ECLI:NL:GHARL:2025:183

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
200.329.070/01 en 200.334.158/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de Vereniging van Eigenaren om beperkingen op te leggen aan het gebruik van privéchalets op een vakantiepark

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bevoegdheid van de Vereniging van Eigenaren Résidence Belmonde om beperkingen op te leggen aan het gebruik van privéchalets op een vakantiepark. De appellanten, bestaande uit drie eigenaren van chalets en twee andere eigenaren, hebben hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had eerder de vorderingen van de appellanten afgewezen, waarbij de vereniging beperkingen had opgelegd in het huishoudelijk reglement, zoals een houtstookverbod, een inschrijvingsverbod voor ondernemingen, en regels over het aantal huisdieren en personen per chalet. Het hof oordeelde dat de vereniging geen bevoegdheid had om deze beperkingen op te leggen, omdat deze niet waren opgenomen in de statuten van de vereniging. Het hof vernietigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaarde de besluiten van de vereniging nietig. De vereniging werd ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de appellanten. Het hof benadrukte dat de vereniging zich moet houden aan de statuten en dat beperkingen aan het gebruik van privé-eigendommen niet zomaar kunnen worden opgelegd zonder een duidelijke statutaire basis.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummers gerechtshof 200.334.158/01 en 200.329.070/01
zaaknummers rechtbank Overijssel 288214 en 286835
arrest van 15 januari 2025
in de zaak van (verder
zaak 1)

1.[appellant1] ,

2.
[appellante2],
3.
[appellant3],
die allen wonen in [woonplaats1] ,
die hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de rechtbank optraden als eisers,
hierna: samen
[appellanten1 t/m3]en ieder afzonderlijk als
[appellant1],
[appellante2]en
[appellant3],
advocaat: mr. G.J. Hollema te Almelo,
tegen
Vereniging van eigenaars Résidence Belmonde,
die is gevestigd in Ommen,
die ook hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank optrad als gedaagde,
hierna:
de vereniging,
advocaat: mr. L.A.M. Stortelder te Almelo,
en in de zaak van (verder
zaak 2)

1.[appellant4] ,

2.
[appellante5],
die beiden wonen in [woonplaats2] (Frankrijk)
die hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de rechtbank optraden als eisers,
hierna samen aan te duiden als
[appellanten4 en 5],
advocaat: mr. G.J. Hollema te Almelo.
tegen
Vereniging van eigenaars Résidence Belmonde,
die is gevestigd in Ommen,
en bij de rechtbank optrad als gedaagde
hierna:
de vereniging,
advocaat: mr. L.A.M. Stortelder te Almelo.

1.Het verloop van de procedure in zaak 1 in hoger beroep

1.1
[appellanten1 t/m3] hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, (hierna: de rechtbank) op 19 juli 2023 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep van 19 oktober 2023;
  • de memorie van grieven (met producties)van 16 januari 2024;
  • de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van 23 april 2024;
  • de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep van 4 juni 2024;
  • het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 22 november 2024 is gehouden. [appellanten4 en 5] hebben ter gelegenheid van die behandeling nog (tijdig) aanvullende producties overgelegd.
1.2
Partijen hebben arrest gevraagd en het hof heeft daarvoor een datum bepaald.

2.Het verloop van de procedure in zaak 2 in hoger beroep

2.1
[appellanten4 en 5] hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, (hierna: de rechtbank) op 22 maart 2023 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep van 20 juni 2023;
  • de memorie van grieven (met producties) van 12 september 2023;
  • de memorie van antwoord van 21 november 2023;
  • het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 22 november 2024 is gehouden. [appellanten1 t/m3] hebben ter gelegenheid van die behandeling nog (tijdig) aanvullende producties overgelegd.
2.2
Partijen hebben arrest gevraagd en het hof heeft daarvoor een datum bepaald.

3.De kern van het geschil

3.1
De vereniging is een ‘gewone (boek 2 BW)’ vereniging van eigenaren van chalets op een vakantiepark. De chalets zijn privé-eigendom. Een aantal chalets op het park wordt permanent bewoond. De parkinfrastructuur is gemeenschappelijk bezit van de eigenaren. De vereniging heeft een aantal besluiten genomen die zien op het gebruik van de chalets en die inmiddels zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement. De vereniging heeft aangekondigd dat overtreding van een aantal van deze regels beboet zal worden en dat ook de slagboompas die toegang geeft tot het park geblokkeerd kan worden bij overtreding van de voorschriften.
3.2
[appellanten1 t/m3] en [appellanten4 en 5] zijn het niet eens met de genomen besluiten en vechten de bevoegdheid van de vereniging aan om beperkingen aan het privégebruik van hun chalets op te leggen. In de zaak van [appellanten4 en 5] gaat het uitsluitend om het door de vereniging afgekondigde houtstookverbod. De zaak van [appellanten1 t/m3] heeft een wijdere strekking. Behalve het houtstookverbod gaat het daarbij ook om het door de vereniging afgekondigde inschrijfverbod voor ondernemingen, de regels over het maximumaantal personen dat in een chalet mag verblijven, over het maximumaantal huisdieren per chalet, en over de gebruikersverklaring voor huurders die de vereniging verplicht stelt voor gebruik van het zwembad. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellanten4 en 5] en [appellanten1 t/m3] op deze punten afgewezen.
3.3
De vereniging had ook regels gesteld over het maximaal aantal chalets dat één persoon mocht bezitten. De rechtbank heeft de vordering van [appellanten1 t/m3] op dat punt toegewezen. Daarmee is de vereniging het niet eens.
3.4
Het hof is van oordeel dat de vereniging geen bevoegdheid heeft tot het opstellen van regels voor het privégebruik van de chalets door middel van wijziging van het huishoudelijk reglement. Daarom worden de vorderingen van [appellanten1 t/m3] en [appellanten4 en 5] grotendeels toegewezen. Voor de gemeenschappelijke zaken ligt dit anders.
3.5
Het hof zal die beslissingen hierna toelichten, nadat eerst de relevante feiten zijn geschetst.

