden Centurion en Centurion Makelaardij, het door Centurion Vastgoed B.V. uit oplichting verkregen bedrag van € 21.471.662,- bij wijze van gewoonte heeft witgewassen.
Centurion heeft in de periode na 20 oktober 2011 in verband met door oplichting verkregen bancair ontvangen geldbedragen van beleggers als volgt aangewend in de zin van overgedragen, omgezet en/of gebruikt:
Een bedrag van € 1.528.526,- is betaald aan eerdere inleggers (Obligaties II en III) en een bedrag van € 2.368.998,- is betaald aan eerdere kaveleigenaren. Een bedrag van
€ 1.957.009,- is betaald aan de inleggers van de huidige producten (Centurion Winst Certificaat (Plus), Obligatielening IV, V, VI, VII, Centurion Winstcertificaten (Plus), Goldplan, VIP-plan I, II en III en Rendementsplan). Hiermee is aldus circa € 5,8 miljoen aan door oplichting verkregen gelden aangewend om vorderingen van voornoemde inleggers en kaveleigenaren te voldoen.
Daarnaast is € 1.444.488,- besteed aan het project Saint Kitts en is er in totaal voor een bedrag groot € 6.866.236,- aan operationele kosten gemaakt (salarissen, huurkosten, advieskosten, autokosten e.d.). Aan de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is een bedrag van € 2.543.089,- toegevloeid.
Voor zover bovenvermelde geldstromen nog niet eerder in dit arrest zijn toegelicht, verwijst het hof naar (onderdelen van) de ambtshandelingen dienaangaande, welke bewijsmiddelen in bijlage 2 bij dit arrest zullen worden gevoegd.
Een bedrag van € 5.067.335,- ten slotte is uitbetaald in Costa Rica.
Ten aanzien van bovenomschreven geldstromen is het hof van oordeel dat sprake is geweest van het bij wijze van gewoonte overdragen, omzetten en/of gebruik maken van uit eigen misdrijf (oplichting) verkregen gelden teneinde deze gelden buiten het zicht van justitie te houden dan wel een legale status aan te meten. Het hof overweegt in dit verband nog het volgende.
In het bijzondere geval dat 'overdragen', 'gebruik maken' of 'omzetten' van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk
verschillen van gevallen waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daarmee de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen, geldt in die eerstgenoemde gevallen - evenals in het geval van het voorhanden hebben of verwerven van gelden onmiddellijk afkomstig uit eigen misdrijf - het aanvullende vereiste dat de gedragingen van de verdachte mede gericht moeten zijn geweest op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de betreffende voorwerpen (ECLI:NL:HR:2014:714 en ECLI:NL:HR:2014:2913).
Zoals eerder in dit arrest reeds beschreven, zijn de inleggelden in eerste instantie niet binnengekomen op een bankrekening van Centurion, maar op een bankrekening van de Stichting Derdengelden Centurion en daarmee in de feitelijke beschikkingsmacht gebracht van Centurion en haar driekoppige directie. Volgens getuige [getuige 1] werden de saldi van de bankrekeningen van de Stichting Derdengelden in de vorm van een rekening-courant op de balans van Centurion Vastgoed BV verwerkt. Deze gelden werden daarna meerdere keren overgeboekt naar andere (ook buitenlandse) bankrekeningen binnen de organisatie. Hierbij vond vermenging van inleggelden plaats en omdat geen administratie per beleggingsproduct werd gevoerd, heeft dit geleid tot een situatie waarbij niet meer duidelijk was welk geld waaraan besteed is.
Het hof is van oordeel dat, voor zover er sprake zou zijn van het zich automatisch schuldig maken aan witwassen van door overdracht, gebruik of omzetting van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen, met vorenbedoelde 'alles in een grote pot'-wijze van financieel administreren ten aanzien van alle handelingen met betrekking tot voornoemd bedrag van ruim € 21 miljoen reeds van meet af aan sprake is geweest van het verbergen dan wel verhullen van de criminele herkomst van de bedragen, omdat door de hiervoor besproken ontvangst van de inleggelden op de derdenrekening en het hiervoor genoemde financieel beheer nagenoeg onzichtbaar werd gemaakt dat verplichtingen aan inleggers werden voldaan uit door oplichting verkregen nieuwe inleggelden.
Voor het banksaldo op 31 juli 2014 van € 1.715.052,00 geldt dat het verwerven of voorhanden hebben van dit bedrag niet kan worden gekwalificeerd als witwassen. Centurion heeft dit bedrag onmiddellijk door eigen misdrijf verkregen en voorhanden gehad, daarmee verder geen handelingen verricht en dat geld niet verhuld of verborgen.
Gelet op het voorgaande komt het hof dan ook tot het oordeel dat verdachte zich tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen, zoals in de tenlastelegging opgenomen als feit 4.

11.Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Feit 1 primair
Centurion Vastgoed BV.,
op een of meer tijdstippen,
in
of omstreeksde periode van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of eldersin Nederland en/of België
en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
recbtsperso(o)n(en), althans alleen.
(telkens
)met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen.
