ECLI:NL:GHARL:2025:2142

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
21-000951-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot doodslag en seksueel misbruik van minderjarige

Op 9 april 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte [verdachte], die werd beschuldigd van ernstige strafbare feiten tegen zijn dochter, [benadeelde]. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar voor poging tot doodslag, seksueel binnendringen en mishandeling. De zaak kwam aan het licht na meerdere ziekenhuisopnames van [benadeelde], die op 12 februari 2022 met hersenletsel en ribbreuken werd opgenomen. De artsen constateerden ook bloeduitstortingen en andere verwondingen die duiden op mishandeling. Het hof oordeelde dat de verdachte met geweld heeft gehandeld, wat leidde tot ernstige schade aan de lichamelijke en seksuele integriteit van het kind. De vordering van de benadeelde partij, vertegenwoordigd door bijzonder curator mr. J.E. Bruning, werd gedeeltelijk toegewezen, met een schadevergoeding van €104.245,29, bestaande uit materiële en immateriële schade. Het hof benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het leven van [benadeelde], die als gevolg van de mishandelingen blijvende schade zal ondervinden.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000951-24
Uitspraak d.d.: 9 april 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 20 februari 2024 met parketnummer 08-041507-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
thans verblijvende in [P.I.] , [locatie] te [plaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 maart 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Op 9 april 2025 is het onderzoek gesloten en daarna is meteen uitspraak gedaan.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.G. Bischop, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen namens de benadeelde partij [benadeelde] (hierna: [benadeelde] ) door bijzonder curator mr. J.E. Bruning en mr. C.E. Jeekel naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte wegens drie strafbare feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren, met aftrek van voorarrest. De door de rechtbank bewezenverklaarde feiten betreffen met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, begaan tegen zijn kind, meermalen gepleegd, poging tot doodslag en mishandeling van zijn kind, meermalen gepleegd. De vordering van de benadeelde partij is door de rechtbank toegewezen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van [geboortedag] 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, (telkens) met zijn kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer (gewelddadige) handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , te weten het (met kracht) in haar vagina en/of anus brengen van een (stomp) voorwerp en/of een lichaamsdeel;
1. subsidiair
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van [geboortedag] 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, (telkens) zijn kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten (ano)genitaal letsel, heeft toegebracht door (met kracht) een (stomp) voorwerp en/of een lichaamsdeel in haar vagina en/of anus te brengen/duwen.
2. primair
hij op of omstreeks 12 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn/hun kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, opzettelijk van het leven te beroven, forse kracht(en) op haar hoofd heeft/hebben uitgeoefend en/of haar (krachtig) heen en weer heeft/hebben geschud, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair
hij op of omstreeks 12 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan zijn/hun kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten hoofd-/hersenletsel en/of een ribbreuk, heeft/hebben toegebracht door forse krachten op haar hoofd uit te oefenen en/of haar (krachtig/hevig) heen en weer te schudden;
2. meer subsidiair
hij op of omstreeks 12 februari 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zijn/hun kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, heeft/hebben mishandeld door forse krachten op haar hoofd uit te oefenen en/of haar (krachtig/hevig) heen en weer te schudden, welk feit zwaar lichamelijk letsel (te weten: hoofd-/hersenletsel en/of een ribbreuk) ten gevolge heeft gehad.
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van [geboortedag] 2022 tot en met 12 februari 2022 en/of in de periode van 10 mei 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, Telkens zijn kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal met kracht voornoemd kind (bij het lichaam en/of hoofd) (stevig) vast te pakken/houden en/of te slaan en/of te knijpen en/of te heen en weer te schudden en/of te laten vallen (waardoor [benadeelde] een of meer gebroken rib(ben) en/of blauwe plekken en/of bloeduitstortingen heeft bekomen).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal is van oordeel dat het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, met uitzondering van het tenlastegelegde medeplegen onder feit 2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het hof als het gaat om de bloeduitstorting naar aanleiding van de tik die verdachte aan [benadeelde] heeft gegeven op 8 februari 2022. De overige incidenten die onder feit 3 ten laste zijn gelegd kunnen volgens de raadsvrouw niet aan verdachte worden toegerekend. De raadsvrouw heeft – kort gezegd – aangevoerd dat verdachte blijft bij zijn verklaring dat hij niet de verwondingen en het ernstige letsel bij [benadeelde] heeft toegebracht. Dit betekent in zijn optiek dat de moeder van [benadeelde] (medeverdachte [medeverdachte] ) dit gedaan moet hebben. Volgens de verdediging past dit uitgangspunt binnen de bewijsmiddelen.
Het oordeel van het hof
Bewijsmiddelen [1]
Het hof ontleent aan de inhoud van de volgende bewijsmiddelen het bewijs dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De hieronder weergegeven verklaringen en tapgesprekken betreffen slechts de redengevende onderdelen uit die verklaringen en gesprekken. Voor de leesbaarheid is soms gekozen voor een zakelijke weergave.
Een meldformulier kindermishandeling VTIJ – Politie: [2]

Algemene gegevens

Datum en tijdstip melding: 16-02-2022

Jeugdige

Achternaam: [achternaam]
Roepnaam: [voornaam]
Voorletter(s): [voorletter(s)]
Geslacht: vrouw
Geboortedatum: [geboortedag] -2022
GBA: [adres] [postcode] [plaats]

Moeder Ook verzorgende ouder: ja

Naam: [achternaam]
Roepnaam: [voornaam]
Voorletter(s): [voorletter(s)]
Geslacht: vrouw
Geboortedatum: [geboortedag] -1991
GBA: [adres] [postcode] [plaats]

VaderOok verzorgende ouder: ja

Naam: [achternaam]
Roepnaam: [voornaam]
Voorletter(s): [voorletter(s)]
Geslacht: man
Geboortedatum: [geboortedag] -1991
GBA: [adres] [postcode] [plaats]

Nadere informatie over de melding

Datum ontvangst melding bij VTIJ; 14-02-2022 gemeld door de kinderarts van [regioziekenhuis] .
Datum tijdstip/periode mishandeling: 12-02-2022
Plaats en adres van het voorval: [adres] [postcode] [plaats]
Korte omschrijving mishandeling: vader geeft aan dat hij met zijn dochter op de arm door de kamer aan het wiegen was, op enig moment werd dochter slap, viel haar hoofd tegen zijn hoofd aan en armpjes en beentjes werden slap. Daarop heeft hij actie ondernomen om zijn dochter wakker/weer bij te krijgen. Beide ouders spreken over tikken tegen het kind/licht schudden. Ouders hebben 112 gebeld, kind is met ambulance vervoerd naar het [regioziekenhuis] .
Informatie van de kinderarts:
Ambulance medewerkers troffen een kind aan met wisselende hartslag, wel zelf ademhalend, bleek van huidskleur onderweg richting ziekenhuis het zelfde beeld. Op de spoedeisende hulp stopte kind even met ademhalen.
Kind is met spoed naar het [universitair ziekenhuis] vervoerd, daar is de beademing gestart en verder onderzoek ingezet.
Korte omschrijving letsel: CT scan geeft aan dat er sprake is van een bloeding in de hersenen. Bij lichamelijk onderzoek zijn ook uitwendige bloeduitstortingen gezien aan de zijkant gezicht links en op de rug.
[universitair ziekenhuis] heeft skeletstatus gemaakt daarop meerdere ribbreuken geconstateerd.
Een proces-verbaal van bevindingen: [3]
Op 12 februari te 14:51:48 uur werd er middels een 112 melding gebeld met de Ambulancezorg [regio] in verband met een onwel wording van een baby.
[medeverdachte] (naam genoemd)
M: Man
A: Ambulancemedewerkster
[medeverdachte] : Ik heb een baby van 4 weken en zij is ineens heel slap.
[medeverdachte] : Ze is heel slap, ze reageert niet echt.
Een forensisch medische letselrapportage: [4]
Betrokkene: [benadeelde]
Geb. [geboortedag] -2022

Toelichting op de medische bevindingen

Op 12-02-2022 is BE opgenomen in de [regioziekenhuis] i.v.m. plotseling slap worden. Aan het gelaat en op de rug werden bloeduitstortingen gezien. Op de CT-scan van het hoofd werden subdurale en subarachnoidale bloedingen (bloedingen onder het harde hersenvlies en spinnenwebvlies) gezien.
Foto 2: gemaakt op 12-02-2022, rug
Op de rug zijn minimaal zes slecht begrensde gele en rood-bruine ovale tot ronde verkleuringen van de huid zichtbaar met een geschatte grootte van enkele centimeters. De roodbruine huidverkleuringen vervloeien gedeeltelijk.
Een proces-verbaal van bevindingen: [5]
Meer-ogen-beleid
[benadeelde] is op 01 maart 2022 ontslagen uit het [universitair ziekenhuis] . Op dat moment heeft Veilig Thuis [regio] een meer-ogen-beleid ingesteld. Deze afspraak hield in dat [medeverdachte] en [verdachte] nooit alleen mochten zijn met [benadeelde] er moest altijd een derde persoon bij zijn. Dit meer-ogen-beleid heeft geduurd tot 18 maart.
Een proces-verbaal van bevindingen: [6]
Op 31 mei 2022 heb ik telefonisch contact gelegd met het Ziekenhuis te [plaats] . Ik werd door een verpleegkundige van het ziekenhuis te [plaats] gebeld.
Zij verklaarde samengevat het volgende:
- Ze was op maandagavond 30 mei 2022 werkzaam als verpleegkundige
- Zij kreeg een melding via de Huisartsenpost dat er een gezin aan kwam met een jong kindje
- Het jonge kind zou rectaal bloedverlies hebben en er bleek uitzien
- Het gezin werd door haar opgevangen
- Zij zag dat het kindje blauwe plekken in het gezicht had en er erg bleek uitzag
- Verpleegkundige maakte de luier open en schrok
- Verpleegkundige keek naar een groot gat. Er werd geen verschil waargenomen tussen vagina en anus.
Een forensisch medische letselrapportage: [7]

Betrokkene: [benadeelde]