4.De relevante feiten in beide zaken

4.1
Résidence Belmonde, gelegen aan de Coevorderweg 27 in Stegeren (gemeente Ommen) is een recreatiepark van 165 kavels met daarop 155 chalets (verder: het park). De chalets zijn in volle eigendom bij de eigenaren. De wegen, de visvijver, het zwembad, de tennisbaan, het hoofdgebouw, de poorten, de slagboominstallatie, de parkeerplaats en de groenvoorziening zijn in mandelige eigendom van alle eigenaren tezamen. Het beheer van de mandelige zaken (verder aan te duiden als: de infrastructuur) is opgedragen aan de vereniging, die is opgericht in 1996.
4.2
Tenminste 15 van de chalets worden permanent bewoond.
4.3
[appellant1] en [appellante2] zijn eigenaar van twee chalets, waarvan zij er één zelf (permanent) bewonen en het andere verhuren. Zij hadden ook een derde chalet in eigendom dat zij ook verhuurden. Dit chalet hebben zij inmiddels verkocht. Zij beschikken in het door hen bewoonde chalet over een houtkachel.
4.4
[appellant3] is eigenaar van een chalet waar hij permanent met zijn gezin woont, als hij niet op zijn binnenvaartschip vaart. [appellant3] heeft een scheepvaartbedrijf genaamd ‘Hilmar’ waarvan zijn chalet het inschrijvingsadres bij de kamer van koophandel is.
4.5
[appellant4] en [appellante5] zijn ook eigenaar van een chalet waar zij aanvankelijk permanent woonden, maar dat zij na hun verhuizing naar Frankrijk ook wel verhuren en waar zij een deel van de tijd zelf verblijven. Het chalet van [appellant4] en [appellante5] heeft een houtkachel.
4.6
Alle eigenaren van de chalets zijn lid van de vereniging. Dit lidmaatschap is met kettingenbedingen in de akten van levering verplicht gesteld.
4.7
De vereniging heeft een huishoudelijk reglement. In dat reglement is een aantal bepalingen opgenomen dat betrekking heeft op de wijze van bewoning van de privékavels van de leden. De algemene ledenvergadering van de vereniging (hierna: de alv) heeft op 4 juni 2022 besloten de volgende bepaling in het huishoudelijk reglement op te nemen:
“Op dit park is het niet toegestaan handel te drijven of een bedrijf in te schrijven bij de Kamer van Koophandel, verkoopaffiches of reclame uitingen aan te plakken. Onder handel drijven wordt onder meer verstaan het vestigen van een bedrijf op het park en het aanbieden van diensten.”
4.8
Op 4 juni 2022 heeft de alv van de vereniging ook besloten tot een stookverbod op alle op hout gestookte kachels, zoals pelletkachels, houtkachels, open haarden en allesbranders. Daarbij is een overgangstermijn in acht genomen tot 5 november 2022 om de eigenaren de mogelijkheid te geven de voorraad brandstof op te maken. In de vorige versie van het huishoudelijk reglement was al een verbod voor het plaatsen van nieuwe pelletkachels opgenomen.
4.9
In het huishoudelijk reglement van de vereniging was ook al voor 4 juni 2022 opgenomen dat in geval van verhuur van een chalet de huurder een gebruikersverklaring dient in te vullen en in te leveren bij het bestuur van de vereniging. In die gebruikersverklaring worden enkele persoonsgegevens van de huurder opgevraagd. Deze bepaling is in de alv van 4 juni 2022 aangevuld.
4.1
Verder zijn in het huishoudelijk reglement onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
  • Er is 1 huisdier per chalet toegestaan;
  • Het zwembad is toegankelijk voor de leden (met hun familie) en voor huurders, mits deze aangemeld zijn bij het bestuur middels de gebruikersverklaring;
  • Maximaal 4 personen per chalet toegestaan (…);
  • Eén eigenaar mag niet meer dan twee chalets in zijn/haar bezit hebben;
  • Het bestuur heeft het recht om na één of twee waarschuwing(en), al naar gelang de ernst van de overtreding, de slagboom- en/of zwembadpas voor een week te blokkeren van het betreffende chalet. Mocht het daarna weer gebeuren dan wordt de pas langer geblokkeerd.(…);
4.11
In oktober 2022 heeft het bestuur van de vereniging de toegangspas van een van de chalets van [appellant1] enige tijd geblokkeerd omdat zijn huurder geen verklaring had ingevuld en heeft het bestuur gedreigd om de toegangspas van hun andere chalets te blokkeren omdat een andere huurder – een Poolse zzp’er - zijn onderneming had ingeschreven op het adres van het chalet.
4.12
Bij brief van 13 oktober 2022 aan het bestuur van de vereniging heeft de advocaat van [appellant1] en [appellante2] het bestuur gesommeerd af te zien van het blokkeren van de toegangspas en aangekondigd dat hij een procedure tegen de vereniging zal starten om verschillende door het bestuur genomen besluiten aan te vechten.
4.13
Het bestuur van de vereniging heeft op 17 oktober 2022 geantwoord hangende de procedure niet tot blokkering over te gaan en ook geen statutaire boeten (zie hierna onder 5.1 bij artikel 18) te incasseren, maar deze wel op te leggen.
4.14
[appellanten4 en 5] hebben zich gekeerd tegen het stookverbod. Zij hebben in kort geding schorsing van dit verbod gevraagd. Dat is bij vonnis van de voorzieningenrechter te Zwolle van 21 november 2022 afgewezen.