door
- listige kunstgrepen; en/of
- een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003,004,005,006,007,010,011,012,013 en 014)
althans een of meerperso
(o)n
(en
), waaronder:
(vindplaats: DOC-2$ 1)
- [belegger 1] ; en
/of
(vindplaats: G-03-01 AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [belegger 2] ; en
/of
(v
indplaats: G-04-0Ï, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 01! en AMB-063)
- [belegger 3] ; en
/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [belegger 4] ; en
/of
(vindplaats: G-0$-O 1 en AMB-006)
- [belegger 5] ; en
/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [belegger 6] ; en
/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [belegger 7] ; en
/of
(vindplaats: G-1 1-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [belegger 8] ; en
/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [belegger 9] ; en
/of
(vindplaats: G-13-0l en AMB-005)
- [belegger 10] ; en
/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [belegger 11] ; en
/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [belegger 12] ; en
/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [belegger 13] ; en
/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [belegger 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
heeft bewogen tot
- de afgifte van een of meer geldbedrag
(en
)en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en);
en/of
- liet verlenen van een dienst: en/of
- het aangaan van een schuld; en/of
- het teniet doen van een inschuld,
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 26.093.555) (vindplaats: AMB-065),
hierin bestaande dat, zij, Centurion Vastgoed B.V.,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid:
- het publiek, althans voornoemd(e) perso(o)n(en), via aanbiedingsmateriaal
en/of
beleggings- dan wel verzamelmemorandaen/of websites en/of telefonisch en/of op een andere wijze heeft/hebben benaderd en/of geïnteresseerd in de deelname aan
een/of meer obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althanseen of meer
beleggingsproduct
(en
); en
/of
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010,011,012,013 en 014)
- (vervolgens) aan het (aldus benaderde en/of geïnteresseerd geraakte) publiek, althans voornoemd(e) perso(o)n(en), tot zekerheid van te investeren gelden heeft/hebben voorgespiegeld:
(a)
Besteding inleggeld
dat de uitgifte van de
/het obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of meerbeleggingsproduct
(en
),
(uitsluitend
)tot doel heeft
/hebbenfondsen in te zamelen voor de financiering van het aankopen van grond
(en
)in Costa Rica en
/of (vervolgens voor
)het aanleggen van infrastructuur en
/ofhet klaarmaken van grond
(en
)voor bebouwing en
/ofhet bouwen van appartementen en
/ofvilla’s en
/ofhet bouwen van
(recreatieve
)voorzieningen;
en/of
(b)
Terugbetaling inleggeld en uitbetaling rente, winst (ponzï)
dat met de in het aanbiedingsmateriaal omschreven doelen opbrengsten worden behaald, waarmee het inleggeld wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst wordt uitbetaald;
en/of
(c)
Garantie (vindplaats: AMB-006 en 007)
dat het inleggeld gegarandeerd wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst
gegarandeerd wordt uitbetaald aan het einde van de looptijd;
en/of
(d)
Toezicht en controle
dat een
(onafhankelijke
)registeraccountant van [naam accountant 3]
periodiek toezicht en controle uitoefent op de besteding van het inleggeld (per beleggingsproduct) en/of het financierings- en aankooptraject van grond(en) in Costa Rica
en/of de jaarrekeningen;
en/of
(e)
Stichting Derdengelden Centurion
dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion wordt voorkomen dat het inleggeld vermengd raakt met het vermogen van Centurion Vastgoed BV. en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en);
en/of
(f)
Taxatie
dat onafhankelijke experts of beëdigde makelaars en taxateurs de waarde vaststellen van grond(en) in Costa Rica;
en/of
(g)
Kosten
dat er naast de in de investeringsbegroting en/of rendementsprognose weergegeven
kosten geen overige kosten zijn;
en/of
(h) Trackrecord
dat Centurion Vastgoed BV. al eerder en met succes obligatieleningen heeft uitgegeven, die vervroegd waren afgelost en waarbij er meer rente is uitbetaald dan overeengekomen,
waardoor een groot aantal,
althans een of meerperso
(o)n
(en
), waaronder voornoemd
(e
)perso
(o)n
(en
),werd
(en
)bewogen tot de afgifte van
een of meergeldbedrag
(en
)en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en)
en/of het verlenen van een dienst en/of het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
zulks, terwijl hij, verdachte,
al dan niettezamen en in vereniging met
een of meer
natuurlijke perso
(o)n
(en
),
en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan welfeitelijke leiding heeft
/hebbengegeven aan bovenomschreven verboden gedraging
(en
);
Feit 2 primair
Centurion Vastgoed BV.,
op een of meer tijdstippen,
in
of omstreeksde periode van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014
in Arnhem en/of eldersin Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
terwijl Centurion Vastgoed B.V. bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 31 juli 2014 in staat van faillissement is verklaard,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
(sub 1)
lasten verdicht heeft of verdicht; en/of
enig goed aan de boedel onttrokken heeft
of onttrekt,
hierin bestaande,
a. dat
een/of meergeldbedrag
(en
)(
tot een totaalbedragvan ongeveer EUR
1.444.488,22)
is/zijn aangewend ten behoeve van de joint venture Saint Kitts;
en
/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.1 en DOC-051)
b. dat
een/of meergeldbedrag
(en
)(
tot een totaalbedragvan ongeveer EUR
399.605,04
en/of EUR 203.465,82)
is/zijn aangewend ten behoeve van Centauro
Real Estate BV.;
en
/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.2)
c. dat goodwill is overgedragen aan Centauro Real Estate BV.;
en
/of
d. dat
een of meergeldbedrag
(en
)(
tot een totaalbedragvan ongeveer EUR
20.384,71
) is/zijn aangewend ten behoeve van Doelbewust Uitgeven B.V.;
en
/of
(vindplaats: AMB-05 1)
e. dat
een of meergeldbedrag
(en
)i
s/zijn aangewend ten behoeve van het verrichten
van betalingen aan
een leasernaatschappij en/ofSoul Provider S.A. en/
of[kantoornaam]
;
en
/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
f. dat
een of meergeldbedrag
(en
) is/zijn overgeboekt naar
- een bankrekening ten name van [verdachte] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 3] ; en
/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 2] ; en
/of
- een bankrekening ten name van [naam 1] ; en
/of
- een bankrekening ten name van Soul Provider S.A.; en
/of
- een bankrekening ten name van [bank] ; en
/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte 2] ; en/of
(vindplaats: AMB-060 en AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
g. dat
een of meergeldbedrag
(en
)in rekening-courant
is/zijn geboekt onder niet
zakelijke omstandigheden,
althansterwijl men wist
dan wel redelijkerwijze moest
vermoedendat niet kon worden terugbetaald;
en/of
geheel dan wel gedeeltelijk niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem
rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie
ingevolge artikel 151, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
zulks, terwijl hij, verdachte,
al dan niettezamen en in vereniging met
een of meer
natuurlijke pers
(o
)n
(en
) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan welfeitelijke leiding heeft
/hebbengegeven aan bovenomschreven verboden gedraging
(en
);
Feit 3 primair
Centurion Vastgoed BV.,
op een of meer tijdstippen,
in
of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of eldersin Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
onder meer:
(vindplaats: AMB-059)
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 2] ;
en
/of
(vindplaats: DOC-306)
b. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 1] ;
en
/of
(vindplaats: DOC-178)
c. een vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed
BV. en [naam 2] ;
en
/of
(vindplaats:DOC-175/2 en 3)
d. een model werkgeversverklaring;
en
/of
(vindplaats: DOC-328)
e. een loonspecificatie,
(vindplaats: DOC-329)
- (elk) zijnde
(een
)geschrift
(en)dat
/diebestemd was
/warenom tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt
en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen,
zulks (telkens met het oogmerk om dat
/diegeschrift
(en)als echt en onvervalst te
gebruiken of door
een of meer ander
(en
)te doen gebruiken,
immers heeft zij, Centurion Vastgoed BV., - zakelijk
weergegeven - valselijk, immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld
en/of doen vermeldendat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] ,
althans dat
[naam 2] de functie uitoefende van (senior) accountmanager;
en
/of
b. op die arbeidsovereenkomst vermeld
en/of doen vermeldendat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 1] ,
althans dat
[naam 1] de functie uitoefende van marketing- en tripadvisor;
en
/of
c. op die vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst vermeld
en/of doen
vermelden dathet dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2]
was beëindigd;
en
/of
d. op die model werkgeversverklaring vermeld
en/of doen vermeldendat er sprake
was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 2] ,
althans dat [naam 2] de functie uitoefende van (senior) accountmanager
en/of een bruto jaarsalaris genoot van FUR 63.000;
en
/of
e. op die loonspecificatie vermeld
en/of doen vermeldendat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [naam 2] ,
zulks, terwijl hij, verdachte,
al dan niettezamen en in vereniging met
een of meer
natuurlijke perso
(o)n
(en
) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan welfeitelijke leiding heeft
/hebbengegeven aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
4.