Naam en geboortedatum Geb. op [geboortedag] -2022
5. Resultaten onderzoek
5.1
Medische tijdlijn hersenletsel, ribbreuken en bloeduitstortingen
[benadeelde] is geboren op [geboortedag] -2022 na een ongecompliceerd verlopen, voldragen zwangerschap. [benadeelde] functioneerde direct goed.
Enkele dagen voor 12-02-2022 zou ze “in slijm zijn gebleven” waarna ouders haar op de rug zouden hebben geklopt.
In de ziekenhuisgegevens staat dat [benadeelde] in de middag van 12-02-2022 huilerig was. Terwijl ze gewiegd werd door vader, zou ze plotseling slap en bleek geworden zijn. Hulpdiensten werden ingeschakeld. Bij aankomst van de ambulance reageerde [benadeelde] matig en zag ze bleek. Ze had spontane hartslag en ademhaling. [benadeelde] werd met de ambulance naar het [regioziekenhuis] te [plaats] vervoerd.
In het ziekenhuis had [benadeelde] aanvankelijk een paar momenten van kortdurende ademhalingsstilstand en verstijving (een soort epileptische trekkingen) met zuurstofdalingen in het bloed. Ze ademde niet goed meer en het was nodig de ademhaling te ondersteunen en haar later volledig te beademen via een beademingsbuis.
Bij lichamelijk onderzoek waren bloeduitstortingen zichtbaar aan de linkerkant van het gezicht en bij het linker oog, en op de rug.
[benadeelde] werd overgeplaatst naar het [universitair ziekenhuis] .
Op een CT-scan van het hoofd van 12-02-2022 waren een schedelbreuk aan de achterzijde van het de schedel en bloeduitstortingen (waarschijnlijk) onder het spinnenwebvlies aan de rechterzijde (voor en in het midden) zichtbaar. Bij herhaling van de CT-scan op 13-02-2022 werd de aanwezigheid van de schedelbreuk niet bevestigd, er zou sprake kunnen zijn van een extra schedelnaad of een bloedvat. De bloeduitstorting onder het spinnenwebvlies was meer uitgesproken.
Bij revisie van de röntgenfoto’s van 13 en 14-02-2022 beschreef [professor] de aanwezigheid van meerdere ribbreuken, alle aan de achterzijde langs de wervelkolom gelegen.
Hij beschreef ribbreuken aan de rechter zijde:
-
van de zesde rib met knikstand en subtiele botnieuwvorming;
-
van de zevende rib met botnieuwvorming;
-
van de tiende rib, recent.
En ribbreuken aan de linker zijde:
-
van de tweede rib met enige botnieuwvorming;
-
van de derde rib met enige botnieuwvorming.
Op 18-02-2022 werd op een MRI-scan van het hoofd een uitbreiding van de bekende bloeduitstortingen gezien, waarbij als nieuwe bevinding tevens sprake was van een kleine bloeduitstorting onder het harde hersenvlies langs beide hersenhelften, rechts meer dan links (zijwaarts en achterwaarts). Tevens werden bloedstolsels gezien in de ankervenen. In de hersenkamers waren bloedproducten zichtbaar.
[professor] bevestigde bij revisie van de MRI-scan van 18 februari 2022 de uitbreiding van de bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies met een geringe verschuiving van de middenlijn naar links, met een spoortje bloed onder het spinnenwebvlies en een spoortje bloed in de achterzijde van de linker hersenkamer. In het hersenweefsel zelf constateerde [professor] geen afwijkingen.
De aanwezigheid van bloedstolsels in meerdere afvoerende bloedvaten (ankervenen) werd bevestigd.
Op 28-02-2022 werd de serie röntgenfoto’s van het gehele skelet herhaald. Hierop was als nieuwe bevinding een ribbreuk van de 10e rib aan de rechterzijde zichtbaar, aan de achterzijde van de borstkas gelegen.
Nadien werd meermaals radiologisch onderzoek uitgevoerd. Bij revisie door [professor] van de MRI-scan van de hersenen van 13-05-2022, van een röntgenfoto van de borstkas van 30-05-2022, van een serie röntgenfoto’s van het gehele skelet van 01-06-2022 en van een MRI-scan van de hersenen van 02-06-2022 zag hij het volgende: De meeste ribbreuken waren restloos genezen.
Wel waren twee nieuwe ribbreuken zichtbaar, zonder botnieuwvorming. Het betrof een ribbreuk aan de achterzijde van de tiende rib (langs de wervelkolom), en een ribbreuk aan de achterzijde van de elfde rib links (meer naar het midden van de linker helft van de borstkas).
[professor] concludeerde dat in totaal op minimaal 3 momenten gescheiden in tijd sprake moet zijn geweest van een krachtsinwerking op de ribben, als oorzaak van de ribbreuken.
5.4
Hoofdletsel
Na een incident op 12-02-2022 is bij radiologisch onderzoek van [benadeelde] geen letsel van het hersenweefsel waargenomen. Er was wel sprake van bloed bij de hersenvliezen en in (minimaal) één hersenkamer. Op basis van de klinische verschijnselen kan echter geconcludeerd worden dat wel sprake was van acuut ontstaan hersenletsel, gezien de door medisch professionals geconstateerde bewustzijnsvermindering, ademhalingsproblemen en trekkingen.
Op 18-02-2022 was op een MRI-scan van het hoofd een subtiele verschuiving van de middenlijn van de hersenen naar de linkerzijde zichtbaar. Hoewel enige druk van de bloeduitstorting onder het harde hersenvlies (met name rechts) niet is uit te sluiten, lijkt dit passend bij hersenzwelling die (meer of enkel) aan de rechterzijde van de hersenen is opgetreden.
Nu geen medische oorzaken zijn gevonden voor de klinische en radiologische bevindingen, moet aan krachtsinwerkingen op het hoofd gedacht worden als oorzaak van de klinische verschijnselen en letsels in het hoofd. Een forse krachtsinwerking op het hoofd als oorzaak kan accidenteel of niet-accidenteel zijn. Forse krachten op het hoofd kunnen geleid hebben tot een zwelling van de hersenen en epileptische activiteit, wat kan hebben bijgedragen aan de hersenschade.
Een forse krachtsinwerking op het hoofd met of zonder impact kan als mogelijkheid overwogen worden. Een dergelijke krachtsinwerking zonder impact kan bijvoorbeeld ontstaan bij een heftig schudincident of bij een verkeersongeval waarbij een voertuig (meermaals) over de kop slaat. Een forse krachtsinwerking met impact kan bijvoorbeeld een val van (grote) hoogte zijn.
De bloeduitstortingen langs de hersenen, de huidletsels en de bevindingen van radiologisch onderzoek kunnen gebruikt worden om de oorzaak voor de hersenschade te herleiden.
5.4
Bloedingen langs de hersenen en in de hersenkamer
Bij [benadeelde] was op 13-02-2022 sprake van aanwezigheid van bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies, aan de buitenzijde langs uiteindelijk beide hersenhelften en tussen de helften van de grote hersenen in.
Bloedingen onder het harde hersenvlies ontstaan als de zogenaamde ankervenen of brugvenen (af)scheuren.
Ankervenen kunnen scheuren als sprake is van herhaalde hevige voor-achterwaartse (en waarschijnlijk ook rotatoire) bewegingen van het hoofd. Een dergelijk mechanisme kan optreden bij heftig repeterend acceleratie-deceleratie krachten (zoals bij een schudincident) of bij forse impact (botsende krachtsinwerking op of tegen het hoofd), of bij de combinatie van beide. Hierbij is veel kracht nodig. Krachten die ontstaan bij vallen van beperkte hoogte (1 tot 2 meter) en bij gebruikelijke huis-, tuin- en keukenongevallen, en daarmee ook bij normaal uitgevoerde verzorgingshandelingen, zijn doorgaans onvoldoende voor het oplopen van een dergelijke bloeding onder het harde hersenvlies.
De geboorte is in geval van [benadeelde] geen logische oorzaak van de bloeduitstorting onder het harde hersenvlies gezien het (kennelijk plots ontstane) incident op de leeftijd van ruim 4 weken bij een tot dat moment normaal beschreven functioneren.
Als sprake is van een acute klinische noodsituatie met bewustzijnsvermindering en ademhalingsproblemen bij een tot die tijd normaal functionerend kind, en bij een nadien geconstateerd ernstig hersenletsel, dan is de krachtsinwerking zo fors geweest dat het na de krachtsinwerking niet mogelijk zal zijn geweest om normaal te functioneren.
Bij [benadeelde] was sprake van een dergelijke acute klinische noodsituatie. Bij haar moet juist voorafgaande aan het ontstaan van de klinische verschijnselen sprake zijn geweest van een forse krachtsinwerking op het hoofd.
Concluderend:
De bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies zijn, afzonderlijk beschouwd,
veel waarschijnlijkerbij een forse krachtsinwerking dan bij gebruikelijke huis-, tuin- en keukenongevallen, bij normaal uitgevoerde verzorgingshandelingen en/of bij een medische aandoening. De geboorte kan als oorzaak uitgesloten worden geacht.
Verder zijn de bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies, uitgaande van een forse krachtsinwerking en afzonderlijk beschouwd,
iets waarschijnlijkeronder de hypothese van niet-accidentele dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
Bloeduitstortingen onder het spinnenwebvlies zijn
ongeveer even waarschijnlijkonder de hypothese van niet-accidentele, als onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
5.5
Ribbreuken
Bij [benadeelde] zijn op 13 en 14 februari vijf ribbreuken vastgesteld. Op 30 mei en 1 juni 2022 zijn nog twee ribbreuken vastgesteld.
Ribbreuken ontstaan doorgaans door een directe krachtsinwerking of door compressie. De aanwezigheid van meerdere ribbreuken, en beiderzijdse aanwezigheid, is sterker gerelateerd aan een niet-accidentele oorzaak dan een enkele ribbreuk. De achterzijde van de ribbenkast is de meest voorkomende locatie van ribbreuken als gevolg van een niet-accidentele krachtsinwerking. Compressie in voor-achterwaartse richting geeft aanleiding tot breuken zijwaarts en/of achterwaarts van ribben.
Dat forse krachten nodig zijn voor het ontstaan van ribbreuken aan de achterzijde van de borstkas, kan worden afgeleid uit de zeldzaamheid van ribbreuken op deze locatie na reanimatiehandelingen bij kinderen.
Concluderend:
De ribbreuken achten wij op grond van aanwezigheid, aantal en locatie
waarschijnlijkeronder de hypothese van een niet-accidentele krachtsinwerking, dan onder de hypothese van een accidentele krachtsinwerking. Op basis van radiologische kenmerken zijn er aanwijzingen voor minimaal 3 momenten met krachtsinwerking. In de beschikbaar gestelde informatie zijn geen passende verklaringen voor het ontstaan van de ribbreuken aangetroffen. Het op de rug kloppen, gelet op vaders verklaring, is geen passende verklaring voor deze (combinatie van) ribbreuken, gezien het letselmechanisme en gezien de radiologische dateringen.
5.6
Huidletsels