5.De relevante bepalingen uit de statuten en de akte van mandeligheid

5.1
In de
statuten van de vereniging(versie 2016) staan onder meer de volgende bepalingen:
DOEL
Artikel 2
1. Het doel van de vereniging is het bevorderen van de gemeenschappelijke belangen van de leden/eigenaren en gebruikers van in het recreatiepark gelegen kavels.
2. De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het beheren, onderhouden en zo nodig vernieuwen van de voor gemeenschappelijk gebruik bestemde zaken, leidingen, rioleringen en andere voorzieningen op, in en aan het recreatiepark (…)
b. het beheren van de zich in het recreatiepark bevindende mandelige zaken;
c. het leggen en bevorderen van onderlinge en persoonlijke contacten;
d. het leggen en bevorderen van een aangenaam en met de omgeving harmoniërend leefklimaat in het recreatiepark;
e. het opstellen van gedragsregels.
LEDEN EN LIDMAATSCHAP
Artikel 3
1. leden van de vereniging zijn uitsluitend de eigenaren van één of meer van de in het recreatiepark gelegen kavels. (…)
(…)
4. Door zijn toetreding tot de vereniging verbindt ieder lid zich op verbeurte bij niet nakoming van een direct opeisbare boete ten behoeve van de vereniging van vijfentwintigduizend euro (€ 25.000,00) om bij iedere vervreemding van een of meer kavels waarvan hij eigenaar is, aan zijn rechtsopvolger in de akte van overdracht op te leggen en als derdenbeding voor de vereniging te aanvaarden;
a. de verplichting, zo spoedig mogelijk, toe te treden als lid van de vereniging;
b. de verplichting bij wijze van kettingbeding om bij vervreemding van de
desbetreffende kavel aan zijn rechtsopvolger de onder a. omschreven verplichting op te leggen.
5. De eigenaar (…) die niet aan de verplichtingen ten opzichte van de vereniging voldoen, zijn niet bevoegd om gebruik te maken van de aan de vereniging toebehorende eigendommen en voorzieningen.
(…)
VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN
Artikel 4
De leden zijn verplicht de kavel(s) te gebruiken volgens de bestemming.
De kavels dienen behoorlijk te worden onderhouden. Daartoe behoort, indien van toepassing, met name het buitenschilderwerk, leidingen en installaties, onderhoud van de grondkavel en het treffen van voorzorgsmaatregelen met betrekking tot waterleidingen bij vorst
(…)
Het voortbrengen van onredelijke hinder veroorzakende muziek en geluiden is niet toegestaan
(…)
Het is alleen, na overleg met het bestuur, toegestaan om
- beplantingen te hebben waardoor het uitzicht van de andere eigenaars en/of het ontvangen van licht en lucht door de ramen zouden worden belemmerd;
- bouwsels en/of schuttingen en/of constructies en/of grote beplantingen aan te brengen (…)
- auto’s (…) op de kavel te plaatsen, zulks met uitzondering van één personenauto per kavel (…)
- (…)
ALGEMENE LEDENVERGADERING
(…)
TOEGANG EN STEMRECHT
Artikel 11
(…)
3. Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van één stem per hem/haar toebehorende kavel, waaraan verbonden het mandelige (…) (1/165ste) onverdeeld aandeel, zulks met inachtneming van het hierna in dit artikel bepaalde. Indien voornoemd breukdeel afwijkt, zal de stemgerechtigdheid tevens aangepast worden aan voornoemd breukdeel, waarbij ieder lid tenminste één stem verkrijgt.
Indien er twee of meer natuurlijke personen (…) tezamen de volle eigendom hebben van een kavel dan zijn zij tezamen lid van de vereniging en hebben zij tezamen één stem per toebehorende kavel en dan dien zij eensluidend een stem uit te brengen.
(…)
BESLUITVORMING ALGEMENE LEDENVERGADERING
Artikel 13
(…)
3. Voor zover de wet of de statuten of de bepalingen van de mandeligheid niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene ledenvergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
(…)
HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Artikel 17
de algemene ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen vaststellen.
De reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met gemeentelijke verordeningen, noch met de statuten.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 18
Bij overtreding van een der bepalingen van deze statuten (…) zal het bestuur de betrokkene (…) aanspreken op de betreffende overtreding. In het geval het lid en/of gebruiker deze aanzegging niet honoreert. Dan krijgt hij/zij een schriftelijke waarschuwing (…)
Indien de betrokkene geen gevolg geeft aan de waarschuwing kan het bestuur hem een boete opleggen hem een boete opleggen van ten hoogste éénhonderd euro (€ 100,00) voor elke dag dat de overtreding voortduurt (…)
5.2
De
akte van mandeligheidvan 1 mei 1997 luidt, voor zover van belang, als volgt
(…)
Beheer
F
1. Het beheer van de mandelige zaak wordt verricht door … [de vereniging].
2. Onder beheer wordt verstaan het verrichten van alle handelingen welke dienstig kunnen zijn voor de instandhouding van de mandelige zaak.
(…)
Nadere regels omtrent het gebruik en beheer
H.
1. (…)
2. Iedere deelgenoot heeft in deze vergadering stemrecht naar evenredigheid van zijn aandeel.
3. De (…) vergadering is – mits tenminste drie kwart van de deelgenoten persoonlijk of bij schriftelijk gevolmachtigde aanwezig is – bevoegd om bij volstrekte meerderheid van stemmen besluiten nemen, waarbij nadere regels worden gesteld met betrekking tot:
a. het gebruik van de tot gemeenschappelijk nut bestemde zaak;
b. het beheer van de tot gemeenschappelijk nut bestemde zaak;
4. Deze nadere regels dienen voor elke deelgenoot gelijkelijk te gelden. Aan een deelgenoot kan niet bij besluit tijdelijk of blijvend zijn gebruiksrecht worden ontzegd, tenzij een deelgenoot gedurende een periode van tenminste één jaar nalatig is in de nakoming van één of meer verplichtingen uit hoofde van de onderhavige akte (…)