hij, op een of meer tijdstippen,
in
of omstreeksde periode van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of eldersin Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso
(o)n
(en
)en
/of
rechtsperso(
o)n
(en
), althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
hierin bestaande dat hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso
(o)n
(en
)en
/ofrechtsperso(
o)n
(en
), althans alleen,
(telkens
)krachtens die gewoonte,
(van) een of meergeldbedrag
(en
) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en), althans enig voorwerp, (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 21.471.662
of EUR 16.507.852 of EUR 1 .02 7.469),
(Vindplaats: AMB-058, AMB-032 en AMB-051)
(sub a)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreernding en/of de
verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen of verhuld wie de
rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of wie bovenomschreven
voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad:
en/of
(sub b)
verworven en/of voorhanden gehad en/ofheeft overgedragen en/of omgezet
en/of van
voornoemd(e) voorwerp(en) gebruik gemaakt,
door toen en daar opzettelijk,
(telkens
)tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen,
-
een of meergeldbedrag
(en
) (op moeilijk traceerbare wijze)aan te wenden ten behoeve van zichzelf, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of
(een)ander
(en
):
en/of
(vindplaats: AMB-032, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
-interne overboekingen te verrichten tussen een of meer bankrekening(en) ten name
van Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed BV. en/of Centurion Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S.A.;
en/of
- een of meer geldbedrag(en) van een of meer bankrekening(en) ten name van Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed BV. en/of Centurion Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S.A. over te schrijven naar een of meer bankrekening(en) ten name van [naam 2] en/of [naam 1] en/of Soul Provider S.A. en al dan niet daarbij voor te wenden dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] en/of [naam 1] en een zakelijke band tussen Centurion Vastgoed BV. en Soul Provider S.A.;
en/of
- een of meer gira(a)l(e) geldbedrag(en) van een of meer bankrekening(en) ten name van Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed B.V. en/of Centurion Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S,A om te zetten in een of meer charta(a)l(e) geldbedrag(en),
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader
(s
), wist
(en
) -
althans redelijkerwijze moest(en) vermoeden -dat
dit/deze geldbedrag
(en
)-
onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig
(e)misdri
j(f
)(ven).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

12.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van oplichting,
meermalen gepleegd.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van bedrieglijke bankbreuk, meermalen gepleegd.
Het onder 3 primair bewezen verklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op, voor zover het niet betrekking heeft op het geld (ongeveer € 1,7 miljoen) dat op 31 juli 2014 op de rekeningen van Centurion Vastgoed BV of de stichting Derdengelden Centurion stond:
medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken.

13.Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

14.Oplegging van straf en/of maatregel

14.1
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd – kort en zakelijk weergegeven – verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar en negen maanden, met aftrek van voorarrest. Verder heeft de advocaat-generaal gevorderd dat verdachte wordt ontzet uit het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van vijf jaar en de bijkomende straf van openbaarmaking van het arrest op rechtspraak.nl. Tot slot heeft de advocaat-generaal gevorderd het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen.
14.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht – kort en zakelijk weergegeven – aan verdachte geen langere gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht en rekening te houden met het enorme tijdsverloop sinds het arrest van het hof voordat de zaak werd gecasseerd en het feit dat verdachte in die periode voor de tweede keer vader is geworden en een pasgeboren dochter heeft. Verder heeft de raadsman verzocht het gevorderde beroepsverbod niet op te leggen, nu verdachte zich in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis lange tijd heeft gehouden aan een soortgelijke voorwaarde, inhoudende dat hij zich niet mocht bezig houden met financiële producten. Ook de bijkomende straf van openbaarmaking van het arrest heeft volgens de raadsman niet langer effect, nu verdachtes naam op internet staat en hij daar al lange tijd de gevolgen van ondervindt. Tot slot heeft de raadsman verzocht het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
14.3
Het oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden.
Verdachte heeft langdurig samen met twee anderen feitelijke leiding gegeven aan een op het eerste gezicht professioneel opererende rechtspersoon Centurion Vastgoed B.V., die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, bedrieglijke bankbreuk en valsheid in geschrift. Daarnaast heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen. Dit laatste feit is bij de straftoemeting van ondergeschikt belang in het totale feitencomplex.
Verdachte heeft op geraffineerde wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen van nietsvermoedende particulieren. Er is een nauwe en bewuste samenwerking geweest tussen verdachte en zijn mededaders die erop gericht was om de gelden die beleggers in Centurion Vastgoed B.V. hadden ingelegd, tegen de vooraf gemaakte afspraken in, voor andere doeleinden aan te wenden. Op deze wijze werden van 20 oktober 2011 tot en met 31 juli 2014 ruim 650 beleggers tot een totaalbedrag van € 26.093.555,-- opgelicht en werd een bedrag van plusminus € 16.500.000,-- anders aangewend dan aan die beleggers was voorgespiegeld. Voorts werden grote geldbedragen aan het vermogen van Centurion Vastgoed B.V. in het zicht van het faillissement onttrokken.
Bovenstaande praktijken vormen een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door zijn eigen verlangen naar financieel gewin en zich niets gelegen laten liggen aan de grote financiële en emotionele gevolgen voor de slachtoffers, die hun beleggingen in rook hebben zien opgaan.