Op 14 en 24-05-2022 ( 4 maanden oud) waren op de huid juist onder de onderlip in beide mondhoeken in totaal drie parallel verlopende, oppervlakkige kras/krabletsels.
Op 28-05-2022 ( 4 maanden oud) was sprake van een bloeduitstorting in het oogwit aan de buitenzijde van het linker oog.
Bloeduitstortingen in het oogwit zijn bij kinderen relatief zeldzaam, en in 94% tot 97% van de gevallen het gevolg van een uitwendige krachtsinwerking.
Bij opname op 12-02-2022 zijn blauwe plekken (onderhuidse bloeduitstortingen) beschreven op het gelaat en de rug van [benadeelde] . Onderhuidse bloeduitstortingen komen bij niet-mobiele kinderen relatief zeldzaam voor (circa 0,5 tot 4%), en zijn vaker beschreven bij kinderen met niet-accidenteel letsel dan bij accidenteel letsel. In algemene zin zijn onderhuidse bloeduitstortingen op deze leeftijd en op de beschreven locaties (minimaal)
waarschijnlijkeronder een hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking dan onder een hypothese van accidentele krachtsinwerking.
De huidbeschadigingen op de huid juist onder de onderlip zijn in elk geval het gevolg van een uitwendige krachtsinwerking. De letsels lijken te fors om door [benadeelde] zelf toegebracht te zijn.
Een ontstaansmechanisme waarbij de mond één- of meermaals stevig vastgepakt wordt met een hand van een verzorger, waarbij de nagels een krassende beweging maken en de huid beschadigen, kan overwogen worden.
5.7
Combinatie van bevindingen (hersenletsel, ribbreuken en bloeduitstortingen)
Bij [benadeelde] was op en vanaf 12-02-2022 sprake van hersenletsel met ademhalingsproblemen, bewustzijnsvermindering en trekkingen. Bij onderzoek was sprake van bloeduitstortingen langs de hersenen, van ribbreuken van verschillende ouderdom en van huidletsels.
De combinatie van bevindingen wijst, mede gezien het uitgevoerde onderzoek naar medische oorzaken, op een forse krachtsinwerking als oorzaak van het hersenletsel, als gevolg van een forse impact en/of een heftig schudincident.
Er zijn geen medische aandoeningen geconstateerd die de combinatie van bevindingen kan verklaren. De geconstateerde letsels zijn, in combinatie bezien, niet ontstaan bij gebruikelijke verzorgingshandelingen, of bij de geboorte. Er is geen incident beschreven door de verzorgende ouder dat het letsel kan verklaren.
Concluderend:
De combinatie van bevindingen achten wij
veel waarschijnlijkeronder de hypothese
van een (zeer) forse krachtsinwerking (te weten een forse impact tegen het hoofd
en/of een heftig schudincident) dan bij een eenvoudige val, bij een medische
aandoening en/of bij gebruikelijke verzorgingshandelingen. De geboorte is uitgesloten als oorzaak voor de combinatie van bevindingen.
De combinatie van medische bevindingen is daarbij
waarschijnlijkeronder de
hypothese van niet-accidentele, dan onder de hypothese van accidentele (zeer) forse
krachtsinwerking.
Met betrekking tot gevaarzetting en herstel:
Het hersenletsel heeft geleid tot de ademhalingsproblemen, epileptische activiteit en
de medische noodzaak om te beademen. Het is mogelijk dat zonder deze beademing
[benadeelde] was overleden.
5.8
Medische tijdlijn letsel aan het genitaal en/of de anus
Direct na de geboorte worden er geen bijzonderheden gemeld, met name geen
aangeboren afwijkingen (ook niet m.b.t. het ano-genitaal).
Bij [benadeelde] zijn gedurende de eerste dagen na de geboorte geen bijzonderheden
opgevallen bij de verzorging, het hebben van ontlasting of bij urineren. [benadeelde] is
gedurende de eerste dagen na haar geboorte diverse keren getemperatuurd; bij baby’s wordt anaal getemperatuurd. Er zijn geen bijzonderheden gemeld over de anus en/of het genitaal.
Uit het dossier van het consultatiebureau (CB) blijkt dat het genitaal is
onderzocht bij een bezoek op het CB. Er zijn geen bijzonderheden genoteerd.
Tijdens de ziekenhuisopname in het [universitair ziekenhuis] van 13-2 t/m 15-2-2022 is er iets
opgevallen aan het genitaal van [benadeelde] . De gynaecoloog beschrijft een normaal genitaal en spreekt over een ‘huidflapje’.
Op 30-05-2022 meldden ouders zich bij de huisartsenpost omdat [benadeelde] anaal bloedverlies heeft. Dat bloedverlies zou sinds een uur bestaan. In totaal zouden er ‘3 luiers vol’ zijn. [benadeelde] zou onrustig zijn en bleek zien. Op de
huisartsenpost zag de huisarts bij onderzoek van het genitaal ‘geen uitwendige fissuur’ (geen uitwendige verscheuring van het weefsel rondom het genitaal). Direct
aansluitend werd [benadeelde] 30-05-2022 opgenomen in het [regioziekenhuis] te
[plaats] . Bij onderzoek bleek sprake te zijn van vaginaal en/of anaal letsel en
tevens een laag bloedgehalte, bij aanvang 4,5 en dalend naar 3,6 mmol/L
(normaalwaarde op deze leeftijd 5,6-7,9 mmol/L). Hiervoor was een bloedtransfusie
nodig. [benadeelde] is overgeplaatst naar het [universitair ziekenhuis] . Op 30-05-2022 worden in het [universitair ziekenhuis] door de kinderarts afwijkingen aan het genitaal gezien. De kinderarts meldde op 30-05-2022 dat ‘het genitaal zag er anders uit dan gebruikelijk, het gebied tussen vagina en anus leek kapot, alsof er sprake was van ‘één groot gat’.
[benadeelde] werd geopereerd in het [universitair ziekenhuis] . Uit het operatieverslag blijkt dat bij de uitgang
van de blaas aan de achterzijde kleine bloeduitstortingen te zien waren. De blaas en
urethra (plasbuis) waren intact. Naast dit letsel zijn er bij de operatie
bloeduitstortingen in de buik gevonden. Bij de operatie wordt geconstateerd dat aan de uitgang van de vagina een verscheuring tussen de vagina en het anale kanaal
zichtbaar is. De totale lengte van de scheur is 2,5-3,0 cm. De vaginawand wordt operatief hersteld en een stoma (voor ontlasting) wordt aangelegd. In het operatieverslag wordt vermeld dat het letsel ten minste 2 dg. oud moet zijn, want er is retractie (terugtrekking) van de wondranden en er is fibrine beslag (tekenen van wondherstel). De operateur stelt dat ‘het aangetroffen letsel niet te verklaren is uit een mogelijke afwijking bij het kind zelf. Het is zonder enige twijfel het gevolg van penetratie van buitenaf met een groot voorwerp.’ Verder is aldus de artsen die de operatie hebben uitgevoerd andere epithelisatie van het vulvaire gebied (weefsel dat ontstaat tijdens de wondgenezing in het genitale gebied) te zien, passend bij eerder seksueel misbruik langer geleden.
5.9
Genitaal letsel
Op de foto van 12-02-2022, gemaakt in het [universitair ziekenhuis] is op 4 uur een verstoring/onderbreking van de linker grote schaamlip te zien. Tevens is vanuit die verstoring littekenweefsel te zien dat doorloopt op het bovenbeen. Daarnaast is op 4-5 uur een huidflapje van de grote schaamlip te zien.
Het littekenweefsel van de schaamlippen links en rechts zijn te zien. Tevens is zowel links als rechts een huidflapje (foto 9 van 31-08-2022) te zien.
Tevens zijn bloeduitstortingen van de achterzijde van de blaas te zien. De blaas is in
de onderbuik gelegen voor de vagina. Bloeduitstortingen ontstaan door stomp
inwerkend (botsend en/of samendrukkende) krachtsinwerking. De blaas kan geraakt
worden door diepe penetratie van de vagina met kracht. Bij een volwassene heeft de
plasbuis een lengte van ca. 3-4 cm. Bij een kind van 4 maanden zal de lengte van de
plasbuis korter (geschat 2-2,5 cm) zijn. Bij (met name diepe) penetratie van de vagina rekt het weefsel van de blaas tot op zekere hoogte mee. Om bloeduitstortingen bij de aanhechting van de blaas (zwarte cirkel figuur 1) te laten ontstaan is een lokale stompe impact (krachtsinwerking) nodig.
Tijdens de operatie is geconstateerd dat er fibrine beslag en terugtrekking van de
wondranden m.b.t. de scheurwond te zien was. Dit duidt op een langer bestaande
verwonding.
De combinatie van bevindingen op 12-02-2022, 31-05-2022 en 31-08-2022 en de
bevindingen bij de operatie, namelijk een scheurwond, bloeduitstortingen aan de
achterkant van de blaas en in de buik en weefsel passend bij littekens zijn verdacht
voor meerdere periodes van ano-genitale penetratie (binnenwaarts gerichte forse
krachtsinwerking met een stomp voorwerp of lichaamsdeel).
De bevinding aan het genitaal gedaan in februari is dus, in tegenstelling tot wat de
gynaecoloog heeft geconcludeerd, geen normale bevinding, maar in het licht van de latere bevindingen en de bevindingen van kort na de geboorte bezien een litteken van eerder letsel.
Gezien de bevindingen op de foto’s van februari, mei en augustus en de bevindingen
bij de operatie is sprake geweest van meerdere momenten van anogenitale
penetratie.
Penetratie bij een kind van deze leeftijd kan gezien het feit dat het kind niet zelf kan
klimmen en klauteren alleen door een derde (al dan niet accidenteel) plaatsvinden.
Door vader is verklaard dat zijn vinger per ongeluk in de vagina en/of de anus terecht is gekomen. Penetratie van de vagina bij prepuberale kinderen is pijnlijk vanwege de gevoeligheid van het maagdenvlies. Aanraking zal leiden tot een pijnreactie bij het kind. Penetratie (en scheuren) van de vagina zal direct tot heftige pijn leiden en dus niet ongemerkt voorbij gaan. Penetratie van de anus is mogelijk zonder direct pijn te veroorzaken. De anus heeft echter een kringspier en om die te passeren met een vinger moet druk worden uitgeoefend. Het ontstaan van verscheuring van het weefsel ontstaat door overrekking van de wanden van het ano-genitaal. Bloeduitstortingen aan de achterzijde van de blaas kunnen ontstaan door fors stompe krachtsinwerking bij diepe penetratie van de vagina. De verklaring van vader is dus geen adequate verklaring voor het geconstateerde letsel aan het genitaal.
Conclusie: De bevindingen aan het anogenitaal zijn
zeer veel waarschijnlijkeronder de hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking (inclusief penetratie) dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
2. Beoordeling letsel 30 mei 2022
Het letsel bestaat uit een volledige verscheuring van het maagdenvlies en een
scheurwond tussen de vaginawand en de anus. Daarnaast zijn er (inwendig)
bloeduitstortingen op de overgang blaas naar plasbuis en in de buik geconstateerd
door de behandelend arts. Bij de operatie is (uitwendig) littekenweefsel passend bij
eerder letsel aan het genitaal te zien.
Een forensisch medische letselrapportage: [8]