6.De beslissingen van de rechtbank

Zaak 1
6.1
[appellanten1 t/m3] hadden bij de rechtbank gevorderd dat de rechtbank het inschrijvingsverbod voor ondernemingen en de verplichte gebruikersverklaring nietig verklaarde wegens strijd met de wet dat wel de statuten, dan wel deze besluiten te vernietigen, en verder nietig te verklaren een aantal bepalingen in het huishoudelijk reglement, namelijk
- Het maximaal aantal huisdieren per chalet;
- Het maximaal aantal personen per chalet;
- Het maximaal aantal chalets dat een eigenaar mag bezitten;
- Het houtstookverbod;
- De mogelijkheid van het bestuur om de toegangspassen te blokkeren en een boete op te leggen voor overtreding van het huishoudelijk reglement.
6.2
De rechtbank heeft uitsluitend de vordering die ziet op het maximaal aantal chalets per persoon nietig verklaard. Voor de overige bepalingen heeft de rechtbank geoordeeld dat de vereniging bevoegd was om deze bepalingen in het huishoudelijk reglement op te nemen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd.
Zaak 2
6.3
[appellanten4 en 5] hadden bij de rechtbank gevorderd dat de rechtbank het houtstookverbod nietig zou verklaren wegens strijd met de wet dan wel de statuten, dan wel dit besluit zou vernietigen. De rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen, kort gezegd omdat volgens de rechtbank het besluit in overeenstemming is met het statutaire doel van de vereniging en dat de rechtbank de besluiten van de alv alleen marginaal kan toetsen.