Voorts heeft de handelwijze van verdachte ertoe geleid dat er een smet is geworpen op de legale vastgoed-/beleggingswereld. De integriteit van de financiële wereld is hierdoor aangetast.
Het hof heeft bij de strafoplegging acht geslagen op de rechterlijke oriëntatiepunten voor fraude. In deze oriëntatiepunten wordt bij een benadelingsbedrag van € 1.000.000,-- en hoger een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden of meer gehanteerd. Het hof overweegt dat bij ernstige feiten als de onderhavige als uitgangspunt dient te gelden de oplegging van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 februari 2025, waaruit volgt dat verdachte op 4 oktober 2017 door dit hof in een soortgelijke zaak is veroordeeld tot een gevangenisstraf, welke veroordeling onherroepelijk is geworden op 3 december 2019. Het hof houdt hier in het nadeel van verdachte rekening mee maar ook in verband met het bepaalde in artikel 63 Sr.
Ten nadele van verdachte houdt het hof verder rekening met het feit dat verdachte ook ter terechtzitting van 12 maart 2025 niet of nauwelijks inzicht heeft getoond in het kwalijke van zijn handelen. Verdachte wast zijn handen in onschuld en stelt dat de beleggers zich beter hadden moeten informeren. Het hof rekent dit verdachte aan.
Het hof acht, alles afwegende, in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar passend. De door de rechtbank opgelegde (lagere) gevangenisstraf doet, gelet op al het vorenstaande, onvoldoende recht aan de ernst van de feiten en aan de rol van verdachte daarin.
Wat betreft de overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6, eerste lid, EVRM overweegt het hof als volgt.
Verdachte is op 17 maart 2015 in verzekering gesteld waarna de rechtbank op 20 juli 2016 vonnis heeft gewezen. Na het tegen dat vonnis ingestelde hoger beroep heeft het hof arrest gewezen op 12 juni 2019. Vervolgens heeft de Hoge Raad de zaak op 16 maart 2021 teruggewezen naar dit hof. De zaak is daarna voor het eerst op 21 februari 2024 gepland voor een inhoudelijke behandeling, die op verzoek van de verdediging is aangehouden. Ook de daarop volgende geplande inhoudelijke behandeling van 18 september 2024 is op verzoek van de verdediging aangehouden, waarbij op voorstel van de verdediging alsnog een regiebehandeling heeft plaatsgevonden. Het hof doet vervolgens op 23 april 2025, na vier jaar en circa één maand na terugwijzing, einduitspraak.
Het hof is van oordeel dat de redelijke termijn in deze omvangrijke zaak op tweeëneenhalf jaar is te stellen. Dat betekent dat er in eerste aanleg geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, maar dat die termijn door het hof (bij de eerste behandeling) met 5 maanden is overschreden. Ook na terugwijzing is er bij het hof sprake van een overschrijding en die betreft ruim anderhalf jaar.
Het hof zal, gelet op de lange duur van de procedure in zijn geheel en de (forse) overschrijding van de redelijke termijn in de appelfase voor- en na terugwijzing, de in beginsel passend geachte gevangenisstraf van zes jaar matigen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar, met aftrek van voorarrest.
Daarnaast acht het hof ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder of feitelijk bestuurder van enige rechtspersoon voor vijf jaar passend. Het hof is er niet gerust op dat verdachte, mede gelet op zijn procesopstelling ter terechtzitting, zich in de toekomst niet meer zal inlaten met het vermarkten van financiële producten.
Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof niet langer aanleiding voor het opleggen van de bijkomende straf van openbaarmaking van het arrest op rechtspraak.nl na het onherroepelijk worden daarvan. Het hof wil aannemen dat verdachte al sinds langere tijd gevolgen ondervindt van publicatie van zijn naam door media op internet, waarbij hij wordt gerelateerd aan beleggingsfraude.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
14.4
De voorlopige hechtenis
Anders dan door de advocaat-generaal gevorderd, ziet het hof geen reden de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen. Ook zal het hof het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis niet opheffen, zoals door de verdediging is verzocht. Het hof is van oordeel dat de ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte berust, nog steeds aanwezig zijn. Het hof zal daarom de schorsing laten voortduren overeenkomstig de beslissing van het hof van 12 juni 2019 en de daarin vermelde voorwaarden en tot het moment dat in deze zaak onherroepelijk is beslist.

15.De inbeslaggenomen voorwerpen

Uit de ‘beslaglijst’ blijkt dat onder verdachte diverse goederen zijn inbeslaggenomen. Ter terechtzitting van het hof heeft verdachte afstand gedaan van deze goederen. Dat geldt ook ten aanzien van (de opbrengst van) het horloge van het merk “Rado”, nu het horloge volgens verdachte reeds is verkocht en het hem alleen te doen was om het horloge vanwege de emotionele waarde. Nu verdachte afstand heeft gedaan van de inbeslaggenomen goederen, zal het hof hier geen beslissing meer over nemen.

16.Vordering van de benadeelde partijen vertegenwoordigd door de [benadeelde 1]

[benadeelde 1]

16.1
De (verminderde) vordering
De benadeelde partij [benadeelde 1] (hierna: de Stichting) heeft zich, namens de bij haar aangesloten beleggers in Centurion Vastgoed B.V., in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedroeg
€ 26.688.540,--. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd en het gevorderde bedrag bij schrijven van 13 september 2024 verminderd tot een bedrag van € 17.616.010,60 in verband met diverse tussentijdse uitkeringen.
16.2
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft primair gevorderd de (verminderde) vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] geheel toe te wijzen en subsidiair, om te voorkomen dat beoordeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren, een percentage van 25% op de vordering in mindering te brengen.
16.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit – kort en zakelijk weergegeven – dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat beoordeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Het is de curator (het hof begrijpt: en niet verdachte) die zijn verplichtingen jegens de schuldeisers niet is nagekomen, steken heeft laten vallen en nalatig is geweest. Het is daarom aan de civiele rechter om de schade vast te stellen en aan wie die schade kan worden toegerekend. Dat is, zo begrijpt het hof, te complex voor de strafrechter.
16.4
Het oordeel van het hof
De benadeelde partijen [benadeelde 2] / [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] en [benadeelde 6] hebben zich ter verkrijging van vergoeding van hun schade zowel aangesloten bij de [benadeelde 1] als afzonderlijk en individueel gevoegd in het strafproces. Deze benadeelde partijen hebben zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van hun oorspronkelijke vorderingen.