Beantwoording van de vragen

1. Met betrekking tot de letsels in het hoofd schreven wij in het rapport van 11 januari 2023 (...).
Vanwege de benodigde forse krachtsinwerking is, zoals beschreven, normaal functioneren niet mogelijk. Dat betekent dat direct na de krachtsinwerking sprake moet zijn geweest van (al dan niet direct gesignaleerde) verschijnselen. Hierbij moet gedacht worden aan een tijdspanne tussen het incident en de klinische verschijnselen van maximaal enkele seconden.
Het veroorzakend mechanisme moet in de tijd geplaatst worden na het laatste moment van normaal functioneren en vlak voor het optreden van de ernstige klinische verschijnselen.
De verklaring van de deskundige [deskundige 1] , afgelegd ter zitting van de rechtbank op 12 mei 2023: [9]
Op vragen van de officier van justitie met betrekking tot een tijdsaanduiding van de geweldshandelingen die de acuut klinische situatie op 12 februari 2022 bij [benadeelde] hebben veroorzaakt, antwoordt deskundige [deskundige 1] , als volgt:
Bij ernstig hersenletsel, waarbij het gevolg is dat er een acuut klinische noodsituatie ontstaat met verschijnselen zoals ademhalingsproblemen en slapte weten we dat dit gelijk aansluitend of soms al tijdens de krachtsinwerking ontstaat. Normaal functioneren is niet meer mogelijk. Dat is medisch verklaarbaar, maar ook uit de studies naar schudhandelingen met bekennende daders is gebleken dat een groot deel van de verschijnselen al tijdens de schudhandelingen zijn ontstaan.
Het hersenletsel dat bij [benadeelde] is geconstateerd daarvoor is volle krachtsinwerking nodig. Als het gaat om een schudincident hebben we het echt over met volle kracht door elkaar schudden van een kind waarbij het hoofd van het kind flink naar achteren op de rug en naar voren op de borst wordt bewogen enkele secondenlang.
De deskundige [deskundige 1] beantwoordt de vragen van de rechtbank en de officier van justitie, als volgt:
Blauwe plekken
Met name aan de linkerzijde van de rug zijn er op een aantal verschillende locaties verschillende vormen onderhuidse bloeduitstortingen te zien. Mij viel op dat er ook dwars over en ook tussen de ribben bloeduitstortingen te zien zijn. Dat is moeilijk te rijmen met de klap/tik gegeven met een vlakke hand die eerder door verdachte [verdachte] is beschreven. De letsels die ik heb gezien zijn waarschijnlijker onder een hypothese van meermaals krachtsinwerking of anderszins krachtsinwerking (bijvoorbeeld knijpen) dan de beschreven klap. Blauwe plekken op die leeftijd zijn uitzonderlijk.
Je kan in een normale situatie niet blauwe plekken krijgen door het liggen op een ketting. Je kan daarvan wel een afdruk krijgen. Je kan van botsende en samendrukkende krachten blauwe plekken krijgen, maar dan moet er een forse krachtsinwerking zijn. Op enig moment is tegen een baby aandrukken voldoende voor het ontstaan van blauwe plekken, maar je hebt echt extra samendrukkende kracht op het hoofd nodig.
Ribbreuken
Er is veel kracht voor nodig om ribbreuken bij baby’s te veroorzaken. Het ging om een kleine baby, maar zij heeft dan ook flexibele botjes. Los van het feit dat de ribbreuken op verschillende momenten zijn ontstaan, is een klap zoals uitgelegd niet de oorzaak van de ribbreuk.
De verklaring van deskundige [deskundige 2] afgelegd ter zitting van de rechtbank op 12 mei 2023: [10]
De deskundige [deskundige 2] beantwoordt de vragen van de rechtbank en officier van justitie, als volgt:
Als er bloedverlies is, is er iets aan de hand. Ook klein bloedverlies past niet bij een gezond ontwikkeld kind.
Het ernstige letsel op 30 mei was onder andere een verscheuring aan de buitenkant die is gezien. Dat moet gecombineerd worden met wat er aan de binnenkant is gezien. De vaginawand die was doorgescheurd richting het rectum. Het was één groot gat. Dit moet veroorzaakt zijn door een penetrerend kracht. Dat past ook bij de bevinding dat aan de achterkant van de blaas ook bloeduitstortingen zijn waargenomen. Kleine puntbloedingen. Daarvoor is stompe penetrerende kracht nodig in het lichaam. Uit de literatuur is geen ander mechanisme bekend. Daaruit blijkt dat de enige verklaring penetratie is.
Ik kom inderdaad tot de conclusie dat er in februari al iets gezien is, een litteken aan de buitenkant, maar ook blijkbaar aan de binnenkant en dan nieuw letsel in mei en dat er dus meerdere keren penetratie is geweest. En dat het met een behoorlijke en aanzienlijke kracht is geweest, omdat het hymen gescheurd was en de vaginawand en de overgang naar de darm doorbroken waren. Er is stevige schade aangericht. Het is niet iets kleins of oppervlakkigs dat penetreert. Een vinger die zalf of crème aanbrengt bij een kind en zelfs een vinger die wat naar binnengaat in de anus is niet passend bij dit letsel, gelet op de bloeduitstorting op de blaas. Dat gaat niet met scherpe nagels. Er is groot letsel dat alleen veroorzaakt kan zijn als je diep naar binnengaat. Ten aanzien van de vraag over het aantal centimeters waarmee gepenetreerd is, is het antwoord dat het ergens voorbij de 2,5 cm moet zijn. Op 30 mei 2022 was er sprake van een hele grote bloeding. Het bloedgehalte was behoorlijk gedaald en er was een bloedtransfusie nodig. Als je dan niks doet, overlijd je dan.
De verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van de rechtbank op 12 mei 2023: [11]
Tik op de rug
De woensdagavond voordat [benadeelde] wegviel, heb ik haar inderdaad op haar rug getikt. Donderdagochtend zag ik bij het aankleden en verschonen de blauwe plek op haar rug.
Ik heb midden op de ruggengraat een tik gegeven.
Kettingafdruk
U, voorzitter, houdt mij voor dat op donderdag [benadeelde] een kettingafdruk in haar gezicht had. Dat klopt. Je kon de afdruk van mijn ketting nog zien. Haar oogje was wel iets rood/blauw, maar precies weet ik het niet meer.
12 februari 2022
(...) Nadat ik ging zitten, kreeg ik [benadeelde] huilend aangereikt. Ik wilde haar troosten. Wij hadden een lang huis en ik ben een beetje wiegend door het huis gelopen. Het was een beetje dansend/schuifelend/schaatsend bewegen door de kamer. Bij de eettafel voelde ik dat haar gezicht in mijn nek viel. Haar armpjes en beentjes waren slap en zij had haar oogjes dicht. Ik haalde haar naar voren en heb lichtelijk geschud van ‘Blijf erbij’. Het was een spontane reactie. Ik dacht meteen dit is niet goed. Ik had haar met twee handen vast. Haar hoofdje bleef rechtop toen ik haar lichtelijk schudde. Ik had [benadeelde] onder haar armen vast.
Haar gezichtje lag over mijn schouder en ik had een hand onder haar kontje.
Ze werd ineens slap. Ik liep rond om haar rustig te krijgen, in mijn ogen ging dat goed totdat er geen geluid meer uitkwam.
U, jongste rechter, vraagt mij hoeveel tijd er zat tussen het aanpakken van [benadeelde] van [medeverdachte] en het onwel worden. Het was voor mij 30 à 40 seconden.
Periode 13 februari 2022 tot 30 mei 2022

Verdachte [verdachte] verklaart, als volgt:

Het klopt dat ik op 21 mei 2022 een badmintontoernooi had. [medeverdachte] en [benadeelde] hebben mij opgehaald. [medeverdachte] is ’s avonds nog even de stad in geweest. Zondagochtend kwamen wij erachter dat zij een gesprongen adertje in haar oog had.
Vrijdag 27 mei 2022 tot en met maandag 30 mei 2022