7.De beoordeling in hoger beroep

De vorderingen in hoger beroep
7.1
[appellanten1 t/m3] vorderen in
zaak 1in hoger beroep dat het hof, onder vernietiging van het in zaak 1 gewezen vonnis, hun afgewezen vorderingen alsnog toewijst. Zij hebben daartoe tien genummerde bezwaren (grieven) tegen het vonnis geformuleerd.
7.2
De vereniging vordert in die procedure in incidenteel appel dat het hof ook de vordering over het maximaal aantal chalets dat een persoon mag bezitten afwijst en [appellanten1 t/m3] in de proceskosten, ook van de procedure bij de rechtbank, veroordeelt. De vereniging heeft daartoe twee grieven geformuleerd.
7.3
[appellanten4 en 5] hebben in
zaak 2gevorderd dat het hof, onder vernietiging van het door de rechtbank gewezen vonnis, hun vorderingen alsnog toewijst. Zij hebben daartoe 7 grieven opgeworpen.
7.4
Het hof zal hierna de grieven onderwerpsgewijs bespreken.
De bevoegdheid van de vereniging om beperkingen op te leggen aan het privé-eigendom
7.5
De centrale vraag in deze procedures is of en in hoeverre de vereniging bevoegd is om beperkingen op te leggen aan het eigendomsrecht van de eigenaren van de kavels in het park.
[appellanten1 t/m3] en [appellanten4 en 5] hebben zich beroepen op hun eigendomsrecht, zoals in de wet omschreven (artikel 5:1 lid 2 BW) en hebben aangevoerd dat de vereniging niet het recht heeft de door hen aangevochten beperkingen aan hun eigendomsrecht op te leggen.
7.6
Het hof oordeelt dat [appellanten1 t/m3] en [appellanten4 en 5] via een kettingbeding in hun leveringsakte de verplichting tot lidmaatschap van de vereniging opgelegd hebben gekregen. [appellanten1 t/m3] en [appellanten4 en 5] hebben dit verplichte lidmaatschap als zodanig in deze procedure niet ter discussie gesteld. Het hof hoeft dan in deze procedure niet in te gaan op de vraag of deze verplichting in overeenstemming is met artikel 2:35 BW en de over dit onderwerp gewezen rechtspraak. [1]
Uitgaande van dat lidmaatschap zijn [appellanten1 t/m3] en [appellanten4 en 5] gebonden aan de beperkingen aan hun eigendomsrecht van de individuele chalets/kavels, zoals die zijn opgenomen in de statuten van de vereniging. Zij zijn dus gebonden aan de beperkingen die artikel 4 van de statuten aan hun eigendomsrecht stelt.
7.7
De vereniging kan alleen verdere beperkingen aan dat eigendomsrecht opleggen als daarvoor een voldoende, specifieke grondslag in de statuten aanwezig is die expliciet de mogelijkheid opent voor de vereniging om ook andere beperkingen aan het gebruik van de privékavels op te leggen. Dit volgt uit artikel 2:34a BW waarin is bepaald dat verbintenissen slechts bij of krachtens de statuten aan het lidmaatschap kunnen worden verbonden. Deze bepaling brengt mee dat een statutaire basis is vereist voor de verbintenissen die aan het lidmaatschap worden gekoppeld. De statuten kunnen weliswaar bepalen dat een orgaan van de vereniging bij besluit verbintenissen kan opleggen aan de leden of dat een verbintenis nader wordt uitgewerkt in een huishoudelijk reglement, maar de aard van de desbetreffende verbintenis moet steeds uit de statuten kenbaar zijn. Als dergelijke besluiten of regelingen een statutaire basis ontberen, zijn zij nietig. [2]
7.8
Het hof is van oordeel dat een grondslag voor verdergaande beperkingen aan het privébezit dan volgt uit artikel 4 in de statuten ontbreekt. Het hof is het niet met de rechtbank eens dat artikel 2 onder b van de statuten (het bevorderen van een aangenaam en met de omgeving harmoniërend leefklimaat) een toereikende grondslag oplevert. Dit is een heel algemene bepaling die niet voldoet aan de vereisten van artikel 5:1 BW en 2:34a BW. Ook de stelling van de vereniging dat uit de woorden ‘onder meer’ in artikel 2 lid 1 van de statuten de bevoegdheid tot het ingrijpen in het eigendomsrecht zou voortvloeien, gaat om die reden niet op. Het hof wijst verder op artikel 17 van de statuten, dat bepaalt dat het huishoudelijk reglement niet in strijd met de wet mag zijn, zodat ook uit dat artikel volgt dat in het huishoudelijk reglement geen beperkingen mogen worden opgenomen die in strijd zijn met artikel 5: lid 1 BW, althans niet zonder dat voor die beperkingen een andere geldige grondslag aanwezig is,
7.9
De vereniging heeft zich er ter zitting bij het hof over beklaagd dat zij het wettelijk kader van de ‘boek 5 BW Vereniging van Eigenaars’ ontbeert en dat de wetgever heeft verzuimd om een deugdelijke regeling voor parkbeheer in de wet op te nemen. Het hof merkt in dat verband op dat een Vereniging van Eigenaars in de zin van boek 5 BW evenmin de bevoegdheid heeft om naar believen in het huishoudelijk reglement regels op te stellen over het gebruik van de privé-appartementsrechten. In de rechtspraak van de Hoge Raad is aangenomen dat beperkingen aan het gebruik van de privé-appartementen moeten zijn opgenomen in de akte van splitsing (en het daarvan deel uitmakende reglement). [3] Voor zover in et huishoudelijk regelement van een dergelijke VvE beperkingen aan het privégebruik worden opgenomen, kan dat alleen als de akte van splitsing daarvoor een grondslag biedt. Voor wijziging van de akte van splitsing is minst genomen een gekwalificeerde meerderheid vereist.
Die rechtspraak biedt geen steun voor de opvatting dat een vereniging van eigenaren als de vereniging op eenvoudige wijze, via een simpele meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen ter vergadering, nieuwe beperkingen aan de eigenaren van de chalets c.q. de kavels kan opleggen die niet al volgen uit de statuten van de vereniging.
7.1
Het hof merkt nog op dat het bestuur van de vereniging bestaat uit vrijwilligers die een lastige taak hebben om de vaak uiteenlopende belangen van de eigenaren van de chalets af te wegen en het verblijf op het park in goede banen te leiden. Het bestuur heeft daarbij wel de plicht om te waken tegen lichtvaardige oproepen van leden om aan andere leden verplichtingen op te leggen die henzelf (op dit moment) niet raken.
De bevoegdheid van de vereniging om sancties op te leggen aan haar leden
7.2
De vereniging kan de toegang tot de parkinfrastructuur van de leden beperken, maar is daarbij gehouden aan de regeling zoals die is opgenomen in artikel H lid 4 van de akte van mandeligheid. Dat betekent dat alleen voor overtredingen van de bepalingen uit die akte die tenminste één jaar hebben geduurd, de vereniging als driekwart van de deelgenoten vertegenwoordigd is met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen aan een lid de toegang tot de infrastructuur geheel of gedeeltelijk kan ontzeggen. Het hof gaat niet mee in de redenering van de vereniging dat uit artikel F2 van die akte zou volgen dat de vereniging bevoegd is om nadere regels te stellen waarvan de naleving ook met al dan niet gedeeltelijke ontzegging van het gebruik van de infrastructuur zou kunnen worden afgedwongen. Dit betekent dat de bepaling in het huishoudelijk reglement dat het bestuur bevoegd is om de toegangspassen van de leden te blokkeren nietig is wegens strijd met de statuten en artikel 5: lid 1 BW.
