ECLI:NL:GHARL:2025:2027
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor diefstal in vereniging van ruitersportartikelen
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld voor medeplegen van diefstal van ruitersportartikelen en kreeg een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 8 januari 2025 heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal bestudeerd, evenals de verklaringen van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.A.J. Spierings, en de benadeelde partij.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde diefstal. De goederen die zouden zijn gestolen, konden niet worden geïdentificeerd als zijnde die van de benadeelde partij, omdat de barcodes en kenmerken op de foto’s niet goed zichtbaar waren. Ook was er geen bewijs dat de ruitersportartikelen die via Marktplaats waren aangeboden, afkomstig waren van een misdrijf. Het hof heeft daarom besloten de verdachte vrij te spreken van zowel de diefstal als de subsidiaire heling van de goederen.
Daarnaast heeft het hof ook geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken moet worden van de diefstal van handschoenen, omdat er geen bewijs was dat hij deze had weggenomen. De benadeelde partij had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de verdachte niet schuldig werd verklaard, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in deze vordering. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de kosten voor beide partijen zijn vastgesteld.