Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] VOF,
2. [geïntimeerde2] ,
3. [geïntimeerde3] ,
4. [geïntimeerde4] ,
[geïntimeerden] c.s.,
1.De verdere procedure bij het hof
2.De feiten van de zaak
3.De vorderingen van [appellant] en zijn grieven
4.Het oordeel van het hof
- i) op het moment van het aangaan van de overeenkomst tussen partijen geen sprake was van (concrete plannen voor) een melkveebedrijf bij [appellant] en dat hij daar ook geen vergunning voor had,
- ii) dat [appellant] er eigener beweging voor heeft gekozen om voor zijn stallen een exclusief gebruiksrecht aan [geïntimeerden] c.s. te verlenen, op de wijze zoals hiervoor omschreven,
- iii) dat [appellant] daarmee zichzelf voor de duur van de overeenkomst met [geïntimeerden] c.s. de mogelijkheid heeft ontnomen om ook zelf melkvee te gaan houden,
- iv) dat het hof ter zitting voldoende is gebleken dat [geïntimeerden] c.s. de hen toegekende fosfaatrechten ook vandaag de dag nog nodig hebben voor hun eigen bedrijfsvoering en dat hun bedrijfsvoering thans niet wezenlijk anders is dan ten tijde van de peildatum. De meermaals door [appellant] opgeworpen suggestie dat [geïntimeerden] c.s. geen eigen bedrijf zouden hebben, is gemotiveerd door laatstgenoemden weersproken en wordt door het hof verworpen.
- v) Tot slot, dat het aan het hof onvoldoende is gebleken dat [appellant] ten tijde van de in rov. 2.5 genoemde registratie danwel nadien een voldoende concreet en gerechtvaardigd belang (heeft ge)had bij het kunnen beschikken over de aan [geïntimeerden] c.s. toebedeelde fosfaatrechten dan wel, bij gebreke daarvan, bij het ontvangen van een schadeloosstelling/vergoeding. Laat staan dat dit belang van een zwaarder gewicht zou zijn dan het belang van [geïntimeerden] c.s. bij het behoud van de fosfaatrechten en het niet hoeven te betalen van een schadeloosstelling/vergoeding. In dit kader is vermeldenswaard dat [appellant] ter zitting bij het hof niet heeft weersproken dat hij de fosfaatrechten niet nodig heeft voor het kunnen houden van schapen of het gestald krijgen van exportvee en dat hij lange tijd geen actie jegens [geïntimeerden] c.s. heeft ondernomen, ook niet nadat hem duidelijk was geworden dat het vee door laatstgenoemden was geregistreerd.