Het hof zal zich in het navolgende beperken tot een behandeling van het door de [benadeelde 1] gevorderde, nu ter zitting in eerste aanleg en in hoger beroep duidelijk is geworden dat voornoemde individuele benadeelde partijen niet hebben bedoeld andere schade vergoed te krijgen dan die waartoe zij de Stichting hebben gemachtigd hun belangen ter zake te behartigen. Bovendien heeft mevrouw [benadeelde 2] ter zitting in hoger beroep verklaard dat haar vordering en die van [benadeelde 3] niet nog eens afzonderlijk beoordeeld hoeven worden.
De [benadeelde 1] heeft ter onderbouwing van haar vordering overgelegd de inschrijfformulieren van de beleggers, de overzichten met bedragen per belegger en de bedragen die in de tussentijd aan de beleggers zijn uitgekeerd en in mindering strekken.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partijen als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade hebben geleden tot een bedrag van in totaal € 17.616.010,60, waarvoor verdachte met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk is. Ter onderbouwing van de vordering is in hoger beroep in september 2024 een geactualiseerde versie van het overzicht van de geleden vermogensschade ingediend. Dat overzicht is ter zitting aan bod gekomen en besproken. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vorderingen zullen worden toegewezen tot de bedragen, zoals vermeld op de als bijlage 1 aangehechte lijst, bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Het hof zal geen percentage in mindering brengen, nu ter zitting namens de Stichting, onder verwijzing naar het geactualiseerde overzicht, voldoende is onderbouwd dat en waarom bij toewijzing van het gehele bedrag geen sprake is van een dubbeltelling, dan wel van toewijzing van meer schade dan de benadeelde partijen in werkelijkheid hebben geleden. Door de verdediging is de vordering inhoudelijk ook niet betwist.
Het hof zal de aanvangsdatum van de wettelijke rente eenvoudshalve bepalen op
31 juli 2014 (faillissementsdatum Centurion Vastgoed B.V.) tot aan de dag der algehele voldoening.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, zoals vermeld op de als bijlage aangehechte lijst.
Op grond van artikel 36f, vijfde lid, Wetboek van Strafrecht, dient de rechter ten aanzien van de opgelegde schadevergoedingsmaatregel in zijn beslissing reeds de duur van de gijzeling te bepalen, waarbij is bepaald dat de duur daarvan maximaal één jaar (360 dagen) bedraagt.
Het hof stelt vast dat er meer dan 360 benadeelde partijen zijn van wie de vordering wordt toegewezen. Gelet op het voorgaande kan het hof voor het totaal van deze vorderingen niet meer dan 360 dagen gijzeling opleggen. Het hof zal derhalve ten aanzien van de 360 hoogste vorderingen, zoals vermeld op de als bijlage aangehechte lijst (bijlage 1), één dag gijzeling per vordering opleggen.

17.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 28, 31, 36f, 47, 51, 57, 63, 225, 326, 341 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, met uitzondering van artikel 36f Sr, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigthet vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaartzoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaartniet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Ontslaatverdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van feit 4, voor zover het betrekking heeft op het geld (ongeveer € 1,7 miljoen) dat op 31 juli 2014 op de rekeningen van Centurion Vastgoed BV of de stichting Derdengelden Centurion stond.
Verklaarthet onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 voor het overige bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeeltverdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveeltdat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ontzetverdachte van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder of feitelijk bestuurder van enige rechtspersoon als bedoeld in artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Vordering van de benadeelde partijen vertegenwoordigd door de [benadeelde 1]
Wijst toede vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen, vertegenwoordigd door de [benadeelde 1] , ter zake van het bewezen verklaarde, tot de bedragen zoals vermeld op de als bijlage aangehechte lijst (bijlage 1), te weten in totaal een bedrag van
€ 17.616.010,60,-- (zeventienmiljoen zeshonderdzestienduizend tien euro en zestig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verwijstverdachte in de door de benadeelde partijen gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legtaan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de slachtoffers, vertegenwoordigd door de [benadeelde 1] , ter zake van het bewezen verklaarde, de bedragen te betalen zoals vermeld op de als bijlage aangehechte lijst, te weten in totaal een bedrag van
€ 17.616.010,60,-- (zeventienmiljoen zeshonderdzestienduizend tien euro en zestig cent) ter zake van materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het aantal dagen gijzeling, eveneens vermeld op voornoemde aangehechte lijst, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van gijzeling de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van de slachtoffers niet opheft.
Bepaaltdat indien en voor zover verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaaltde aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 31 juli 2014.
Verstaatdat de eerder gegeven beslissing tot schorsing van de voorlopige hechtenis wordt voortgezet onder de bij beslissing van 12 juni 2019 vermelde schorsingsvoorwaarden tot aan de dag dat dit arrest onherroepelijk wordt.
Aldus gewezen door
mr. A. van Maanen, voorzitter,
mr. C.H. Zuur en mr. P.T.C. van Kampen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. Y.A. Hoekstra, griffier,
en op 23 april 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. C.H. Zuur en mr. P.T.C. van Kampen zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof, zittingsplaats Arnhem, van 23 april 2025.