Verdachte [verdachte] verklaart, als volgt:

Het klopt dat ik zaterdag 28 mei 2022 thuis was met [benadeelde] . [medeverdachte] was weg.
Op maandag 30 mei 2022 kwam ik rond 16:15 uur thuis. Toen zag ik [benadeelde] in de box liggen. Ik was blij om haar te zien en heb haar opgepakt. Ik rook toen weer wat en toen heb ik haar verschoond. Ik trof toen bloed in de luier aan.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte] : [12]
U houdt mij voor dat u terug wil naar 12 februari.
[verdachte] heeft haar vervolgens overgenomen. Ik gaf op dat moment nog borstvoeding en ik was mijzelf aan het schoonmaken. [verdachte] heeft haar daarna meegenomen, ze was heel erg huilerig. Ik zag haar niet op het moment dat ik mijzelf aan het schoonmaken was, zij was niet in mijn gezichtsveld.
[verdachte] is door de kamer gaan lopen, naar de kamer voor, daar was een schilderij en daar liep hij wel vaker heen. Ik zat in de achterkamer.
Ze viel stil op [verdachte] zijn arm, ik hoorde niets meer, en op het moment dat ik ernaartoe kwam zag ik dat ze slap was. Ik heb haar armpje omhoog getild maar op dat moment viel het armpje gelijk weer naar beneden en gaf ze ook geen reactie. Toen heb ik de ambulance gebeld. Ze kwam op dat moment weer bij.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] : [13]
Op 2 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
V: Wanneer begon het eerste contact met een arts/ziekenhuis?
A: Toen ze een hersenbloeding kreeg. Ze ging out. Het was een zaterdagmiddag. [benadeelde] was huilerig en ik was haar aan het sussen. Ineens viel ze weg.
Wat ik ook nog wil zeggen is dat er een aantal ribbetjes was gebroken bij [benadeelde] toen ze voor de hersenbloeding in [universitair ziekenhuis] lag. Ik ben daar verantwoordelijk voor.
Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte] : [14]
Op 3 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [medeverdachte]
Gisteren heb ik in mijn cel gezeten. Toen ging ik nadenken en de puzzelstukjes vielen toen ineen. Ongeloof. Je krijgt haast het idee dat [verdachte] dit allemaal gedaan heeft.
V: wat bedoel je?
A; Bijvoorbeeld het oogje. Vorige week zondag; er was een adertje gesprongen. Ik bedacht me dat het structureel was. Het sokje ging te hard met uittrekken. Het nageltje ging er af.
Vorige week zaterdag moest ik nog boodschappen doen. Ik heb bewust tot ’s avonds gewacht zodat ik veilig boodschappen kon doen. Ik ben een half uur weggeweest. Toen ik thuis kwam zat ze beneden. Ik vond dit vreemd. Als [benadeelde] slaapt, slaapt ze. Ik heb haar weer naar bed gebracht. De volgende ochtend haalde ik haar uit bed en toen zag ik dat er een adertje geknapt was. En een vlekje hier, vlekje daar. Ik heb [verdachte] wakker gemaakt en gevraagd wat er gebeurd was, omdat [benadeelde] een bloeduitstorting in haar oog had. Hij zei: niets, ik heb haar misschien te hard tegen mij aan gedrukt.
V: wat zag je toen op je op 21 mei thuis kwam?
[verdachte] zat helemaal tegen [benadeelde] aan geleund. [benadeelde] had een rood hoofd, alsof ze heel erg overstuur was geweest.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] : [15]
Op 4 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
V: Hoe komt [benadeelde] aan zo’n gesprongen adertje volgens jou?
O: [medeverdachte] zegt hierover het volgende: ‘Vorige week zaterdag moest ik nog boodschappen doen. Ik heb bewust tot ’s avonds gewacht, zodat ik veilig boodschappen kon doen. Ik ben een half uur weggeweest. Toen ik thuis kwam zat ze beneden. Ik vond dit vreemd. Als [benadeelde] slaapt, slaapt ze. Ik heb haar weer naar bed gebracht. De volgende dag haalde ik haar uit bed en toen zag ik dat er een adertje geknapt was. En een vlekje hier, vlekje daar.’
V: Reageer daar eens op.
A: Ja die avond was ik een half uurtje alleen. [benadeelde] huilde.
V: Verder geeft [medeverdachte] aan dat jij zou hebben gezegd: ‘Niets, ik heb haar misschien hard tegen me aangedrukt.’ Wil je daar eens op reageren?
A: Ja ik had haar bij mij liggen met haar gezichtje naar mij toegedraaid. Ik heb dat eerder gehad. Ik had toen een ketting om en de afdruk van die ketting zat toen in haar gezichtje. Nu lag ze bij mij en ik was kapot. Ik had een badmintontoernooi gehad en lag ook wat te dommelen. Misschien dat ik haar te hard tegen mij had aangedrukt. De vorige keer ging identiek. Toen was ze drie weken.
V: Zij geeft als voorbeeld: “Als [benadeelde] werd verschoond door [verdachte] en ze huilde, werd hij wel eens gefrustreerd. Ik heb een keer gezien dat [verdachte] zijn hand volledig over haar mond deed en: “Stil nou” zei. Ik weet niet meer of hij druk zette met zijn hand toen hij dit deed.” Wil je hier eens op reageren?
A: Ja, ja. Dat is een keer voorgevallen ja. Ik word wel eens gefrustreerd als ze zo hard schreeuwt en krijst maar niet dat ze stikt. Ik deed mijn hand over haar mond
omdat ze zo krijste.
V: Hoe vaak is het gebeurd dat je je hand op het mondje van [benadeelde] gelegd hebt?
A: 1 keer, hooguit 2 keer. Het is de frustratie.
V: [verdachte] , heb jij [benadeelde] ooit pijn gedaan?
A: Ik heb haar wel eens pijn gedaan ja.
V: Vertel eens.
A: Heel in het begin was ik haar aan het wassen en toen kwam ik bij haar rechtervoetje en had ik te lange nagels. Ik kwam toen over haar voetje met mijn nagel, aan de onderkant en toen klapte haar velletje dubbel. Het is wel hersteld maar je kunt het nog wel zien.
V: En verder?
A: Ook nog een keer met een sokje uittrekken. Ik zag toen een klein streepje op het teentje van [benadeelde] . Een sneetje. Het is al van lange tijd geleden maar ik geef het eerlijk toe.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] : [16]
Op 14-06-2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
O: Verdachte geeft aan dat hij erg bang is voor wat komen gaat. Hij is met name bang omdat hij [benadeelde] wel eens bij haar vagina heeft ingesmeerd en daarbij mogelijk wel eens met zijn vinger te diep naar binnen is geweest. Dit heeft hij ook wel eens bij haar kontje gedaan, als dat bloedde dan smeerde hij haar kontje in met zalf. Hij geeft aan dat het best kan zijn dat hij daar dan iets met zijn vinger naar binnen is geweest en dat daar dan toch DNA wordt aangetroffen. Hij geeft aan dat hij lange nagels heeft en dat hij nu bang is dat hij met zijn nagels van binnen iets kapot heeft gemaakt.
Een proces-verbaal met daarin de weergave van een getapt telefoongesprek op 15 juni 2022 tussen [verdachte] (R) en zijn ouders [naam 1] en [naam 2] : [17]
R: mam ik moet me niet druk maken. Ik ben blij dat jullie achter mij staan en ik ben eerlijk geweest. En mam ik denk ook dat het mijn schuld is wat er gebeurd is.
Een proces-verbaal met daarin de weergave van een getapt telefoongesprek op 15 juni 2022 tussen [verdachte] ( [verdachte] / [verdachte] ) en [medeverdachte] ( [medeverdachte] / [medeverdachte] ): [18]
[verdachte] : Ik heb ook eerlijk gezegd van nou ja.. die schade aan haar teentje toen.
[verdachte] : En dat ik ook heel vervelend vond dat ik altijd.. ja bloed bij haar luier en dat soort dingen.
[verdachte] : En [medeverdachte] , ik wilde je het ook zeggen.. ik denk.. dat moet je aub voor je houden dat die schade aan haar onderkant, dat het wel mijn schuld is.
Een proces-verbaal met daarin de weergave van een getapt telefoongesprek op 18 juni 2022 tussen enerzijds [verdachte] ( [verdachte] / [verdachte] ) en anderzijds zijn ouders [naam 2] en [naam 1] en [medeverdachte] ( [medeverdachte] / [medeverdachte] ): [19]
[verdachte] : wat ik nu graag van jullie allebei wil weten wat is nou precies de schade bij [benadeelde] aan de binnenkant?
[medeverdachte] : Er is een open verbinding tussen de uh normaal gesproken heb je zeg maar…hoe zeg je dat?
[naam 2] : een wandje.
[medeverdachte] : een wandje tussen de vagina en de anus.
[verdachte] : ja.
[medeverdachte] : En bij haar was het een open verbinding.
[verdachte] : Ok.
[medeverdachte] : Dat was kapot.
[verdachte] : Ok ja.
[medeverdachte] : Vandaar dat ze nu ook een stoma heeft om dat rust te geven.
[medeverdachte] : Maar dat hebben ze gehecht alleen [benadeelde] is natuurlijk nog heel beweeglijk dus ze trapt ook heel veel dus vandaar dat er nog weer wat hechtingen zijn los gegaan.
[verdachte] : Ach.
[medeverdachte] : En die hebben ze gisteren opnieuw gehecht.
[verdachte] : Wat ik tegen jullie gezegd heb wat ik waarschijnlijk heb gedaan dat komt dan wel redelijk overeen toch of niet?
[naam 2] : Ja [verdachte] dat weten wij niet.
[verdachte] : Ja mam ik kan er niets anders van maken. Ik bedoel dit is gewoon wat mij overkomen is een aantal keer.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] : [20]
Op 30 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
V: Wij laten je een afbeelding zien van [benadeelde] . Op deze foto is de schaamstreek van [benadeelde] te zien. Deze foto is gemaakt op 31 mei 2022.
A: Als daar schade zit, dan kan dat best door mij komen. Ik heb daar zalf gesmeerd dus dan zal dat door mij gebeurd zijn. Het kan best dat ik te ver naar binnen ga met mijn vingers.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] : [21]
Op 1 september 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [verdachte]
A: Ik heb net nog goed nagedacht over de luier die onderin de emmer is gevonden. Ik heb die luier vrijdagochtend aangetroffen bij [benadeelde] . Ik neem mijzelf wel kwalijk dat ik niet aan de bel heb getrokken. [benadeelde] heeft dus ‘s nachts gebloed.
V: Hoe kan het dat je geen actie onderneemt?
A: Weet ik niet. Ik heb nog wel gekeken of het geen groot gat was van onder
V: Waarom kijkje of het één groot gat is dan?
A: Ja gewoon. Omdat er altijd wat was met haar onderkant. Haar onderkant zag er normaal uit, het waren 2 gaatjes.
V: Hebben wij het dan over vrijdag 27 mei 2022?
A: Ja
V: Vertel eens hoe dat is gegaan?