7.3
Artikel 18 van de statuten geeft het bestuur van de vereniging de bevoegdheid om een boete op te leggen als een lid, nadat eerst een waarschuwing is gegeven, zich niet houdt aan de verplichtingen uit de statuten. De statuten bevatten geen bepaling dat ook een boete kan worden opgelegd voor een verplichting die niet in de statuten is opgenomen en die alleen in het huishoudelijk reglement is opgenomen. Dit betekent dat ook de bepaling in het huishoudelijk regelement dat het bestuur een boete kan opleggen voor overtreding van het reglement nietig is, voor zover de overtreden bepaling in het huishoudelijk reglement iets anders inhoudt dan een rechtstreekse uitwerking van een van de statutaire verplichtingen.
Het inschrijvingsverbod
7.4
De vereniging heeft aangegeven dat dit verbod is ingegeven omdat zij wil kunnen optreden tegen bedrijfsmatig gebruik van de chalets en dat zij het lastig vond om dit verbod concreet te omschrijven en daarom voor een zo algemeen mogelijk verwoord verbod heeft gekozen.
7.5
Het hof merkt op dat de vereniging wel de bevoegdheid heeft om op te treden tegen gebruik van de kavels dat niet volgens de bestemming is (artikel 4 lid 1 van de statuten), zodat de vereniging kan optreden tegen de door de vereniging genoemde voorbeelden van een eigenaar die in zijn chalet een autobedrijf uitoefent of die in het chalet de prostitutie laat bedrijven. Ook kan de vereniging bezoekers van een dergelijk bedrijf de toegang tot de infrastructuur weigeren.
7.6
De statuten bieden echter geen grondslag voor het verbod om een onderneming in te schrijven bij de kamer van koophandel met als adres een chalet op het park, voor zover dat niet meer inhoudt dan dat het chalet het postadres is van een onderneming. Het ontvangen van post is geen gebruik van het chalet dat in strijd is met de bestemming. Dat inschrijvingsverbod is dan ook nietig.
Het maximaal aantal huisdieren per chalet
7.7
De vereniging heeft ter zitting bij het hof verklaard dat het verbod om meer dan één huisdier per chalet te hebben is ingegeven door de wens om op te treden tegen overlastgevende huisdieren.
7.8
Het hof stelt vast dat de statuten geen grondslag bieden voor dit verbod. Het valt ook niet in te zien waarom een aquarium met meer dan één vis meer overlast oplevert dan het houden van één vechthond. Het hof merkt op dat de vereniging wel bevoegd is om beperkingen te stellen aan huisdieren die zich op die infrastructuur bevinden, zodat een verbod om meer dan één hond op het park uit te laten, of om katten op het hele park vrij te laten rondlopen wel in het huishoudelijk reglement zou kunnen worden opgenomen. Voor het verbod zoals dat is geformuleerd ontbreekt echter een deugdelijke statutaire grondslag, zodat ook dit nietig is.
Het maximumaantal personen dat in een chalet mag verblijven
7.9
Volgens de vereniging is het verbod om met meer dan vier personen in een chalet te verblijven ingegeven door de wens om verhuur van chalets aan grotere aantallen buitenlandse werknemers per chalet tegen te gaan. Volgens de vereniging is het maximum op vier mensen bepaald omdat de chalets over twee slaapkamers zouden beschikken, zodat daarin volgens de verenging maximaal vier mensen regulier kunnen verblijven. Hoewel dat er niet staat, ziet het verbod volgens de vereniging niet op het ontvangen van meer dan vier mensen in een chalet voor een verjaardagsfeestje of iets dergelijks.
7.1
[appellant1] en [appellante2] hebben – onbetwist – tijdens de zitting bij het hof verklaard dat zij hun chalet hebben uitgebouwd en over drie slaapkamers beschikken.
7.11
Het hof oordeelt dat ook in dit geval de statuten geen grondslag bieden voor het door de vereniging geformuleerde verbod, dat het onmogelijk maakt dat een gezin met drie of meer kinderen in een chalet verblijft. Artikel 4 lid 1 van de statuten biedt wel mogelijkheden om verhuur van een chalet aan meerdere buitenlandse werknemers per chalet aan banden te leggen, maar het verbod zoals dat in het huishoudelijk reglement is geformuleerd kan niet door de beugel en is nietig.
Het maximaal aantal chalets dat een eigenaar mag bezitten
7.12
Ter zitting heeft de vereniging aangegeven dat een persoon wel een onbeperkt aantal kavels mag bezitten, maar niet meer dan twee chalets. De ratio van de bepaling is volgens de vereniging dat zij wil voorkomen dat één eigenaar buitensporig veel invloed kan verkrijgen binnen de vereniging.
7.13
Het hof merkt op dat dit doel zich niet goed lijkt te verhouden met het ingezette middel, omdat het stemrecht in de vereniging is verbonden aan het eigenaarschap van een kavel en niet aan dat van een chalet. Wat daar verder ook van zij, de statuten bieden geen grondslag voor de beperking van de vereniging om aan de eigenaar van een kavel te verbieden daarop een chalet te plaatsen als deze al twee chalets in bezit heeft. De rechtbank heeft deze bepaling terecht nietig bevonden.
De verplichting om een gebruikersverklaring in te vullen
7.14
In het huishoudelijk regelement is opgenomen dat de huurder minstens één dag voor de ingang van het verblijf een verklaring moet invullen, met daarin opgenomen het chaletnummer, de naam van de hoofdhuurder, het aantal personen, het telefoonnummer, de aanwezigheid van hond of kat en de duur van het verblijf.
7.15
Het hof overweegt dat, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, de bewijslast dat de verwerking van deze persoonsgegevens overeenkomstig de eisen van de algemene verordening persoonsgegevens (AVG) gebeurt, bij de vereniging berust. Dit volgt uit artikel 5 lid 2 van de AVG, die op dit punt een van artikel 150 Rv afwijkende regeling over de bewijslastverdeling kent. De vereniging heeft in het huishoudelijk reglement de hele verklaring opgenomen. In die verklaring stelt de vereniging dat de huurder toestemming kan verlenen aan de vereniging om deze gegevens op te nemen, maar tegelijkertijd dat de huurder verplicht is om deze gegevens door te geven omdat de vereniging daarbij een rechtmatig belang heeft. Deze dubbele grondslag is in strijd met het systeem van de AVG waar in artikel 7 lid 3 is bepaald dat toestemming vrijelijk moet kunnen worden gegeven en ingetrokken en in lid 2 van dat artikel is bepaald dat duidelijk moet zijn welke gegevens vrijwillig worden gegeven en welke gegevens niet. De verklaring hinkt wat dat betreft ten onrechte op twee gedachten.