Tegenwoordig:
mr. A. van Maanen, voorzitter,
mr. M. Jansen, advocaat-generaal,
mr. Y.A. Hoekstra, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter sluit het onderzoek ter terechtzitting en spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
BIJLAGE 1: lijst benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
BIJLAGE 2: de bewijsmiddelen
BIJLAGE 3: de tenlastelegging
De tenlastelegging luidt als volgt:
1. PRIMAIR
Centurion Vastgoed BV.,
op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door
- listige kunstgrepen; en/of
- een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
althans een of meer perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [belegger 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01 AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [belegger 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-01, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [belegger 3] ; en/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [belegger 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-O1 en AMB-006)
- [belegger 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [belegger 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [belegger 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [belegger 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [belegger 9] ; en/of
(vindplaats: G-13-01 en AMB-005)
- [belegger 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [belegger 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [belegger 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [belegger 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [belegger 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
heeft bewogen tot
- de afgifte van een of meer geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en);
en/of
- het verlenen van een dienst; en/of
- het aangaan van een schuld; en/of
- het teniet doen van een inschuld,
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 26.093.555) (vindplaats: AMB-065),
hierin bestaande dat, zij, Centurion Vastgoed B.V.,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- het publiek, althans voornoemd(e) perso(o)n(en), via aanbiedingsmateriaal en/of
beleggings- dan wel verzamelmemoranda en/of websites en/of telefonisch en/of op een
andere wijze heeft/hebben benaderd en/of geïnteresseerd in de deelname aan een/of
meer obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of meer
beleggingsproduct(en); en/of
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
- ( vervolgens) aan het (aldus benaderde en/of geïnteresseerd geraakte) publiek, althans
voornoemd(e) perso(o)n(en), tot zekerheid van te investeren gelden heeft/hebben
voorgespiegeld:
(a) Besteding inleggeld
dat de uitgifte van de/het obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of
meer beleggingsproduct(en), (uitsluitend) tot doel heeft/hebben fondsen in te zamelen
voor de financiering van het aankopen van grond(en) in Costa Rica en/of (vervolgens
voor) het aanleggen van infrastructuur en/of het klaarmaken van grond(en) voor
bebouwing en/of het bouwen van appartementen en/of villa’s en/of het bouwen van
(recreatieve) voorzieningen; en/of
(b) Terugbetaling inleggeld en uitbetaling rente, winst (ponzi)
dat met de in het aanbiedingsmateriaal omschreven doelen opbrengsten worden behaald,
waarmee het inleggeld wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst wordt uitbetaald;
en/of
(c) Garantie (vindplaats: AMB-006 en 007)
dat het inleggeld gegarandeerd wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst
gegarandeerd wordt uitbetaald aan het einde van de looptijd; en/of
(d) Toezicht en controle
dat een (onafhankelijke) registeraccountant van [naam accountant 3]
periodiek toezicht en
controle uitoefent op de besteding van het inleggeld (per beleggingsproduct) en/of het
financierings- en aankooptraject van grond(en) in Costa Rica en/of de jaarrekeningen;
en/of
(e) Stichting Derdengelden Centurion
dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion wordt voorkomen dat het inleggeld vermengd raakt met het vermogen van Centurion Vastgoed BV. en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en); en/of
(f) Taxatie
dat onafhankelijke experts of beëdigde makelaars en taxateurs de waarde vaststellen van
grond(en) in Costa Rica; en/of
(g) Kosten
dat er naast de in de investeringsbegroting en/of rendementsprognose weergegeven
kosten geen overige kosten zijn; en/of
(h) Trackrecord
dat Centurion Vastgoed BV. al eerder en met succes obligatieleningen heeft uitgegeven,
die vervroegd waren afgelost en waarbij er meer rente is uitbetaald dan overeengekomen,
waardoor een groot aantal, althans een of meer perso(o)n(en), waaronder voornoemd(e)
perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) en/of
eigendoms- dan wel winstrecht(en) en/of het verlenen van een dienst en/of het aangaan
van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke per-so(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aanhef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 326 Wetboek van strafrecht
Althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
SUBSIDIAIR
Hij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door
- listige kunstgrepen; en/of
- een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
althans een of meet perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [belegger 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01, AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [belegger 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-0l, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [belegger 3] ; en/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [belegger 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-0 1 en AM B-006)
- [belegger 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [belegger 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [belegger 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [belegger 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [belegger 9] ; en/of
(vindplaats: G-1 3-01 en AMB-005)
- [belegger 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [belegger 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [belegger 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [belegger 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [belegger 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
heeft bewogen tot
- de afgifte van een of meet geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winsttecht(en);
en/of
- het verlenen van een dienst; en/of
- het aangaan van een schuld; en/of
- het teniet doen van een inschuld,
(tot een totaalbedrag van ongeveer FUR 26.093.555) (vindplaats: AMB-065),
hierin bestaande dat, hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- het publiek, althans voornoemd(e) perso(o)n(en), via aanbiedingsmateriaal en/of
beleggings- dan wel verzamelmemoranda en/of websites en/of telefonisch en/of op een
andere wijze heeft/hebben benaderd en/of geïnteresseerd in de deelname aan een/of
meer obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of meet
beleggingsproduct(en); en/of
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014)
- ( vervolgens) aan het (aldus benaderde en/of geïnteresseerd geraakte) publiek, althans
voornoemd(e) perso(o)n(en), tot zekerheid van te investeren gelden heeft/hebben
voorgespiegeld:
(a) Besteding inleggeld
dat de uitgifte van de/het obligatielening(en) en/of winstcertifica(a)t(en), althans een of
meer beleggingsproduct(en), (uitsluitend) tot doel heeft/hebben fondsen in te zamelen
voor de financiering van het aankopen van grond(en) in Costa Rica en/of (vervolgens
voor) het aanleggen van infrastructuur en/of het klaarmaken van grond(en) voor
bebouwing en/of het bouwen van appartementen en/of villa’s en/of het bouwen van
(recreatieve) voorzieningen; en/of
(
b) Terugbetaling inleggeld en uitbetaling rente, winst (ponzi)
dat met de in het aanbiedingsmateriaal omschreven doelen opbrengsten worden behaald,
waarmee het inleggeld wordt terugbetaald en/of de rente en/of winst wordt uitbetaald;
en/of
(c) Garantie (vindplaats: AMB-006 en 007)
dat het inleggeld gegarandeerd worden terugbetaald en/of de rente en/of winst
gegarandeerd wordt uitbetaald aan het einde van de looptijd; en/of
(d) Toezicht en controle
dat een (onafhankelijke) registeraccountant van [naam accountant 3]
periodiek toezicht en controle uitoefent op de besteding van het inleggeld (per beleggingsproduct) en/of het
financierings- en aankooptraject van grond(en) in Costa Rica en/of de jaarrekeningen;
en/of
(e) Stichting Derdengelden Centurion
dat door gebruik te maken van de Stichting Derdengelden Centurion wordt voorkomen dat het inleggeld vermengd raakt met het vermogen van Centurion Vastgoed BV. en/of een of meer andere rechtsperso(o)n(en); en/of
(f) Taxatie
dat onafhankelijke experts of beëdigde makelaars en taxateurs de waarde vaststellen van
grond(en) in Costa Rica; en/of
(g) Kosten
dat er naast de in de investeringsbegroting en/of rendementsprognose weergegeven
kosten geen overige kosten zijn; en/of
(h) Trackrecord
dat Centurion Vastgoed B.V. al eerder en met succes obligatieleningen heeft uitgegeven,
die vervroegd waren afgelost en waarbij er meer rente is uitbetaald dan overeengekomen,
waardoor een groot aantal, althans een of meer perso(o)n(en), waaronder voornoemd(e)
perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot de afgifte van een of meet geldbedrag(en) en/of
eigendoms- dan wel winstrecht(en) en/of het verlenen van een dienst en/of het aangaan
