Uitspraak
1.de maatschap [geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
[geïntimeerde3],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep,
- de memorie van grieven in principaal hoger beroep van De Eendracht,
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van de Maatschap,
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep tevens akte uitlating producties van De Eendracht,
- het arrest van het hof van 10 oktober 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling die op 13 februari 2024 is gehouden, waarover mr. Stehouwer bij brief van 12 maart 2024 een opmerking heeft gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.Feiten
4.Het oordeel van het hof
- Hoeveel melkschapen, opfoklammeren (vrouwelijk) en rammen (mannelijk) de Maatschap had kort voor de schadeveroorzakende gebeurtenis?
- Hoeveel (melk)schapen zijn doodgegaan? Zo zou volgens opgave van de Maatschap tot maart 2020 28 dieren, tot februari 2021 in totaal 39 dieren en tot februari 2024 in totaal 62 dieren zijn doodgegaan.
- Of en zo ja hoeveel nieuw geboren lammeren zijn dood gegaan?
- Hebben de overgebleven (melk)schapen een lagere melkproductie gehad en zo ja, hoeveel?
- Welke maatregelen moest de Maatschap gelet op de gevolgen van het incident nemen om het bedrijf weer op het niveau te krijgen tot voor het incident?
- Is (achteraf) bezien mogelijk weer een bedrijfsvoering te hebben in de omvang en kwaliteit zoals dat voor het schadeongeval was? Zo ja, hoeveel tijd zou daarmee zijn gemoeid?
- De fok- en gebruikswaarde van de uitgevallen dieren;
- Het saldo verlies van uitgevallen dieren en overblijvende dieren met minder of geen melk;
- De herbevolkingskosten van de lege plaatsen door uitgevallen dieren en dieren zonder melk;
- Het saldoverlies van overblijvende dieren door lagere productie;
- De herbevolkingskosten van dieren met lagere productie.
- De inkomensschade. Wilt u in ieder geval toelichten over hoeveel jaren u de inkomensschade hebt berekend?
- De verkoopopbrengst van de resterende melkschapen.
- De kosten van omzetten van een bedrijf van melkschapen naar vleesschapen.
- Heeft de verkoop van de (restant) schapen aan (onder meer) een Texelse handelaar een lagere opbrengst gehad? Zo ja, welk bedrag is hiermee gemoeid? Is, en zo ja op welke wijze, hiermee rekening gehouden in de schadeberekening onder C en D?
- Volgens de Maatschap had zij voorafgaand aan het incident 60 lammeren verkocht en heeft de koper uit consideratie met de Maatschap van de koop afgezien. Heeft u met deze verkoop, waaraan uiteindelijk geen uitvoering is gegeven, in de schadeberekening onder C en D rekening gehouden? Zo ja, op welke wijze?
- Is aannemelijk dat de eerdere kopervergiftiging die in juni 2018 op het bedrijf van de Maatschap heeft plaatsgevonden (als gevolg van door een andere leverancier geleverd voer) nog gevolgen had op het moment van het incident? Zo ja, op welke wijze en is hiermee rekening gehouden in de schadeberekening onder C en D?
- Volgens de Maatschap bestond het voornemen het bedrijf op termijn – in ieder geval niet binnen 5 jaar – aan een derde over te dragen. Hiervoor was volgens de Maatschap al een kandidaat die na het incident is afgehaakt. Kunt u aangegeven of overdracht op termijn op vergelijkbare condities als voor het schadeongeval nog mogelijk was geweest als het bedrijf op de oude voet was hersteld en voortgezet? Zo nee, heeft de Maatschap financieel nadeel geleden doordat overdracht going concern van een kwalitatief goede melkschapenhouderij niet meer mogelijk is? Zo ja, hoe hoog begroot u dat nadeel?
5.De beslissing
De Eendracht moet het voorschot betalen.
Indien (één van) partijen zich niet met de hoogte van het voorschot kunnen verenigen, dienen zij hun bezwaren binnen 14 dagen na de datum van dit arrest in een brief aan de griffie van het hof te melden. Het hof zal in een afzonderlijke beslissing op deze bezwaren beslissen.
- Pas als de griffier heeft laten weten dat het voorschot is betaald, kunnen de deskundigen met het onderzoek beginnen;
- De deskundigen antwoorden schriftelijk op de hiervoor in rechtsoverweging 3.27 geformuleerde vragen;
- Bij de uitvoering van het onderzoek moeten de deskundigen de
- Als de deskundigen vragen hebben, kunnen zij die stellen aan mr. D.H. de Witte, raadsheer-commissaris;
- Het ondertekende deskundigenbericht moet vóór 1 oktober 2025 worden gestuurd aan de handelsgriffie van dit hof (postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden).
- Het Landelijke Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal aan De Eendracht een voorschotfactuur sturen van € 25.800,- (inclusief btw). Dit voorschot moet binnen 4 weken na de datum op de factuur zijn betaald;
- De Eendracht moet aan de deskundigen een kopie van het procesdossier sturen. De griffier stuurt de deskundigen een kopie van dit arrest;
- Partijen moeten de deskundigen de inlichtingen geven waarom deze vragen.
- Op de eerst volgende rolzitting zes weken na deponering van het definitieve deskundigen bericht, kan eerst De Eendracht op het deskundigenbericht reageren, waarna de Maatschap in de gelegenheid zal worden gesteld haar reactie te geven;