De bepaling in het huishoudelijk regelement is in zoverre dan ook in strijd met de wet en daarmee ook in strijd met de statuten.
7.16
Het hof acht nog wel voorstelbaar dat de vereniging een rechtmatig belang heeft om over naam en telefoonnummer van de huurder te beschikken voor het geval van calamiteiten zoals brand. Ook mag de vereniging, in het kader van het beheer van de infrastructuur – en met name de toegang tot het zwembad – regels stellen over welke niet-leden van de vereniging daarvan gebruik mogen maken en mag zij niet-leden die niet aan die regels voldoen de toegang tot het zwembad weigeren.
7.17
De vereniging heeft echter niet de bevoegdheid om het niet-invullen van de gebruikersverklaring te sanctioneren met het blokkeren van de toegangspas van de eigenaar van het chalet – of zoals in geval van [appellant1] en [appellante2] , zelfs met het dreigen van het blokkeren van de toegangspas behorend bij een ander chalet dan dat verhuurd werd. Evenmin mag het bestuur als de huurder weigert om de verklaring in te vullen, aan de eigenaar van het chalet (de verhuurder) een boete opleggen, omdat het bestuur die mogelijkheid niet heeft. Immers de verplichting om een verhuurdersverklaring in te leveren is niet opgenomen in de statuten
Het houtstookverbod
7.18
De vereniging heeft aangegeven dat dit verbod is opgenomen omdat een aantal bewoners van het park gevoelig is voor stoffen als fijnstof die vrijkomen bij het stoken van hout.
7.19
[appellanten4 en 5] en [appellant1] en [appellante2] hebben verklaard dat nog nooit een andere bewoner van het park bij hen heeft geklaagd over hun stookgedrag.
7.2
Het hof stelt vast dat de statuten geen bepaling kennen die ziet op kachels in privéchalets of het stoken van hout. Artikel 4 lid 4 van de statuten verbiedt de leden van de vereniging wel om onredelijke geluidshinder voort te brengen, maar een vergelijkbare bepaling over een verbod tot het toebrengen van geur- of rookhinder ontbreekt.
7.21
De vereniging heeft zich nog beroepen op de algemene regels van het burenrecht. Uit die regels volgt echter niet de mogelijkheid van de ene buur om de andere buur buiten de rechter om preventieve gebruiksverboden op te leggen.
7.22
Als een eigenaar van een chalet door zijn stookgedrag onrechtmatige hinder toebrengt aan gebruikers van de infrastructuur dan kan de vereniging als beheerder van de mandelige zaken daartoe in rechte optreden op grond van artikel 5:37 BW. Zij kan echter niet een preventief stookverbod opleggen voor de privéchalets en dat sanctioneren met een boete of een toegangsverbod. De vereniging is daartoe niet bevoegd.
Het besluit om dit verbod in het huishoudelijk reglement op te nemen is nietig.
Het hof hoeft verder niet in te gaan op de argumenten van de vereniging waarom het stoken van hout in zijn algemeenheid onwenselijk is en de mogelijkheden van gemeenten om op hun grondgebied een – al dan niet beperkt – stookverbod in te voeren en de Europese regels in het kader van de Ecodesign-verordening [4] die het gebruik van bepaalde soorten van houtkachels verbiedt. Die verordening geeft de vereniging niet de bevoegdheid om een algemeen houtstookverbod voor de chalets uit te vaardigen.
De totstandkoming van de besluiten
7.23
[appellanten4 en 5] en [appellanten1 t/m3] hebben zich ook beklaagd over de wijze van totstandkoming van de besluiten op de vergadering van 4 juni 2022. Aangezien het hof hiervoor al heeft geoordeeld dat de aangevochten besluiten nietig zijn gelet op de inhoud van die besluiten, kan het hof voorbijgaan aan de beoordeling van de vraag of de besluiten daarnaast ook vernietigbaar zijn gelet op de wijze van totstandkoming.
7.24
Het hof merkt nog op dat de akte van mandeligheid een regeling kent met het wegen van de stemmen en een quorumeis van het aantal deelgenoten (artikel H2 en 3) terwijl de statuten een iets andere regeling kennen waarbij ieder kavel tenminste één stem heeft (artikel 11 lid 3). Het aantal stemmen dat een lid mag uitbrengen is weer gerelateerd aan de weging die voortvloeit uit de akte van mandeligheid. Dit leidt tot een op het eerste gezicht lastig te doorgronden uitleg die het bestuur heeft gegeven aan het aantal stemmen dat op een vergadering is c.q. kan worden uitgebracht, waarbij de splitsing van een kavel ertoe kan leiden dat alle andere kavelbezitters meer stemmen mogen uitbrengen, zij het wel in proportie met de akte van mandeligheid. Die uitleg lijkt echter wel in overeenstemming met artikel 11 lid 3 van de statuten en is het gevolg van de statutaire regeling (ongelukkigerwijs afwijkend van de akte van mandeligheid) waarbij elke kavelbezitter tenminste één stem heeft.
De conclusie
7.25
Zowel het beroep van [appellanten4 en 5] als het beroep van [appellanten1 t/m3] slaagt grotendeels.
Het hof zal de aangevochten vonnissen vernietigen en in zaak 2 bepalen dat het houtstookverbod nietig is wegens strijd met de statuten.
In zaak 1 zal het hof dienovereenkomstig beslissen, en daarnaast ook het inschrijfverbod en de bepalingen over het maximaal aantal huisdieren per chalet en het maximaal aantal personen dat in een chalet mag verblijven nietig verklaren. Ook zal het hof de bepaling in het huishoudelijk reglement dat het bestuur toegangsverboden voor de infrastructuur mag opleggen die afwijken van de regeling in de akte van mandeligheid nietig verklaren, evenals voor zover in het huishoudelijk regelement het bestuur van de vereniging de mogelijkheid krijgt boeten op te leggen voor overtreding van bepalingen die niet in de statuten staan.
7.26
Het hof zal de in zaak 1 daarnaast separaat gevraagde nietigverklaring van het vragen om een gebruikersverklaring afwijzen. De vereniging mag om een verklaring vragen, maar dat niet afdwingen met een toegangsverbod of een boete voor de eigenaar. Ook mag de vereniging toegangseisen stellen aan niet-leden die gebruik willen maken van het zwembad.
7.27
Het incidentele beroep van de vereniging in zaak 1 slaagt niet.
7.28
Het hof zal de vereniging in de kosten van beide procedures veroordelen, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Het hof zal enigszins rekening houden met de draagkracht van de vereniging en de voor de gezamenlijke mondelinge behandeling bij het hof 1 punt rekenen, te verdelen over beide zaken. Het hof merkt in dit verband op dat de beide zaken nauw met elkaar samenhangen en dat [appellanten4 en 5] en [appellanten1 t/m3] worden bijgestaan door dezelfde advocaat.
Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening.