van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld;
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 326 Wetboek van strafrecht
Althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
MEER SUBSIDIAIR
Centurion Vastgoed BV., op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk een of meet geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winsttecht(en),
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 21.471.662 of EUR 16.507.852),
(vindplaats: AMB-032)
dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014),
althans een of meer perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [belegger 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01, AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [belegger 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-01, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [belegger 3] : en/of
(vindplaats: G-06-01 en AMB-005)
- [belegger 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-01 en AMB-006)
- [belegger 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [belegger 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [belegger 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [belegger 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
- [belegger 9] : en/of
(vindplaats: G-13-01 en AMB-005)
- [belegger 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [belegger 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [belegger 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [belegger 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [belegger 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
in elk geval aan (een) ander(en) dan aan hem, Centurion Vastgoed BV., en/of zijn
mededader(s),
welk(e) geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en) hij, Centurion Vastgoed
BV., en/of zijn mededader(s), anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van een of
meer geldleningsovereenkomst(en), althans uit hoofde van een of meer burgerrechtelijke
overeenkomst(en), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke per-so(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aanhef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 321 Wetboek van strafrecht
Althans, indien vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
MEEST SUBSIDIAIR
Hij, op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland en/of België en/of Costa Rica,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk een of meet geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en),
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 21.471.662 of EUR 16.507.852),
(vindplaats: AMB-032)
dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan,
een groot aantal,
(vindplaats: AMB-002, 003, 004, 005, 006, 007, 010, 011, 012, 013 en 014),
althans een of meer perso(o)n(en), waaronder:
(vindplaats: DOC-281)
- [belegger 1] ; en/of
(vindplaats: G-03-01, AMB-003, 007 en 011 en AMB-063)
- [belegger 2] ; en/of
(vindplaats: G-04-01, 02 en 03, AMB-002, 007, 010 en 011 en AMB-063)
- [belegger 3] ; en/of
(vindplaats: G-06-0 1 en AM B-005)
- [belegger 4] ; en/of
(vindplaats: G-08-01 en AMB-006)
- [belegger 5] ; en/of
(vindplaats: G-09-01 en AMB-007)
- [belegger 6] ; en/of
(vindplaats: G-10-01, AMB-002, 010, 011, 013 en 014 en AMB-063)
- [belegger 7] ; en/of
(vindplaats: G-11-01 en AMB-004, 010 en 013)
- [belegger 8] ; en/of
(vindplaats: G-12-01 en AMB-010 en 013)
[belegger 9] ; en/of
(vindplaats: G-13-01 en AMB-005)
- [belegger 10] ; en/of
(vindplaats: G-14-01 en AMB-012)
- [belegger 11] ; en/of
(vindplaats: G-15-01 en AMB-002, 007 en 011)
- [belegger 12] ; en/of
(vindplaats: G-17-01, AMB-004 en 014 en AMB-063)
- [belegger 13] ; en/of
(vindplaats: G-18-01 en 02, AMB-004, 006, 011 en 013 en AMB-063)
- [belegger 14]
(vindplaats: G-19-01 en AMB-003, 004 en 012),
in elk geval aan (een) ander(en) dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), welk(e)
geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en) hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s), anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van een of meer
geldleningsovereenkomst(en), althans uit hoofde van een of meer burgerrechtelijke
overeenkomst(en), onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 321 Wetboek van strafrecht
2.
PRIMAIR
Centurion Vastgoed BV., op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met heden,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
terwijl Centurion Vastgoed B.V. bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen
van 31 juli 2014 in staat van faillissement is verklaard,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
(sub 1)
lasten verdicht heeft of verdicht; en/of
enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt,
hierin bestaande,
a. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
1.444.488,22) is/zijn aangewend ten behoeve van de joint venture Saint Kitts’;
en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.1 en DOC-051)
b. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
399.605,04 en/of EUR 203.465,82) is/zijn aangewend ten behoeve van Centauro
Real Estate BV.; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.2)
c. dat goodwill is overgedragen aan Centauro Real Estate BV.; en/of
d. dat een of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
20.384,71) is/zijn aangewend ten behoeve van Doelbewust Uitgeven B.V.; en/of
(vindplaats: AMB-051)
e. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn aangewend ten behoeve van het verrichten
van betalingen aan een leasemaatschappij en/of Soul Provider S.A. en/of [kantoornaam]
; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
f. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn overgeboekt naar
- een bankrekening ten name van [verdachte] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 3] ; en/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 2] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van Soul Provider S.A.; en/of
- een bankrekening ten name van [bank] ; en/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte 2] ; en/of
(vindplaats: AMB-060 en AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
g. dat een of meer geldbedrag(en) in rekening-courant is/zijn geboekt onder niet
zakelijke omstandigheden, althans terwijl men wist dan wel redelijkerwijze moest
vermoeden dat niet kon worden terugbetaald; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
h. dat buitensporige verteringen zijn gedaan; en/of
(vindplaats: AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
(sub 4)
geheel dan wel gedeeltelijk niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op haar
rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie
ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke pers(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aan hef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 341 aan hef en onder a Wetboek van strafrecht
Althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
SUBSIDIAIR
Hij,
op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met heden,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
terwijl Centurion Vastgoed BV. bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen
van 31 juli 2014 in staat van faillissement is verklaard,
(telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers,
(sub 1)
lasten verdicht heeft of verdicht; en/of
enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt,
hierin bestaande,
a. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
1.444.488,22) is/zijn aangewend ten behoeve van de joint venture Saint Kitts’;
en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.1 en DOC-051)
b. dat een/of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
399.605,04 en/of EUR 203.465,82) is/zijn aangewend ten behoeve van Centauro
Real Estate BV.; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.2)
c. dat goodwill is overgedragen aan Centauro Real Estate BV.; en/of
d. dat een of meer geldbedrag(en) (tot een totaalbedrag van ongeveer EUR
20.384,71) is/zijn aangewend ten behoeve van Doelbewust Uitgeven B.V.; en/of
(vindplaats: AMB-051)
e. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn aangewend ten behoeve van het verrichten
van betalingen aan een leasemaatschappij en/of Soul Provider S.A. en/of [kantoornaam]
; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
f. dat een of meer geldbedrag(en) is/zijn overgeboekt naar
- een bankrekening ten name van [verdachte] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 3] ; en/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 2] ; en/of
- een bankrekening ten name van [naam 1] ; en/of
- een bankrekening ten name van Soul Provider S.A.; en/of
- een bankrekening ten name van [bank] ; en/of
- een bankrekening ten name van [medeverdachte 2] ; en/of
(vindplaats: AMB-060 en AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
g. dat een of meer geldbedrag(en) in rekening-courant is/zijn geboekt onder niet
zakelijke omstandigheden, althans terwijl men wist dan wel redelijkerwijze moest
vermoeden dat niet kon worden terugbetaald; en/of
(vindplaats: AMB-060, paragraaf 7.3, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
h. dat buitensporige verteringen zijn gedaan; en/of
(vindplaats: AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
(sub 4)
geheel dan wel gedeeltelijk niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem
rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie
ingevolge artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 341 aan hef en onder a Wetboek van Strafrecht
3.