A: Ik heb haar uitgekleed en haar slaapzakje uitgedaan. En toen zag ik die luier. Ik deed de luier af en keek in de luier. Daarna heb ik naar haar onderkant gekeken. Haar onderkant zag er goed uit, ik heb 2 keer gekeken. Ik heb haar aangekleed en daarna is de dag begonnen. Mijn ouders zijn nog geweest en 's middags zijn wij naar [plaats] gegaan, naar het ziekenhuis. We zouden een gesprek hebben in [universitair ziekenhuis] over de operatie van [benadeelde] die eraan zat te komen
V: Hebben jullie de bebloede luier nog gedeeld in het ziekenhuis?
A: Nee niet gedaan.
V: Hoe zag de luier eruit toen je die vrijdag ochtend verschoonde?
A: Redelijk wat bloed
V: Wat zag je?
A: Mix met ontlasting natuurlijk, dat ook.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] : [22]
Op 5 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [medeverdachte]
A: Af en toe hoorde ik ook wel eens de kraan boven aan gaan. Ik liep dan naar boven om te kijken wat er was en zag ik dat hij haar kont onder de kraan hield. Dan zei hij dat het weer zo heftig bloedde.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] : [23]
Op 27 juni 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [medeverdachte]
A: Om het oog is het blauw en rood. Op 10 februari ben ik voor het eerst weggeweest naar de kapper. Toen ik terug kwam had [benadeelde] bij haar oog helemaal de ketting in haar oog staan.
A: Ja, ik heb al eerder verteld dat ik heb gezien dat [verdachte] zijn hand op de mond van [benadeelde] deed. [verdachte] deed bijvoorbeeld ook weleens de speen in haar mond maar dan echt hard aandrukken en zeggen dat ze stil moest zijn.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] : [24]
Op 23 augustus 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [medeverdachte]
V: Wanneer heb je voor het eerst bloed in de luier van [benadeelde] gezien?
A: Toen ze net geboren was zat de week erna ook al wat bloed in haar luier maar ze zeiden dat dit kan. Het is meer van de laatste tijd dat ik het zag, dat was dan ongeveer 1 keer in de week.
V: Wanneer heb je dat voor het eerst gezien?
A: Sowieso in de eerste weken niet. Meer van de laatste maand/anderhalve maand voor 30 mei 2022.
V: Als jij dat zag, waar kwam het bloed dan vandaan?
A: Het was vaak vermengd met ontlasting.
V: Besprak je dat altijd met [verdachte] ?
A: Alles wat ik zag besprak ik met hem.
V: Wat was zijn reactie dan?
A: Dat hij met verschonen iets te hardhandig is geweest. Ruw geweest.
A: Dat is ook op die maandag 30 mei geweest.
V: Is het daarvoor ook voorgekomen dat [verdachte] het kontje van [benadeelde] onder de kraan deed?
A: Een keer of 4 in de 2 maanden voor 30 mei.
V: Hoe kwam jij daarachter?
A: Ik vond een hele natte doek in de wasmand, en [verdachte] zei dan dat hij het goed schoon moest maken door bloed of ontlasting.
V: Hoe zag de handdoek eruit die je vond?
A: Nat, maar ik heb weleens een handdoek gehad waar wat bloed in zat.
V: Even terug naar maandag 30 mei, wanneer deed [verdachte] het kontje van [benadeelde] onder de kraan?
A: Ik was beneden bezig met het eten en ik vond sowieso al dat het lang duurde. Ik hoorde de kraan aangaan en ben gaan kijken. Het was bij de wastafel in de badkamer, de rechter. Hij waste het kontje van [benadeelde] .
V: Hoe had hij [benadeelde] dan vast?
A: Haar gezicht naar [verdachte] toe en dan haar billen onder de kraan. Hij draaide haar dan ook zodat haar billen en vagina onder de kraan werden schoongespoeld.
O: Jij hebt eerder verklaard dat [benadeelde] op maandag 30 mei 2022 veel bloed is verloren en dat dit grotendeels in haar luiers zat. Hier is nog veel onduidelijkheid over.
V: Kun je ons nog eens vertellen hoe het is gegaan vanaf het moment dat jij met [benadeelde] thuis bent gekomen?
A: [benadeelde] is die dag bij de moeder van [verdachte] geweest. Ik ben tussen 15.30 uur en 16.00 uur thuisgekomen met [benadeelde] . Ik heb [benadeelde] in de box gelegd. Ik ben spullen gaan opruimen. [verdachte] kwam ook vrij vlot na ons binnen. Ik ben eten gaan koken, en [verdachte] vond dat de luier van [benadeelde] vol zat en is gaan verschonen. Ik hoorde op een gegeven moment de kraan boven dus ik ben gaan kijken. Ik trof [verdachte] en [benadeelde] in de badkamer en zag dat [verdachte] het kontje van [benadeelde] onder de kraan hield.
Het was toen rond 18.00 uur. [verdachte] zou met haar douchen dus toen zijn we samen naar boven gegaan. [verdachte] was zichzelf aan het uitkleden en heb [benadeelde] uitgekleed en aan [verdachte] gegeven. Ik zag toen wel weer een streepje bloed in haar luier. Ik heb aan [verdachte] gevraagd hoeveel bloed ze net had en wat er dan aan de hand was. [verdachte] zei dat hij het goed had schoongemaakt.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] : [25]
Op 24 augustus 2022 verhoorden wij de verdachte:
Voornamen: [voornaam]
Naam: [medeverdachte]
O: Wij willen zaterdag 28 mei eens met je doorlopen
A: [verdachte] is bij [benadeelde] gebleven en toen ben ik weggegaan om wat boodschapjes te doen. Vervolgens ben ik weer naar huis gefietst en toen ik thuis kwam trof ik [benadeelde] in de box aan maar was het boxkleed eruit en ik zag dat [benadeelde] andere kleding aan had. Ik vroeg aan [verdachte] wat er was gebeurd en hij zei dat [benadeelde] had gespuugd en hij zei dat hem dat altijd overkwam als ik weg was. Ik vroeg waar het boxkleed was, [verdachte] heeft mij die laten zien en ik zag in de hoek van het kleed een vlek. Ik
heb het boxkleed meteen uitgewassen.
Een rapport van het NFI: [26]
Boxkleed [kenmerk]
Het onderzoeksmateriaal betreft een boxkleed en een hoeslaken. Het boxkleed en het hoeslaken zijn onderzocht op de aanwezigheid van bloed. Hierbij is op de bovenzijde van het boxkleed een bloedspoor aangetroffen. Het bloedspoor is bemonsterd. De bemonstering is als [kenmerk] veiliggesteld voor een DNA-onderzoek.
Tabel 4 Resultaten, interpretatie en conclusies van het vergelijkend DNA-onderzoek
[kenmerk]
slachtoffer [benadeelde]
De verklaring van verdachte afgelegd op de zitting van het gerechtshof op 20 maart 2025:
Op vragen van de voorzitter verklaart de verdachte, zakelijk weergegeven:
U houdt mij voor dat mevrouw [medeverdachte] op 10 februari 2022 voor het eerst naar de kapper gaat en er dan een voorval is met mijn ketting. U vraagt mij wat er is gebeurd.
Ik lag op de bank en had mijn dochter op mij liggen. Ik heb een schakelketting, die draag ik nu nog steeds en die had ik toen ook om. Deze hing buitenboord. [medeverdachte] kwam thuis en toen haalde ik mijn dochter weer naar voren omdat ik op wilde staan. Toen zag ik die afdruk in haar gezicht. Toen viel mij dat ook voor het eerst op. Het klopt dat dit een blauwe plek is geworden.
U houdt mij voor dat [benadeelde] op 12 februari in het ziekenhuis terecht is gekomen en toen is onderzocht. [benadeelde] had blauwe plekken op haar rug. U vraagt mij wat de oorzaak is geweest van de plekken op haar rug.
Ik heb foto’s gezien van haar rug bij de politie en toen viel er één duidelijk op, die sprong eruit. Daarvan weet ik hoe dat is gekomen. Die woensdagavond kreeg mijn dochter de laatste fles voor het slapengaan. Het flesje was op en ik pakte haar om in haar wiegje te leggen. Ik had haar vast en ik had het gevoel dat er een boer dwars zat. Toen heb ik haar in een reactie op de rug geslagen. Ik had haar toen vast. Ik had haar met haar gezicht naar mij toe vast en ik sloeg met de platte hand op haar rug Op donderdag was ik vrij en kleedde haar ’s ochtends aan. Bij het insmeren met olie zag ik dat en daar schrok ik van. Het is te hard gegaan. Daar neem ik mijn verantwoording voor, dat is zo gebeurd.
U houdt mij voor dat sprake zou zijn van een gebroken rib en vraagt mij of dat met elkaar te maken heeft.
Dat lijkt mij wel dat dat met elkaar te maken heeft ja. Ik weet dat ik op die avond zo gehandeld heb en daar blijf ik bij.
U houdt mij voor dat deskundigen zeggen dat er veel kracht nodig is om een rib bij een baby te breken.
Als ik die foto’s zie die ze mij bij de politie toonden dan zie ik een duidelijke plek, dan is dat te hard gegaan. Anders komt dat daar niet, die ribbreuk.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 3 (mishandelingen)
[benadeelde] is geboren op [geboortedag] 2022. Op 12 februari 2022 werd zij opgenomen in het ziekenhuis met hersenletsel. Behalve hersenletsel werden bij [benadeelde] ribbreuken en blauwe plekken geconstateerd. Uit de verklaringen van verdachte volgt dat hij zich verantwoordelijk acht voor het ontstaan van ribbreuken en de blauwe plek(ken) op de rug van [benadeelde] in die periode. Gelet op de bevindingen van de deskundigen ten aanzien van het ontstaan van ribbreuken en blauwe plekken bij een baby, komt het hof tot de conclusie dat de blauwe plek(ken) op de rug van [benadeelde] en de ribbreuken zijn ontstaan als gevolg van geweldshandelingen van verdachte. Die letsels moeten (nog steeds gelet op de bevindingen van de deskundigen) veroorzaakt zijn door andere en/of meer geweldshandelingen van de verdachte, dan de enkele klap of tik waar het volgens verdachte om zou gaan (en die hij zou hebben gegeven omdat [benadeelde] zich verslikt had).
De afdruk van de ketting van verdachte en de blauwe plek op het hoofd van [benadeelde] zijn op 10 februari 2022 veroorzaakt door verdachte toen [medeverdachte] niet thuis was. Gelet op de blauwe plek en op hetgeen de deskundige daarover heeft opgemerkt, moet er toen ook sprake zijn geweest van een geweldshandeling van verdachte.
Op 22 mei 2022 zag [medeverdachte] een gesprongen adertje in het oog van [benadeelde] . Omdat verdachte de avond daarvoor korte tijd alleen met [benadeelde] was geweest, vroeg [medeverdachte] aan verdachte wat er was gebeurd. Verdachte zei dat hij [benadeelde] misschien te hard tegen zich aan had gedrukt. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat sprake was van dezelfde situatie als in februari toen hij bij [benadeelde] een afdruk van zijn ketting en een blauwe plek op haar hoofd veroorzaakte. Volgens de deskundigen zijn bloeduitstortingen in het oogwit bij kinderen relatief zeldzaam. In 94% tot 97% van de gevallen zijn ze het gevolg van een uitwendige krachtsinwerking. Gelet op deze bevindingen in combinatie met de verklaringen van [medeverdachte] en verdachte, stelt het hof vast dat de bloeduitstorting in het oog van [benadeelde] is veroorzaakt door een geweldshandeling van verdachte.