8.De beslissingen

Het hof:
Zaak 1
8.1
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 19 juli 2023 voor zover het de beslissing onder 6.2 betreft, vernietigt dat vonnis voor het overige voor zover het in de hoofdzaak is gewezen en beslist, in zoverre opnieuw rechtdoende, als volgt:
8.2
verklaart nietig de besluiten van de vereniging, opgenomen in het huishoudelijk regelement strekkende tot
8.2.1
het verbod op het stoken van een houtkachel in de privéchalets;
8.2.2
het verbod tot het inschrijven van een onderneming bij de kamer van koophandel op een adres in het park;
8.2.3
het verbod tot het houden van meer dan één huisdier in een privéchalet;
8.2.4
het verbod om met meer dan vier personen in één privéchalet te verblijven;
8.2.5
de mogelijkheid van het bestuur van de vereniging om een boete op te leggen voor overtreding van een bepaling in het huishoudelijk reglement die die niet is opgenomen in of rechtstreeks voortvloeit uit de statuten;
8.2.6
de mogelijkheid van het bestuur van de vereniging om leden de toegang tot de infrastructuur van het park (gedeeltelijk) te ontzeggen in afwijking van de regeling opgenomen in de akte van mandeligheid.
8.3
veroordeelt de vereniging tot betaling van de volgende proceskosten van [appellanten1 t/m3] tot aan de uitspraak van de rechtbank:
€ XXX aan griffierecht;
€ 125,03 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding aan de vereniging;
€ 1.495,- aan salaris van de advocaat van [appellanten1 t/m3] (2,5 procespunten x tarief II);
en tot betaling van de volgende proceskosten van [appellanten1 t/m3] in hoger beroep:
€ 343,- aan griffierecht
€ 129,14 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding aan de vereniging;
€ 1.821,- aan salaris van de advocaat van [appellanten1 t/m3] (1,5 procespunten x appeltarief II) in principaal appel
€ 607,- aan salaris van de advocaat van [appellanten1 t/m3] (0,5 procespunt x appeltarief II) aan salaris in incidenteel appel
8.4
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
8.5
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
8.6
wijst af wat verder is gevorderd.
Zaak 2
8.7
vernietigt het vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 22 maart 2023 en beslist als volgt
8.8
verklaart nietig het besluit van de vereniging om in het huishoudelijk reglement op te nemen het verbod tot het stoken van een houtkachel in de privéchalets.
8.9
veroordeelt de vereniging tot betaling van de volgende proceskosten van [appellanten4 en 5] tot aan de uitspraak van de rechtbank:
€ XXX aan griffierecht;
€ 134,08 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding aan de vereniging;
€ 1.196,- aan salaris van de advocaat van [appellanten4 en 5] (2 procespunten x tarief II);
en tot betaling van de volgende proceskosten van [appellanten4 en 5] in hoger beroep:
€ 343,- aan griffierecht;
€ 125,86 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding aan de vereniging;
€ 1.821,- aan salaris van de advocaat van [appellanten4 en 5] (1,5 procespunten x appeltarief II);
8.1
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
8.11
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af wat verder is gevorderd
Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Kuiper, H. de Hek en M.A.L.M. Willems, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2025.

Voetnoten

1.Zie in dat verband de conclusie van AG Rank-Berenschot, ECLI:NL:PHR:2021:816 onder 2.2. en daar aangehaalde jurisprudentie
2.Zie hof Arnhem-Leeuwarden 13 januari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:120
3.Zie HR 10 maart1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1666 (Ameland State) en AG van Peursem ECLI:NL:PHR:2017:1097 bij HR 17 november 2017 ECLI:NL:HR:2017:2899
4.Verordening (EU) 2024/1781