PRIMAIR
Centurion Vastgoed BV., op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
onder meer:
(vindplaats: AMB-059)
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 2] ;
en/of
(vindplaats: DOC-306)
b. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 1] ; en/of
(vindplaats: DOC-178)
c. een vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed
B.V. en [naam 2] ; en/of
(vindplaats:DOC-175/2 en 3)
d. een model werkgeversverklaring; en/of
(vindplaats: DOC-328)
e. een loonspecificatie,
(vindplaats: DOC-329)
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of
heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door een of meer ander(en) te doen gebruiken,
immers heeft zij, Centurion Vastgoed BV., en/of haar mededader(s) - zakelijk
weergegeven - valselijk, immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] , althans dat
[naam 2] de functie uitoefende van (senior) accountmanager; en/of
b. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 1] , althans dat
[naam 1] de functie uitoefende van marketing- en tripadvisor; en/of
c. op die vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst vermeld en/of doen
vermelden dat het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2]
was beëindigd; en/of
d. op die model werkgeversverklaring vermeld en/of doen vermelden dat er sprake
was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 2] ,
althans dat [naam 2] de functie uitoefende van (senior) accountmanager
en/of een bruto jaarsalaris genoot van FUR 63.000; en/of
e. op die loonspecificatie vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [naam 2] ,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke per-so(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e)
feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven
aan bovenomschreven verboden gedraging(en);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 51, lid 2 aan hef en onder 2 Wetboek van strafrecht
Artikel 225, lid 1 Wetboek van strafrecht
Althans, indien vorenstaande niet tot een veroordeling leidt
SUBSIDIAIR
Hij, op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
onder meer:
(vindplaats: AMB-059)
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en 5. Olde Keizer;
en/of
(vindplaats: DOC-306)
b. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 1] ; en/of
(vindplaats: DOC-178)
c. een vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed
BV. en [naam 2] ; en/of
(vindplaats:DOC-175/2 en 3)
d. een model werkgeversverklaring; en/of
(vindplaats: DOC-328)
e. een loonspecificatie,
(vindplaats: DOC-329)
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of
heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door een of meer ander(en) te doen gebruiken,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) - zakelijk weergegeven - valselijk,
immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] , althans dat
[naam 2] de functie uitoefende van (senior) accountmanager; en/of
b. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van
een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 1] , althans dat
[naam 1] de functie uitoefende van marketing- en tripadvisor; en/of
c. op die vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst vermeld en/of doen
vermelden dat het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2]
was beëindigd; en/of
d. op die model werkgeversverklaring vermeld en/of doen vermelden dat er sprake
was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [naam 2] ,
althans dat [naam 2] de functie uitoefende van (senior) accountmanager
en/of een bruto jaarsalaris genoot van EUR 63.000; en/of
e. op die loonspecificatie vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [naam 2] ,
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 225, lid 1 Wetboek van strafrecht
4.
Hij, op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 12 december 2008 tot en met heden,
in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke per-so(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
hierin bestaande dat hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) krachtens die gewoonte,
(van) een of meer geldbedrag(en) en/of eigendoms- dan wel winstrecht(en), althans enig
voorwerp,
(tot een totaalbedrag van ongeveer EUR 21.471.662 of EUR 16.507.852 of EUR
1.027.469),
(Vindplaats: AMB-058, AMB-032 en AMB-051)
(sub a)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de
verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen of verhuld wie de
rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of wie bovenomschreven
voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad:
en/of
(sub b)
verworven en/of voorhanden gehad en/of overdragen en/of omgezet en/of van
voornoemd(e) voorwerp(en) gebruik gemaakt,
door toen en daar opzettelijk,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
- een of meer geldbedrag(en) (op moeilijk traceerbare wijze)
aan te wendenten behoeve
van zichzelf, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of (een) ander(en): en/of
(vindplaats: AMB-032, AMB-037, AMB-039 en AMB-051)
-interne overboekingen te verrichtentussen een of meer bankrekening(en) ten name
van Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed B.V. en/of Centurion
Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S.A.;
en/of
- een of meer geldbedrag(en) van een of meer bankrekening(en) ten name van Stichting
Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed BV. en/of Centurion Makelaardij en
Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S.A.
over te schrijven
naar een of meer bankrekening(en) ten name van [naam 2] en/of [naam 1]
en/of Soul Provider S.A. en al dan niet daarbij voor te wenden dat er sprake was
van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [naam 2] en/of [naam 1]
en een zakelijke band tussen Centurion Vastgoed BV. en Soul Provider S.A.;
en/of
- een of meer gira(a)l(e) geldbedrag(en) van een of meer bankrekening(en) ten name van
Stichting Derdengelden Centurion en/of Centurion Vastgoed B.V. en/of Centurion
Makelaardij en Projectontwikkeling B.V. en/of Centurion Project and Development S,A
om
te zettenin een of meer charta(a)l(e) geldbedrag(en),
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), wist(en) - althans redelijkerwijze moest(en)
vermoeden - dat dit/deze geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrij(f)(ven);
Artikel 47, lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van strafrecht
Artikel 420bis Wetboek van strafrecht
Artikel 420ter Wetboek van strafrecht
Artikel 420quater Wetboek van strafrecht