Gelet op het bovenstaande komt het hof tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 2 (poging doodslag)
Het hof stelt verder vast dat het hersenletsel van [benadeelde] op 12 februari 2022 is ontstaan door geweld omdat niet is gebleken van een medische oorzaak of een ongeluk. Het hof stelt ook vast dat het daarbij gaat om een geweldshandeling van verdachte. [benadeelde] werd onwel toen verdachte haar vast had. Nu de deskundigen hebben verklaard dat een geweldshandeling (zoals fors schudden) direct (maximaal enkele seconden) voorafgaat aan de verschijnselen zoals [benadeelde] die had toen verdachte haar vast had, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat verdachte met geweld (zoals heftig schudden) het hersenletsel bij [benadeelde] heeft veroorzaakt.
De deskundigen hebben verder gesteld dat er op 12 februari 2022 een medische noodzaak bestond om [benadeelde] te beademen. Zonder deze beademing was [benadeelde] mogelijk overleden. Het hof leidt hieruit af dat er een aanmerkelijke kans bestond dat [benadeelde] als gevolg van het hersenletsel en de geweldshandeling die daaraan ten grondslag lag, zou overlijden. Uit de bevindingen van de deskundigen volgt verder dat in geval het hersenletsel door geweld is veroorzaakt sprake moet zijn van een forse krachtsinwerking, zoals een heftig schudincident. Het hof concludeert dat nu sprake geweest moet zijn van een forse krachtsinwerking met betrekking tot het hoofd van een baby van nog maar vier weken oud, verdachte ten tijde van de geweldshandeling zich bewust moet zijn geweest van het levensgevaar voor [benadeelde] dat als gevolg van zijn geweldshandeling ontstond. Het hof komt daarom tot een bewezenverklaring van het onder 2 primair tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 1 (seksueel binnendringen)
Volgens de deskundigen is, gelet op de geconstateerde letsels bij [benadeelde] , in de tenlastegelegde periode sprake geweest van meerdere momenten van anogenitale penetratie, waarbij sprake was van een forse krachtsinwerking met een stomp voorwerp of een lichaamsdeel. Op 30 mei 2022 had [benadeelde] hevige bloedingen waarna zij is opgenomen in het ziekenhuis. Zij heeft een bloedtransfusie gekregen en is geopereerd. Verdachte heeft zowel in telefoongesprekken als tijdens zijn verhoor bij de politie aangegeven dat de ‘schade aan de onderkant’ bij [benadeelde] zijn schuld is. In een telefoongesprek op 18 juni 2022 geeft hij aan (nadat [medeverdachte] en zijn moeder het inwendig letsel bij [benadeelde] hebben beschreven) dat dit wel overeenkomt met wat hij heeft gedaan en dat hem dit meerdere malen is overkomen. Verdachte is later anders gaan verklaren, namelijk dat hij niet verantwoordelijk is voor het letsel, omdat hij de handelingen, die volgens de deskundigen nodig zijn om dergelijk letsel te veroorzaken, niet heeft verricht.
Voorts heeft verdachte verklaard dat toen hij [benadeelde] op vrijdag 27 mei 2022 verschoonde hij redelijk wat bloed zag in haar luier. Ondanks deze constatering heeft hij geen medische hulp ingeroepen. Zelfs toen hij en [medeverdachte] ’s middags met [benadeelde] bij het [universitair ziekenhuis] waren, heeft hij hier geen melding van gedaan.
[medeverdachte] heeft verklaard dat zij af en toe hoorde dat boven de kraan aan ging. Zij liep dan naar boven om te kijken wat er was en zag dan dat verdachte de billen van [benadeelde] onder de kraan hield. Verdachte zei dan dat het weer zo heftig bloedde.
Het hof gaat er, gelet op het bovenstaande, van uit dat de geconstateerde inwendige letsels bij [benadeelde] zijn ontstaan doordat verdachte [benadeelde] meermaals met een voorwerp of met één of meer lichaamsdelen (mogelijk met zijn vingers) vaginaal en/of anaal heeft gepenetreerd.
De verklaringen van verdachte dat deze penetraties per ongeluk en niet/nooit diep waren, acht het hof ongeloofwaardig gelet op de bloedingen, de geconstateerde letsels en de bevindingen van de deskundigen hierover. De latere verklaringen van verdachte dat hij het letsel niet kan hebben veroorzaakt, omdat hij niet de handelingen heeft verricht die volgens de deskundigen nodig zijn om dergelijk letsel te veroorzaken, acht het hof evenmin geloofwaardig. Het hof acht het daarbij van belang dat verdachte op vrijdag 27 mei 2022 geen hulp heeft ingeschakeld toen hij zag dat er redelijk wat bloed zat in de luier van [benadeelde] . Er was toen duidelijk sprake van een situatie waarin medische hulp ingeschakeld moest worden. Zelfs toen verdachte die middag met [benadeelde] in het [universitair ziekenhuis] was, heeft hij daarover niets tegen de artsen gezegd. Het hof kan dat niet anders uitleggen dan dat verdachte meer waarde heeft gehecht aan zijn eigen belang (het geheim houden van de handelingen die hij met [benadeelde] had verricht) dan aan het belang van [benadeelde] .
Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat sprake was van een seksueel motief bij de verdachte, maar dat betekent niet dat niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van het onder 1 primair tenlastegelegde. De Hoge Raad heeft bepaald dat de subjectieve beleving van de dader van belang kan zijn voor de vraag of sprake is geweest van seksueel binnendringen van het lichaam, maar daarvoor niet beslissend is. [27] Bij de vraag of sprake is van een seksueel binnendringen is onder meer van belang in welke lichaamsopening is binnengedrongen. [28] Omdat in de vagina en/of in de anus is binnengedrongen is inbreuk gemaakt op de seksuele integriteit van [benadeelde] en is naar het oordeel van het hof sprake van seksueel binnendringen.
Het hof komt tot een bewezenverklaring van onder 1 primair tenlastegelegde.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.primair
hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van [geboortedag] 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] ,
in elk geval in Nederland, (telkens
)met zijn kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer (gewelddadige) handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , te weten het (met kracht) in haar vagina en/of anus brengen van een (stomp) voorwerp en/of een lichaamsdeel.
2.primair
hij op
of omstreeks12 februari 2022 te [plaats] ,
in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn
/hunkind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, opzettelijk van het leven te beroven, forse kracht(en) op haar hoofd heeft
/hebbenuitgeoefend en/of haar (krachtig) heen en weer heeft
/hebbengeschud, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.
hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van [geboortedag] 2022 tot en met 12 februari 2022 en
/ofin de periode van 10 mei 2022 tot en met 30 mei 2022 te [plaats] ,
in elk geval in Nederland,telkens zijn kind [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 2022, heeft mishandeld door meermalen,
althans eenmaalmet kracht voornoemd kind (bij het lichaam en/of hoofd) (stevig) vast te pakken/houden en/of te slaan en/of te knijpen
en/of te heen en weer te schudden en/of te laten vallen (waardoor [benadeelde]
een of meergebroken rib(ben) en
/ofblauwe plekken en
/ofbloeduitstortingen heeft bekomen
).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
poging tot doodslag.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
mishandeling, begaan tegen zijn kind, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft verzocht om, indien het hof toekomt aan strafoplegging, rekening te houden met het blanco strafblad van verdachte en het gegeven dat verdachte bij een bewezenverklaring zijn hele leven zal moeten aanvaarden dat de rechtbank en het hof hem aansprakelijk en verantwoordelijk houden voor het letsel van zijn eigen kind, [benadeelde] . Dit heeft tot gevolg gehad dat verdachte zijn dochter niet meer kan en mag zien. Daarnaast heeft verdachte te maken gehad met bedreigingen in de P.I. als gevolg waarvan hij is overgeplaatst naar de Extra Zorgvoorziening.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en heeft ook gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstaf van de hierna aan te geven duur.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige strafbare feiten jegens zijn dochtertje [benadeelde] . Toen [benadeelde] slechts vier weken oud was, heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag van [benadeelde] . [benadeelde] is als gevolg hiervan in het ziekenhuis terecht gekomen. Daar bleek dat sprake was van een bloeding in de hersenen. Daarnaast werden ribbreuken geconstateerd en had [benadeelde] verschillende bloeduitstortingen op haar lichaampje. [benadeelde] herstelde en mocht weer naar huis met haar ouders, zijnde verdachte en zijn toenmalige echtgenote. Toen [benadeelde] vier maanden oud was, kwam [benadeelde] opnieuw in het ziekenhuis terecht, maar toen met ernstig (ano)genitaal bloedverlies. [benadeelde] moest geopereerd worden en de artsen constateerden een verscheuring tussen de vagina en het anale kanaal. De vaginawand moest operatief worden hersteld en er werd een stoma aangelegd. [benadeelde] had dusdanig veel bloed verloren dat zij een bloedtransfusie nodig had. Zonder medisch ingrijpen, zou [benadeelde] zijn komen te overlijden. Verder heeft verdachte [benadeelde] meerdere malen mishandeld. Bij [benadeelde] zijn meerdere ribbreuken en blauwe plekken geconstateerd.
Het hof rekent verdachte deze handelingen zwaar aan. Verdachte heeft op ernstige wijze een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit van [benadeelde] . Het hof acht het moeilijk voorstelbaar dat een vader deze strafbare feiten pleegt jegens zijn eigen dochtertje. [benadeelde] was ten tijde van de feiten een baby die volledig afhankelijk was van de zorg door haar ouders, waaronder verdachte. Als vader zou verdachte [benadeelde] een veilige basis en een mooie start van haar leven hebben moeten bieden. In tegenstelling daartoe heeft hij bij [benadeelde] ernstig letsel veroorzaakt. Naar verwachting zal [benadeelde] in de toekomst problemen ondervinden bij het continent worden en het hebben van geslachtsgemeenschap. Zij is daarmee voor het leven getekend. Naast de lichamelijke schade, is het de vraag hoe [benadeelde] zich verder zal ontwikkelen. Feiten als deze doorkruisen de seksuele ontwikkeling van kinderen en kunnen langdurige en ernstige schade veroorzaken. Daarnaast zal [benadeelde] als gevolg hiervan tot haar achttiende in een pleeggezin opgroeien en niet bij haar biologische ouders.
Verder houdt het hof in de strafoplegging rekening met de persoon van verdachte. Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 februari 2025 blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor enig strafbaar feit. Ten tijde van het onderzoek in eerste aanleg zijn er verschillende rapportages opgesteld over verdachte, waaronder een Pro-Justitia rapportage van het Pieter Baan Centrum. Hieruit blijkt dat verdachte een beneden gemiddeld tot gemiddeld intelligente man is. Hij heeft weinig inzicht in zijn eigen emoties, drijfveren en gedrag en voelt ook niet goed aan wat er in anderen leeft. De afstemming in het contact met anderen is daardoor enigszins verstoord. Uit het onderzoek is gebleken dat hieraan licht autistische kenmerken ten grondslag liggen. Ter terechtzitting van het hof hebben verdachte en zijn raadsvrouw aangegeven dat de zaak veel impact heeft gehad op verdachte en zijn familie. Verdachte heeft te maken gehad met bedreigingen in de P.I. en is hierdoor overgeplaatst naar de Extra Zorgvoorziening.
Het hof is van oordeel dat de aard en de ernst van de feiten maken dat geen andere straf passend is dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Voor het bepalen van de hoogte van die straf heeft het hof gekeken naar de strafdoelen die hiermee gediend moeten worden. Het hof heeft daarbij met name acht geslagen op de vergelding. Met de hierna op te leggen straf wordt volgens het hof voldoende recht gedaan aan deze vergelding.
Alles afwegende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek van voorarrest passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg – via bijzonder curator mr. J.E. Bruning – in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt
€ 172.245,29, bestaande uit € 4.245,29 aan materiële schade en € 168.000,00 aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep in zijn geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft haar vordering in hoger beroep gehandhaafd.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Materiële schade
De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor medisch advies. De eindfactuur bedraagt € 4.245,29. De vordering is ten aanzien van de materiële schade niet betwist en deze schadepost is voldoende onderbouwd. Het hof zal de vordering ten aanzien van de materiële schade in zijn geheel toewijzen.
Immateriële schade
Het is vast komen te staan dat [benadeelde] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen als gevolg van het bewezenverklaarde. Ten tijde van de feiten moet zij meermalen (hevige) pijn hebben ondervonden waartegen zij zich niet heeft kunnen verweren. Zij heeft inmiddels een uitgebreid medisch traject ondergaan met verschillende onderzoeken, behandelingen en operaties. Uit het medisch advies volgt dat [benadeelde] in de toekomst hier ook nog de gevolgen van zal ondervinden. Een pijnloze geslachtsgemeenschap zal minder waarschijnlijk zijn. Ook de kans op een normale zwangerschap is door de verandering van de anatomische verhoudingen rondom de baarmoedermond minder vanzelfsprekend. Een vaginale bevalling is niet meer mogelijk, de bevalling zal dan plaats moeten vinden middels een keizersnede. Daarnaast zal [benadeelde] waarschijnlijk geruime tijd ondersteund moeten worden bij het continent worden. Hoewel de exacte omvang van de immateriële schade pas in de toekomst zal blijken, staat vast dat sprake is van een ernstige normschending.
De gevorderde immateriële schade ziet zowel op de reeds geleden schade als de in de toekomst te lijden schade. Met name als het gaat om toekomstige schade is de vordering niet eenvoudig. Het door het hof toe te kennen bedrag zal met name zien op de reeds geleden schade (€ 80.000) en voor een klein deel op de toekomstige schade (€ 20.000). Het hof is van oordeel dat als het gaat om de toekomstige schade de civiele procedure geschikter is om die vast te stellen.
Het hof stelt de schade naar billijkheid aldus vast op een bedrag van € 100.000,00 en zal de vordering ten aanzien van de immateriële schade tot dit bedrag toewijzen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Conclusie
Het hof zal de vordering van de benadeelde partij toewijzen tot een bedrag van € 104.245,29 bestaande uit € 4.245,29 aan materiële schade en € 100.000,00 aan immateriële schade.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Het hof zal bepalen dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding aan [benadeelde] zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen bankrekening met een zogenoemde BEM-clausule (de afkorting ‘BEM’ staat voor ‘belegging, erfenis en andere gelden minderjarigen’). Een dergelijke BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarige. De minderjarige en zijn wettelijke vertegenwoordiger kunnen aldus slechts met toestemming van de kantonrechter over het vermogen van de minderjarige beschikken tot deze achttien jaar is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 244 (oud), 248 (oud), 287, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 104.245,29 (honderdvierduizend tweehonderdvijfenveertig euro en negenentwintig cent) bestaande uit € 4.245,29 (vierduizend tweehonderdvijfenveertig euro en negenentwintig cent) materiële schade en € 100.000,00 (honderdduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 104.245,29 (honderdvierduizend tweehonderdvijfenveertig euro en negenentwintig cent) bestaande uit € 4.245,29 (vierduizend tweehonderdvijfenveertig euro en negenentwintig cent) materiële schade en € 100.000,00 (honderdduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 12 februari 2022.
Bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van [benadeelde] (geboren op [geboortedag] 2022) te openen rekening met een
BEM-clausule.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. W.A. Holland en mr. I. Augusteijn, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.M.G. van der Lee, griffier,
en op 9 april 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. I. Augusteijn is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 8 februari 2023, onderzoek BOLDERIK / ON1R022014, proces-verbaalnummer BVH PL0600-2022071803, opgemaakt door Districtsrecherche [regio] en in de bijbehorende in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde eind-proces-verbaal, tenzij anders vermeld.
2.Meldformulier kindermishandeling VTIJ – Politie, p. 1-4.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 12-14.
4.Forensisch medische letselrapportage, opgemaakt door [deskundige 2] , getekend d.d. 14 juni 2022, door het hof te bezigen als schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344 van het Wetboek van Strafvordering, los en ongenummerd.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 264.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34-35.
7.Forensisch medische letselrapportage, opgemaakt door [deskundige 2] en [deskundige 1] , getekend d.d. 11 januari 2023, door het hof te bezigen als schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344 van het Wetboek van Strafvordering, los en ongenummerd.
8.Aanvullende vragen Forensisch medische letselrapportage, opgemaakt door [deskundige 2] en [deskundige 1] , getekend d.d. 17 maart 2023, door het hof te bezigen als schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344 van het Wetboek van Strafvordering, los en ongenummerd.
9.Proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Overijssel van 12 mei 2023, p. 16-19.
10.Proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Overijssel van 12 mei 2023, p. 20-22.
11.Verklaring afgelegd op de terechtzitting van de rechtbank Overijssel van 12 mei 2023, (pagina 3, 5-6, 9, 11 van het proces-verbaal van de terechtzitting).
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte] bij de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel op 17 maart 2023, los en ongenummerd.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 20 en 21 van het persoonsdossier [verdachte] .
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 30-33 van het persoonsdossier [medeverdachte] .
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 56-58 van het persoonsdossier [verdachte] .
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 71 van het persoonsdossier [verdachte] .
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 658.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 663
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 674 en 675.
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 88 van het persoonsdossier [verdachte] .
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 119-120 van het persoonsdossier [verdachte] .
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 53 van het persoonsdossier [medeverdachte] .
23.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 66 en 67 van het persoonsdossier [medeverdachte] .
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 87-89 van het persoonsdossier [medeverdachte] .
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 103-105 van het persoonsdossier [medeverdachte] .
26.Rapport NFI d.d. 24 augustus 2022, p. 316-329.